Home>>read Kurt Wallander 04 free online

Kurt Wallander 04(112)

By:Henning Mankell


‘Wat zijn het voor paarden?’ vroeg ze.

‘Ik weet het niet’, zei Wallander.

Ze hield haar hoofd een beetje schuin.

‘Volgens mij ben jij een smeris’, zei ze.

‘Waarom denk je dat?’ vroeg Wallander verbaasd.

‘Dat gevoel heb ik.’

Sten Widén greep snel in in het gesprek.

‘Hij heet Roger. Meer hoef je niet te weten. Vraag niet zo verrekte veel. En probeer er een beetje fatsoenlijk uit te zien wanneer we er vanavond heen rijden. Was je haar bijvoorbeeld. En vergeet niet dat het linkerachterbeen van Winters Moon verbonden moet worden.’

Ze verliet de keuken zonder een woord te zeggen.

‘Je hebt het gezien’, zei Sten Widén. ‘Haar tik je niet zo makkelijk op de vingers.’

‘Bedankt voor je hulp’, antwoordde Wallander. ‘We moeten maar hopen dat het goed gaat.’

‘Ik rij haar erheen. Dat is alles wat ik kan doen.’

‘Bel mij thuis’, zei Wallander. ‘Als ze het baantje krijgt, moet ik het zo snel mogelijk weten.’

Ze liepen naar Wallanders auto toe.

‘Soms ben ik alles zo verrekte beu’, zei Sten Widén opeens.

‘Stel je voor dat je opnieuw zou kunnen beginnen’, antwoordde Wallander.

‘Soms denk ik: het leven, was dit nou alles? Een paar opera-aria’s, een heleboel slechte paarden, voortdurend problemen met geld.’

‘Zo slecht zal het toch wel niet zijn?’

‘Overtuig mij daar maar eens van.’

‘Nu hebben we een reden om elkaar vaker te zien. Dan kunnen we het er eens over hebben.’

‘Ze heeft dat baantje nog niet.’

‘Ik weet het’, zei Wallander. ‘Bel me vanavond.’

Hij ging in zijn auto zitten, knikte naar Sten Widén en reed weg. Hij zag op het klokje dat de dag nog lang was. Hij had besloten die dag nog een bezoek af te leggen.

Na een halfuur parkeerde hij in het straatje achter Hotel Continental op een plek waar dat niet mocht en liep hij naar het roze huis van mevrouw Dunér. Tot zijn verbazing ontdekte hij dat er geen politieauto in de buurt was. Wat was er gebeurd met de bescherming die mevrouw Dunér zou krijgen? Hij werd zowel geïrriteerd als ongerust. De mijn die in haar tuin ontploft was, was geen grapje geweest. Als ze erop was gestapt, zou ze zijn omgekomen of waren haar benen eraf gerukt. Hij belde aan en besloot tegelijkertijd dat hij direct contact met Björk zou opnemen.

Voorzichtig deed ze de deur open. Toen ze hem herkende, leek ze oprecht blij.

‘Het spijt me dat ik niet van tevoren gebeld heb’, zei hij.

‘U bent welkom wanneer u maar komt, hoofdinspecteur’, antwoordde ze.

Hoewel hij zich realiseerde dat hij die dag al te veel koffie had gedronken, nam hij haar aanbod om een kopje te drinken aan. Terwijl zij in de keuken was, stond Wallander de tuin te bekijken. Het losgewoelde gazon was weer hersteld. Hij vroeg zich af of ze verwachtte dat de politie een nieuw telefoonboek voor haar zou regelen.

In dit onderzoek heb ik de hele tijd het gevoel dat alles langgeleden is, dacht hij. Toch is het nog niet zoveel dagen geleden dat ik het telefoonboek naar buiten gooide en de tuin zag exploderen.

Ze schonk koffie in. Hij was op de gebloemde bank gaan zitten.

‘Ik zag buiten geen politieauto staan toen ik kwam’, zei hij.

‘Soms zijn ze hier’, antwoordde mevrouw Dunér. ‘Soms niet.’

‘Ik zal uitzoeken waarom dat zo is’, zei Wallander.

‘Is het echt nodig?’ vroeg ze. ‘Denkt u echt dat iemand mij nog steeds kwaad wil doen?’

‘U weet wat er met de twee advocaten is gebeurd’, zei Wallander. ‘En iemand heeft een mijn in uw tuin gelegd. Ik denk niet dat er nog iets zal gebeuren, maar we nemen alle denkbare veiligheidsmaatregelen.’

‘Als ik het toch maar kon begrijpen’, zei ze.

‘Daarom ben ik gekomen’, zei Wallander. ‘U hebt tijd gehad om na te denken. Vaak heb je tijd nodig om dingen helder te kunnen zien. Soms moet je de gelegenheid krijgen je geheugen op te frissen.’

Ze knikte langzaam.

‘Dat heb ik geprobeerd’, zei ze. ‘Dag en nacht.’

‘Laten we een paar jaar teruggaan in de tijd’, zei Wallander. ‘Toen Gustaf Torstensson het aanbod kreeg om als advocaat te gaan werken voor Alfred Harderberg. Hebt u hem ooit ontmoet?’

‘Nooit.’

‘U sprak alleen over de telefoon met hem?’

‘Zelfs dat niet. Er belde altijd een secretaresse.’

‘Het moet veel voor het advocatenkantoor betekend hebben om zo’n grote cliënt te krijgen.’

‘Natuurlijk. Er kwam meer geld binnen dan ooit tevoren. Het hele pand kon worden gerenoveerd.’

‘Ook al hebt u Alfred Harderberg nooit ontmoet of gesproken, u moet toch een indruk van hem hebben gekregen. Het is me opgevallen dat u een goed geheugen hebt.’