Hij vond dat hij mechanisch klonk. Waarom kan ik me niet eenvoudiger uitdrukken, dacht hij boos. Ik praat als een parodie op een politieman.
‘Ik heb begrepen dat Lasse Strömberg u mijn naam heeft gegeven’, zei ze en Wallander merkte dat ze geïnteresseerd was.
‘Ik heb begrepen dat u zich in uw werk bezighoudt met dit onaangename verkeer’, vervolgde hij. ‘Het zou mij enorm helpen als u me een overzicht kon geven.’
‘Dat gaat de hele dag duren’, zei ze. ‘En misschien ook de hele avond. Bovendien zou u algauw merken dat er achter al mijn zinnen onzichtbare vraagtekens staan. Dit zijn activiteiten die het daglicht niet verdragen en waaraan bijna niemand anders dan enkele Amerikaanse journalisten zijn vingers heeft durven branden. Ik ben waarschijnlijk de enige journalist in Scandinavië die hierin aan het graven is.’
‘Ik neem aan dat daar risico’s aan verbonden kunnen zijn’, zei Wallander.
‘Misschien niet hier en voor mij’, antwoordde ze. ‘Maar ik ken een van de Amerikaanse journalisten, Gary Becker uit Minneapolis, persoonlijk. Hij heeft een reis naar Brazilië gemaakt om onderzoek te doen naar geruchten over een bende waarvan beweerd werd dat die in São Paulo actief was. Hij werd niet alleen met de dood bedreigd, op een avond werd ook de taxi waarin hij reed beschoten toen die voor zijn hotel stopte. Toen heeft hij het eerste vliegtuig het land uit genomen.’
‘Is er ooit informatie opgedoken die erop wijst dat hier ook Zweedse belangen mee gemoeid zouden kunnen zijn?’
‘Nee’, zei ze. ‘Is dat wel zo?’
‘Ik vraag het maar’, zei Wallander.
Ze keek hem aan zonder iets te zeggen. Daarna boog ze zich over de tafel heen naar hem toe.
‘Als u en ik een gesprek met elkaar willen voeren, dan moet u eerlijk zijn’, zei ze. ‘Vergeet niet dat ik journalist ben. U hoeft niet voor dit bezoek te betalen, omdat u politieman bent. Maar het minste wat ik kan verlangen is wel dat u de waarheid vertelt.’
‘U hebt gelijk’, zei Wallander. ‘Er is misschien een mogelijkheidje dat er een verband bestaat. Dichter bij de waarheid kan ik niet komen.’
‘Goed’, zei ze. ‘Nu begrijpen wij elkaar. Maar ik wil nog iets van u. Als zou blijken dat er werkelijk een verband bestaat, dan wil ik het eerder weten dan enige andere journalist.’
‘Dat kan ik niet beloven’, zei Wallander. ‘Dat is strijdig met onze bepalingen.’
‘Dat zal vast wel zo zijn,’ zei ze, ‘maar mensen ombrengen om ze van hun organen te beroven, is met beduidend belangrijkere zaken strijdig.’
Wallander dacht na. Hij besefte dat hij vasthield aan het verdedigen van regels en verordeningen waarvan hij zelf allang was opgehouden ze onkritisch na te leven. Als politieman had hij de laatste jaren voortdurend geleefd in een grensgebied waarin het voordeel dat hij ermee kon doen, altijd had bepaald welke regels hij wel of niet in acht nam. Waarom zou hij nu opeens van instelling veranderen?
‘U bent de eerste die iets zal horen’, zei hij. ‘Maar u kunt mij dan niet citeren. Ik moet anoniem blijven.’
‘Goed’, zei ze weer. ‘Nu begrijpen we elkaar nog beter.’
Toen Wallander later terugdacht aan alle uren die hij in de stille keuken had doorgebracht, met de poes die onafgebroken bleef slapen tussen de bloempotten en de zonnestralen die zich langzaam over het tafelzeiltje verplaatsten om ten slotte helemaal te verdwijnen, verbaasde hij zich erover dat de tijd zo snel was gegaan, dat de dag zo kort was geweest. Ze waren om tien uur met hun gesprek begonnen en toen hij uiteindelijk vertrok, was het al avond. Ze hadden een paar keer gepauzeerd; zij had een lunch voor hem bereid en haar oude vader had hem onderhouden met verhalen uit zijn tijd als bevelhebber op verschillende vaartuigen van de kustvaart langs de Oostzeekust, met bij uitzondering af en toe een lange reis naar de Baltische staten en Polen. Na de onderbrekingen voor eten en koffie hadden ze weer alleen in de keuken gezeten en was ze doorgegaan met vertellen over haar werk. Wallander benijdde haar. Ze hielden zich allebei met onderzoek bezig, ze brachten hun tijd door in de buurt van misdaad en menselijke ellende. Het verschil was echter dat zij dingen onthulde met de bedoeling ze te voorkomen, terwijl hij de hele tijd bezig was met het opruimen van wat al voltooid was.
Hij zou zich de dag in haar keuken echter vooral herinneren als een reis in een onbekend land, waarin mensen en organen veranderd waren in marktgoederen, waarin alle morele overwegingen verdwenen waren. Hij realiseerde zich dat, als zij gelijk had in haar veronderstellingen, de handel in organen zo groot was dat het bijna onbegrijpelijk was. Wat hem echter het meest schokte, was dat zij ook degenen die gezonde, vaak jonge mensen doodden om delen van hun lichaam te kunnen verkopen, meende te kunnen begrijpen.