Eindelijk gaat Tiny een lichtje op en smijt hij het ding kletterend de gang in. Op dat moment komt de geneesheer-directeur van het hospitaal, op de hielen gevolgd door zijn assistent, de hoek om. Dynamiet draait enkele malen om zijn as om te zien waar het gehate geluid nu weer vandaan komt. Hij krimpt ineen en richt zijn bloeddorstige ogen op de Kenau, die ook is verschenen en het apparaat heeft opgepakt.
'Wat is dat voor een ding?' vraagt de geneesheer-directeur nieuwsgierig.
Er is geen tijd voor een antwoord: de wilde kat is hen al aangevlogen. Nog nooit van haar leven is de Kenau zo snel uit de kleren geholpen. De geneesheer-directeur valt hals over kop van de trap en de mensen die bij hem waren vliegen alle kanten uit.
'Laten we maken dat we wegkomen,' roept Porta. 'De grond wordt hier veel te heet onder onze voeten!'
Maar we zijn nog maar een klein eindje de gang door of het apparaat vliegt ons al achterna.
'Nee!' weet Porta nog te schreeuwen. Dan heeft de wilde kat hem te pakken.
Niemand weet hoe we weg weten te komen, maar een van ons moet het apparaat terug hebben geschopt naar de ziekenzaal van Sieg, omdat daar de hel nu pas goed losgebroken lijkt te zijn.
Bebloed, bevend en geschokt strompelen we terug naar de Kübel, waar Wolf ons vol ongeduld zit op te wachten.
'Wat is er verdomme met jullie gebeurd?' vraagt hij met wijd opengesperde ogen. 'Jullie zien eruit alsof je met een complete pantserdivisie in de slag bent geweest!'
'Voor mij nooit meer wilde katten!' kreunt de praktisch onherkenbare Tiny.
'Grote God, wat zien jullie eruit!' zegt Wolf. 'Maar hoe staat het met Dynamiet? Nemen we die niet mee terug naar huis?'
'Vergeet hem maar!' kreunt Porta, druk bezig met pogingen om een afgescheurde mouw van zijn uniform op z'n plaats te krijgen. 'Dat kreng zal het hele hospitaal leegruimen voordat-ie klaar is!' Nog voor we het terrein van het hospitaal afrijden horen we het gerinkel van brekend glas en zien we Sieg door het raam zeilen, gevolgd door twee ziekenbroeders. Al voor ze landen springt de wilde kat er bovenop. Ze worden door een wolk van stuifsneeuw aan het oog onttrokken.
'Heilige moeder van Kazan,' mompelt Porta tussen zijn opgezwollen lippen door, 'hoeveel energie zit er eigenlijk in zo'n dier?'
'Hebben jullie de zaak nou wéér verknald?' vraagt Hofmann wanhopig.
'Hou je maar rustig, het is nog maar pas begonnen!' troost Porta hem.
De volgende dag brengt Hofmann ons het blijde nieuws dat Sieg ongeschikt is verklaard voor iedere vorm van dienst en dat hij als een bevend wrak overgebracht is naar het psychiatrische hospitaal van het Duitse leger te Giessen. Niemand schenkt ook maar enige aandacht aan zijn onsamenhangend gebrabbel over moordaanslagen, rasvervalsingen en wilde katten. Er wordt alleen maar om zijn waanzinnige beschuldigingen gelachen.
'Die komt Giessen nooit meer uit,' grijnst Porta innig tevreden. 'Hij zal voortaan overal wilde katten zien!'
Hofmann grist de rinkelende telefoon van de haak. Het is wachtmeester Sally uit Paderborn.
'Jullie kunnen rustig gaan slapen, jongens,' lacht hij joviaal. 'De papieren van Bierfreund-Müller zijn voor altijd en eeuwig verdwenen. Alleen kost het jullie wel een extra kist whisky,' voegt hij eraan toe. 'Als in de toekomst iemand die halfnaakte jongeheer van hem onder ogen krijgt, kan hij zeggen dat de een of andere verdomde jood het eraf heeft gesneden en daar liegt hij helemaal geen woord van!'
Met een zucht van opluchting legt Hofmann de hoorn op de haak.
'Voor alle zekerheid kunnen we hier beter een poosje verdwijnen,' zegt Hofmann. 'Feitelijk is het de beurt van de vierde compagnie om naar het front te gaan, maar misschien kunnen wij die beurt beter van hen overnemen. Sectie- en pelotonscommandanten binnen het uur bij mij!' beveelt hij, weer op en top de Hauptfeldwebel.
Nog diezelfde avond sluipen we door de frontlinie.
Ik heb nooit gedroomd dat ik nog eens zo'n samenraapsel van slecht uitgeruste troepen zou commanderen als de Fünfte Panzerarmee.
Generaloberst Black in een schrijven
aan Generaloberst Jodl, sept. 1944
Zonder erbij na te denken trek ik mijn rechterhand terug tot boven mijn schouder. De zijkant ervan is stijf, van de pink tot aan de pols.
Dan laat ik de hand naar voren schieten, recht op zijn adamsappel.
Gregor heeft de ander al gedood door hem met kracht tussen schouder en nek te raken. Ik kon het geluid van brekende botten heel duidelijk horen.
Behendig springt Porta opzij om de lange bajonet te vermijden en snel als de bliksem stoot hij zijn vingertoppen met zoveel brute kracht in de keel van de Russische sergeant, dat zijn hoofd achteroverslaat en zijn nek wordt gebroken.
Mijn slag was eveneens volmaakt. Onze Japanse instructeur zou tevreden zijn geweest. Ik heb hem zijn nek gebroken en zijn luchtpijp geperforeerd. De slag was zo krachtig dat mijn hand dwars door de keel heenschoot en pas werd gestuit door de nekwervel die het hoofd met de wervelkolom verbindt. Ik heb alleen één vergissing gemaakt. Ik wierp een blik in het gelaat en zag de verwrongen mond en de bloeddoorlopen ogen.