Home>>read Krijgsraad free online

Krijgsraad(86)

By:Sven Hassel


'Geen schijn van kans,' zegt Porta. 'Hij is door-en-door verrot en zal niet eerder ophouden dan nadat hij ons helemaal kaal heeft geplukt.'

'Toch kan ik een zondagsschoolonderwijzertje van hem maken!' brult Tiny, uiterst zelfverzekerd. 'Luister! Het is een geweldig plan! Als hij binnenkomt bieden we hem een welkomstdronk aan, vanwege de goeie ouwe tijd. Dan zorgen we ervoor dat hij zich prettig begint te voelen. Zonder twijfel heeft hij dringend behoefte aan een pedicure. Ik trek mijn gevechtsmes en amputeer de kleine teen van zijn linkervoet, om hem wat meer ruimte te verschaffen in die nauwe officierslaarzen van hem. Als-ie dan nog niet verstandig wordt leggen we hem uit dat beide partijen hun tijd verknoeien met praten en evengoed naar huis kunnen gaan. Als hij op weg is naar de deur valt ons op dat de arme stakker loopt te hinken, omdat hij aan beide voeten niet meer hetzelfde aantal tenen heeft. En wat doen ouwe vrienden niet om de arme luis te helpen?' vraagt Tiny rondkijkend, barstend van trots.

'Hem met een stuk ijzer een klap in z'n nek geven,' oppert Porta ruimhartig.

'Nee, nee, geen geweld!' verwerpt Tiny zijn suggestie. 'Dat soort dingen laten we aan nazi's en communisten over. Wij zijn menselijk. Wij schieten iemand niet neer omdat-ie loopt te strompelen. Nee, we trekken hem zijn rechterlaars uit en helpen 'm van zijn rechter kleine teentje af. Dan passen zijn laarzen hem beter en krijgt-ie geen likdoorns!'

'Ik denk niet dat hij dat prettig zal vinden,' zegt Barcelona, bezorgd naar zijn eigen voeten starend.

'Daar vraagt niemand naar,' zegt Tiny beminnelijk. 'Maar ik verwacht dat hij daarna nog wel een poosje zal willen blijven om de zaak door te praten. In ieder geval zal hij op de gedachte komen dat hij nog altijd acht tenen en tien vingers over heeft – en dat hij bovendien nog twee geweldige flaporen en een reusachtige, oerlelijke kokkerd van een neus midden op zijn smoel heeft staan, waarvan wij hem stuk voor stuk kunnen afhelpen.'

'Vergeet niet dat hij ook nog een jongeheer heeft,' giert Porta. 'Die kunnen we eraf snijden en in zijn smoel stoppen, zodat hij nog gaat denken dat hij op een nichtenfeestje verzeild is geraakt!'

'Het deugt niet,' zegt Barcelona somber. 'Als we die schoft niet kunnen betalen om zijn bek te houden blijft ons nog maar één ding over: de rat eenvoudig liquideren! Dat zou in deze hele verdomde oorlog de eerste verstandige executie zijn!'

'Zo denk ik er ook over,' zegt Hofmann.

We komen overeen om dadelijk aan het werk te gaan.

Inspecteur Sieg voelt zich niet al te lekker als hij zijn kantoor verlaat. Hij vertrekt erg vroeg. Hij wordt tegelijkertijd koud en heet, zodat het zweet hem aan alle kanten uitbreekt, als hij hoort dat er in de loop van de nacht tien kilo TNT uit een munitiedepot in de buurt is gestolen. Voor zover hij Porta kent kan alleen hij het zijn die het gestolen heeft om een definitieve liquidatie uit te voeren.

Al zijn zintuigen maken overuren als hij voortloopt, terwijl hij voortdurend dicht tegen de muur blijft wandelen en voortdurend dekking zoekt achter andere mensen. Telkens als hij een amfibievoertuig ontdekt blijft hij in doodsangst stilstaan. Plotseling beseft hij dat afpersing een uiterst riskante aangelegenheid is.

Hij maakt een geweldige schrikbeweging als er plotseling een vrachtwagen midden op de weg remt en zoekt meteen dekking achter een brede kinderwagen met een jammerende tweeling erin. Met een hand op de kolf van zijn pistool sluipt hij verder. Voor het huis waarin hij is ingekwartierd blijft hij een hele tijd staan kijken. Hij gaat pas naar binnen als hij zich ervan heeft overtuigd dat er binnen niemand voor hem in hinderlaag ligt.

Hij verkleedt zich in burgerkleren en feliciteert zichzelf dat hij zo'n werkelijk schrander idee heeft gekregen. Die stommelingen zullen op zoek zijn naar een man in een uniform met een gifgroene kleur. Ze zullen voor burgers evenveel belangstelling hebben als een weldoorvoede hond voor een bos wortelen.

Halverwege de Hollantistraat meent hij opnieuw een glimp van Porta en Tiny op te vangen en trekt hij zijn pistool uit zijn zak. Tot zijn geweldige opluchting blijken het twee doodgewone infanteristen te zijn, die drie vrouwelijke Finse soldaten proberen te versieren. Hij heeft allang ingezien dat hij niet de normale dienst-procedure kan volgen en de zaak in handen geven van een collega. Als hij dat doet zal hij zelf achter de tralies verdwijnen.

'Die duivel!' vloekt hij, met verlangen eraan denkend hoe aangenaam het zou zijn een burgerleventje van sleur en eentonigheid te leven, netjes de huur en de belasting te betalen en iedere avond om tien uur naar bed te gaan – met een echtgenote die krullen heeft gezet voor de nacht.

Terwijl deze melancholieke gedachten hem door het hoofd gaan sluipt hij de Hurme's Bar binnen voor een kop koffie en een groot glas cognac. Die zullen hem goed doen, denkt hij. Als hij op dit moment ergens behoefte aan heeft is het wel helder kunnen denken.