Home>>read Kurt Wallander 04 free online

Kurt Wallander 04(32)

By:Henning Mankell


Wallander ging in zijn auto zitten, maar startte de motor niet meteen. Een gevoel van groot onbehagen bekroop hem. Zonder zichzelf een antwoord te kunnen geven op de vraag waarom, vermoedde hij dat er iets groots en drukkends en beangstigends achter de dode advocaten zat. Hij en zijn collega’s waren op dit moment alleen nog maar bezig aan de oppervlakte te krabben.

Er is iets wat ons de verkeerde richting op stuurt, dacht hij. Ik moet me realiseren dat de ansichtkaart die uit Finland verzonden is, misschien geen dwaalspoor is maar het werkelijke spoor. Maar het spoor van wat?

Hij wilde net zijn auto starten en wegrijden toen hij in de gaten kreeg dat er op het trottoir aan de overkant iemand naar hem stond te kijken.

Het was een jonge vrouw, nauwelijks ouder dan twintig jaar, van onbestemde Aziatische afkomst. Toen ze ontdekte dat Wallander haar gezien had, liep ze snel weg. Wallander zag in zijn achteruitkijkspiegeltje dat ze zonder om te kijken rechts afsloeg in de richting van Hamngatan.

Hij wist zeker dat hij haar nooit eerder gezien had.

Dat hoefde niet te betekenen dat zij hem niet had herkend. Gedurende zijn jaren bij de politie was hij bij verschillende gelegenheden vaak met vluchtelingen en asielzoekers in aanraking gekomen.

Hij reed terug naar het politiebureau. Er stonden nog steeds windstoten. Vanuit het oosten naderde een wolkendek. Hij was net Kristianstadvägen op gedraaid toen hij opeens remde. Achter hem toeterde boos een vrachtauto.

Ik reageer te langzaam, schoot het door hem heen. Ik merk de dingen die overduidelijk zijn niet eens.

Hij maakte een ongeoorloofde verkeersmanoeuvre en reed dezelfde weg terug die hij gekomen was. Hij parkeerde zijn auto bij het postkantoor in de Hamngata en haastte zich toen de dwarsstraat in die vanaf de noordelijke kant naar de Stickgata voerde. Hij stelde zich zo op dat hij van een afstand het roze huis waarin mevrouw Dunér woonde kon zien.

Het was kil en terwijl hij het huis in de gaten hield, begon hij langzaam over het trottoir heen en weer te lopen.

Na een uur overwoog hij het op te geven. Hij wist echter zeker dat hij gelijk had. Hij bleef het huis in de gaten houden. Op dat moment zat Per Åkeson op hem te wachten. Hij zou vergeefs wachten.

Om zeven minuten voor halfvier ging opeens de deur van het roze huis open. Wallander verdween snel achter een uitstekend geveldeel.

Hij had gelijk gehad. Het was de vrouw met het onbestemde Aziatische uiterlijk die hij Berta Dunérs huis zag verlaten.

Ze verdween de hoek om.

Tegelijkertijd merkte hij dat het was gaan regenen.





5

De vergadering van het rechercheteam, die om vier uur begon, duurde exact zeven minuten. Wallander was de laatste die binnenkwam en op zijn stoel neerplofte. Hij was buiten adem en had een bezweet gezicht. Zijn collega’s rond de tafel namen hem met verbazing op maar niemand zei wat.

Het kostte Björk enkele minuten om vast te stellen dat niemand iets beslissends te melden had of de discussie wilde aangaan. Dit was een moment in het onderzoek waarop de rechercheurs, in hun eigen terminologie, waren veranderd in ‘tunnelgravers’. Ieder van hen probeerde door verschillende lagen heen te dringen om dat wat daar mogelijk onder verborgen lag, te kunnen bereiken. Het was een regelmatig terugkerende periode in een onderzoek die nooit aanleiding gaf tot onnodige gesprekken. De enige die uiteindelijk iets te vragen had, was Wallander.

‘Wie is Alfred Harderberg?’ vroeg hij, nadat hij een blik had geworpen op het papiertje waarop hij de naam had geschreven.

‘Ik dacht dat iedereen dat wel wist’, antwoordde Björk verbaasd. ‘Een van de op dit moment meest succesvolle zakenlieden van het land. Hij woont hier in Skåne. Wanneer hij tenminste niet op pad is met zijn privé-vliegtuig.’

‘Hij is eigenaar van kasteel Farnholm’, zei Svedberg. ‘Hij schijnt een aquarium te hebben waarin echt goudzand op de bodem ligt.’

‘Hij was de cliënt van Gustaf Torstensson’, zei Wallander. ‘Zijn grootste cliënt. En zijn laatste. Die avond toen hij op de akker stierf, had hij hem bezocht.’

‘Hij organiseert privé-inzamelingsacties voor de noodlijdenden in de oorlogsgebieden op de Balkan’, zei Martinson. ‘Maar dat is misschien niet zo moeilijk wanneer je onbeperkt over geld kunt beschikken.’

‘Alfred Harderberg is een man die respect verdient’, zei Björk.

Wallander merkte dat hij geïrriteerd raakte.

‘Wie doet dat niet?’ antwoordde hij. ‘Maar ik ben toch van plan hem te bezoeken.’

‘Bel eerst’, zei Björk terwijl hij opstond.

De vergadering was voorbij. Wallander ging koffie halen en liep naar zijn kamer. Hij had er behoefte aan in afzondering na te denken over wat het te betekenen had dat mevrouw Dunér bezoek kreeg van een jonge Aziatische vrouw. De kans was groot dat het helemaal niets betekende, maar Wallanders intuïtie zei hem iets anders. Hij legde zijn voeten op zijn bureau en leunde achterover in zijn stoel. Zijn koffiekopje liet hij balanceren op zijn ene knie.