Home>>read Kurt Wallander 04 free online

Kurt Wallander 04(103)

By:Henning Mankell


Nyberg ging in Wallanders bezoekersstoel zitten.

‘Net als voor veel andere zaken zijn er ook hiervoor geen echte bewijzen,’ zei hij, ‘maar Strömberg beweerde dat er in Zuid-Amerika en Azië bendes bestaan die bestellingen voor verschillende organen opnemen en daarna moorden plegen om aan die organen te komen.’

Wallander zei niets.

‘Mensen die in aanmerking komen, worden overvallen en verdoofd’, zei Nyberg. ‘Daarna worden ze naar privé-klinieken gebracht waar het orgaan waar men op uit is operatief wordt verwijderd. Vervolgens wordt het lijk ergens in een sloot gedumpt. Volgens Strömberg zijn het vaak kinderen die worden omgebracht.’

Wallander schudde zijn hoofd en kneep zijn ogen dicht.

‘Hij dacht ook dat die activiteiten veel omvangrijker zijn dan wordt aangenomen’, vervolgde Nyberg. ‘Er gaan geruchten dat het ook in Oost-Europa en in de Verenigde Staten gebeurt. Een nier heeft geen gezicht, geen eigen identiteit. Je brengt een kind in Zuid-Amerika om en verlengt het leven van iemand in de westerse wereld die het kan betalen en niet op de wachtlijst voor transplantatie wil staan. De moordenaars verdienen er dik aan.’

‘Een orgaan operatief verwijderen kan niet eenvoudig zijn’, zei Wallander. ‘Dat betekent dat er veel artsen bij betrokken moeten zijn.’

‘Waarom zouden artsen boven anderen verheven zijn wanneer het om de moraal gaat?’ zei Nyberg.

‘Ik vind het moeilijk om te geloven dat het waar is’, zei Wallander.

‘Ik denk dat iedereen dat vindt’, zei Nyberg. ‘En daardoor kunnen die bendes in alle rust doorgaan met hun activiteiten.’

Hij pakte zijn blocnote uit zijn zak en bladerde die door.

‘Die arts heeft mij de naam van een journalist gegeven die hier onderzoek naar doet’, zei hij. ‘Een vrouw. Ze heet Lisbeth Norin. Ze woont in Göteborg en schrijft voor verschillende populair-wetenschappelijke bladen.’

Wallander noteerde haar naam.

‘Laten we eens van een onaannemelijke gedachte uitgaan’, zei hij toen, terwijl hij Nyberg serieus aankeek. ‘Laten we aannemen dat Alfred Harderberg zich zou bezighouden met het ombrengen van mensen en het verkopen van nieren of wat dan ook op de illegale markt die er schijnt te zijn. Laten we verder aannemen dat Gustaf Torstensson dit op de een of andere manier ontdekte. En de koelbox als bewijs meenam. Laten we eens van die onaannemelijke gedachte uitgaan.’

Nyberg keek Wallander vragend aan.

‘Meen je dat serieus?’ vroeg hij.

‘Natuurlijk niet’, antwoordde Wallander. ‘Ik heb gewoon een absurde gedachte.’

Nyberg stond op.

‘Ik ga uitzoeken of die box op te sporen is’, zei hij. ‘Daar begin ik mee.’

Toen Wallander weer alleen was, ging hij voor het raam staan om na te denken over wat Nyberg had verteld.

Hij besloot dat zijn gedachte echt absurd was. Alfred Harderberg was iemand die geld doneerde voor onderzoek. Vooral wanneer het om ernstige ziektes gaat waardoor kinderen getroffen werden. Wallander herinnerde zich dat hij ook geld had geschonken voor de gezondheidszorg in verschillende Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen.

De koelbox in Gustaf Torstenssons auto moet iets anders te betekenen hebben, dacht hij. Of helemaal niets.

Toch kon hij het niet laten om Inlichtingen te bellen en het telefoonnummer van Lisbeth Norin op te vragen. Toen hij dat belde kreeg hij een antwoordapparaat. Hij noemde zijn naam en telefoonnummer.

De rest van de dag had Wallander het gevoel dat hij lijdzaam moest afwachten. Wat hij ook ondernam, datgene waarop hij wachtte – berichten van Sven Nyberg en Ann-Britt Höglund – waren belangrijker. Nadat hij zijn vader had gebeld en te horen had gekregen dat het dak de orkaan van gisteren had doorstaan, ging hij, min of meer geconcentreerd, verder met het doornemen van al het materiaal dat over Alfred Harderberg beschikbaar was. Hij kon niet verhinderen dat hij gefascineerd raakte door de bijzondere carrière die in Vimmerby zijn onbeduidende begin had gekend. Wallander realiseerde zich dat het zakelijke genie van Harderberg al vroeg zichtbaar was geworden. Op negenjarige leeftijd had hij kersttijdschriften verkocht, maar met de paar gespaarde kronen die hij had, had hij ook de restvoorraden van eerdere jaargangen opgekocht. Die had hij bijna voor niets gekregen, omdat de uitgeverij van de kersttijdschriften van mening was dat alleen de nieuwe tijdschriften verkoopwaarde hadden. Maar Alfred Harderberg had de oude tijdschriften samen met de nieuwe verkocht; hij had zijn prijzen handig aangepast aan de uiteenlopende verwachtingen van de verschillende klanten. Wallander besefte algauw dat Alfred Harderberg altijd een trader was geweest. Hij kocht en verkocht wat anderen produceerden. Hij schiep geen nieuwe producten; zijn talent was goedkoop te kopen en duur te verkopen, en waarde te ontdekken waar niemand anders die zag. Al op veertienjarige leeftijd had hij vermoed dat er een markt was voor oldtimers. Hij had in de streek rond Vimmerby rondgefietst, had op woonerven en in schuren gezocht en de gedemonteerde, half overwoekerde voertuigen gekocht die hij meende te kunnen doorverkopen. Meerdere malen had hij de auto’s gratis gekregen, omdat mensen het beneden hun waardigheid achtten om een onschuldige jongeman af te zetten die op het platteland rondfietste en manisch geïnteresseerd leek in schrootauto’s. De hele tijd had hij het geld gespaard dat hij niet in zijn voortdurend variërende zakencarrousel hoefde te investeren. Toen hij zeventien jaar was, was hij op de trein naar Stockholm gestapt. Hij werd toen vergezeld door een vriend uit een dorp vlak bij Vimmerby die een paar jaar ouder was en die een verbijsterend goede buikspreker was. Alfred Harderberg betaalde voor de reis van zijn vriend en benoemde zichzelf tot diens manager. Alfred Harderberg scheen al vroeg zijn verfijnde, glimlachende beminnelijkheid tot jeugdige perfectie te hebben ontwikkeld. Wallander kwam verschillende keren een reportage tegen over hem en de buikspreker. Die had in Bildjournalen gestaan, een tijdschrift dat Wallander zich vaag meende te herinneren, en de schrijver van het artikel kwam er meerdere malen op terug hoe goedgekleed en welopgevoed de jonge manager was en hoe vriendelijk hij glimlachte. Maar kennelijk was hij toen al schuw geweest voor fotografen. De buikspreker stond afgebeeld, maar zijn manager niet. Het bleek ook dat Alfred Harderberg meteen na zijn aankomst in Stockholm besloten had zijn Smålandse dialect kwijt te raken ten gunste van de taal die hij in de hoofdstad tegenkwam. Hij had geld geïnvesteerd in regelmatige lessen bij een logopedist. Na verloop van tijd was de buikspreker teruggestuurd naar Vimmerby en de anonimiteit, terwijl Alfred Harderberg zich op nieuwe zakelijke projecten had geworpen. Al aan het einde van de jaren zestig was hij door de Belastingdienst als miljonair aangeslagen, maar in het midden van de jaren zeventig kwam zijn grote doorbraak. Door een serie geslaagde speculaties met vastgoed en aandelen, zowel in Zweden als in het buitenland, waren zijn activa enorm toegenomen. Het viel Wallander op dat Alfred Harderberg al in het begin van de jaren zeventig de wereld in begon te trekken. Hij had een tijd in Zimbabwe gezeten, of Rhodesië zoals het land toen nog heette, waar hij samen met een zekere Tiny Rowland een aantal keren met succes in de koper- en goudmijnen had gespeculeerd. Wallander nam aan dat in die tijd de theeplantages in zijn leven waren gekomen.