‘Geen sprake van’, antwoordde hij. ‘Dat is het minste wat je kunt doen voor je collega’s. Svensk Polis zal trouwens ook een artikel aan jou wijden.’
Wallander liep naar het bureau.
‘Ik stop niet’, zei hij. ‘Ik ben hier vandaag naartoe gekomen om weer aan het werk te gaan.’
Björk keek hem niet-begrijpend aan.
‘Er komt geen persconferentie’, vervolgde Wallander. ‘Ik ga vandaag weer aan het werk. Ik zal contact opnemen met mijn arts zodat hij een verklaring afgeeft dat ik uit de ziektewet ben. Ik voel me goed. Ik wil weer werken.’
‘Ik hoop dat je me hier niet voor de gek staat te houden’, zei Björk onzeker.
‘Nee’, zei Wallander. ‘Er is iets gebeurd waardoor ik van gedachten ben veranderd.’
‘Dat komt wel plotseling’, zei Björk.
‘Voor mij ook’, antwoordde Wallander. ‘Het is om precies te zijn nauwelijks meer dan een uur geleden dat ik van gedachten ben veranderd. Maar ik heb wel een voorwaarde. Of een wens.’
Björk knikte afwachtend.
‘Ik wil de zaak Sten Torstensson op me nemen’, zei Wallander. ‘Wie is er op dit moment verantwoordelijk voor het onderzoek?’
‘Iedereen is erbij betrokken’, antwoordde Björk. ‘Svedberg en Martinson vormen samen met mij de hoofdgroep. Per Åkeson is als officier van justitie verantwoordelijk.’
‘Sten Torstensson was een vriend van me’, zei Wallander.
Björk knikte en stond op.
‘Is het echt waar?’ vroeg hij. ‘Ben je echt van gedachten veranderd?’
‘Je hoort toch wat ik zeg.’
Björk liep om zijn bureau heen en ging voor Wallander staan.
‘Dit is het beste nieuws dat ik in lange tijd heb gehoord’, zei hij. ‘We verscheuren nu deze papieren. Je collega’s zullen verrast zijn.’
‘Wie heeft mijn oude kantoor?’ vroeg Wallander ontwijkend.
‘Hanson.’
‘Ik zou het graag terug willen hebben als dat kan.’
‘Natuurlijk. Hanson is deze maand trouwens op cursus in Halmstad. Je kunt de kamer meteen overnemen.’
Ze liepen met elkaar door de gang totdat ze Wallanders vroegere deur bereikten.
Zijn naambordje was weg. Heel even was hij daardoor geschokt.
‘Ik heb een uurtje voor mezelf nodig’, zei Wallander.
‘Om halfnegen hebben we afgesproken bijeen te komen om het onderzoek naar de moord op Torstensson te bespreken’, zei Björk. ‘In de kleine vergaderzaal. Je weet zeker dat je het serieus meent?’
‘Waarom zou ik dat niet doen?’
Björk aarzelde voordat hij verderging.
‘Je hebt zo nu en dan wel eens een tikje onoordeelkundig en grillig gehandeld’, zei hij. ‘Dat kunnen we niet negeren.’
‘Vergeet niet die persconferentie af te gelasten’, antwoordde Wallander.
Björk stak zijn hand uit.
‘Welkom terug’, zei hij.
‘Dank je.’
Wallander deed de deur dicht en legde meteen de hoorn van de telefoon. Hij keek in de kamer rond. Het bureau was nieuw. Dat had Hanson meegebracht. Maar de stoel was Wallanders eigen oude stoel.
Hij hing zijn jas op en ging zitten.
Dezelfde geur, dacht hij. Hetzelfde schoonmaakmiddel, dezelfde droge lucht, dezelfde vage geur van de oneindige hoeveelheden koffie die hier in het gebouw worden gedronken.
Hij bleef lang roerloos zitten.
Meer dan een jaar had hij gekweld rondgelopen, naar de waarheid omtrent zichzelf en zijn toekomst gezocht. Langzaam was er een besluit gerijpt en door zijn besluiteloosheid heen gedrongen. Vervolgens had hij een krant opengeslagen en was alles veranderd.
Voor het eerst in lange tijd voelde hij een rilling van welbehagen door zijn lichaam gaan.
Hij had een besluit genomen. Of het het juiste was of niet, kon hij niet zeggen. Maar dat was ook niet meer van belang.
Hij boog zich over zijn bureau, trok een blocnote naar zich toe en noteerde slechts twee woorden: Sten Torstensson.
Hij was weer aan het werk.
3
Om halfnegen, toen Björk de deur van de vergaderruimte dichtdeed, had Wallander het gevoel dat hij eigenlijk nooit van zijn werk was weggeweest. De anderhalf jaar die verstreken was sinds hij voor het laatst aan een overleg van het rechercheteam had deelgenomen, waren opeens weggevallen. Het was alsof hij was bijgekomen uit een lange slaap waarin de tijd helemaal was opgehouden te bestaan.
Nu zaten ze zoals ze zo vaak hadden gedaan rond de ovale tafel. Omdat Björk nog niets had gezegd, nam Wallander aan dat zijn collega’s een korte speech en een bedankje voor de afgelopen jaren verwachtten. Daarna zou Wallander terugtreden en zouden ze zich weer over hun aantekeningen buigen en verdergaan met het onderzoek naar de onbekende dader die Sten Torstensson had vermoord.