'Ik heb wel ergere gezien,' grijnst Wolf trots. 'Hier, kijk maar, daar staat dat ik een uitstekend organisator ben.'
'De duivel hale deze compagnie van dieven, zwendelaars en verstokte criminelen!' schreeuwt Hofmann woest, razendsnel een stapeltje dossiers doorbladerend. 'Hier is dat dossier van die verrekte jood,' brult hij, het dossier op het bureau smijtend. 'Ik zal hem zijn besneden Joodse lul om zijn nek wikkelen en hem duidelijk maken dat je nog geen Duitser wordt door je jodennaam in Müller te veranderen! Ik ben altijd al tegen dat verdomde vervalsersgedoe geweest! Ik waarschuw jullie! De verdomde poppen zijn nu aan het dansen!'
'Zo zo, dus daar is al die drukte om,' grijnst Wolf breeduit. 'Vergeet niet dat, als wij degenen zijn geweest die die papieren hebben veranderd, jij degene was die zijn hanepoot-handtekening onder de hele verdomde zwendel hebt gezet!' Spottend zwaait hij het dossier boven zijn hoofd rond.
'Kijk, daar staat het. Bovengenoemde correcties geverifieerd, Hofmann, Hauptfeldwebel der vijfde stafcompagnie. Die handtekening is onmiskenbaar; een prachtig en duidelijk handschrift.' Hofmann lijkt opeens veel minder ruimte in zijn Amerikaanse bureaustoel in te nemen. Het lijkt alsof hij langzaam ineenschrompelt.
'Het is vervalsing van officiële documenten,' zegt hij nauwelijks hoorbaar. 'We hebben die jood Bierfreund veranderd in een Müller, een raszuivere Germaan! Grote God, dat is ernstig. Jullie hadden evengoed SS-Heini, onze grote vriend Himmler, in een jood kunnen veranderen! Als dit ooit uitkomt...'
'Wie beweert dat het uit zal komen?' vraagt Wolf. 'Je denkt er toch niet over om het in die papieren bij te schrijven, wel?'
'Er is geen enkele vervalsing gepleegd zolang niemand het heeft bewezen, bijvoorbeeld, door het stomweg te bekennen,' verklaart Porta luchthartig. 'Maar wie zou er nou stom genoeg zijn om zoiets te bekennen? Bierfreund, onze joodse Duitser alias Müller, zal zijn bek wel houden. Laten we dit zaakje eens goed onder de loep nemen!'
'Ja, laten we erover nadenken, in Christus' naam, laten we erover nadenken!' brult Hofmann, die nieuwe hoop in zich voelt ontwaken. 'Wat zeg jij ervan, Wolf? Jij kunt zwart als je dat wilt wit laten lijken!'
'Ik weet helemaal van niks,' zegt Wolf ijzig. 'Ik heb er zelfs nog nooit van gehoord!'
'Ik ook niet,' zegt Porta, opgewekt glimlachend.
'Wat bedoelen jullie daarmee?' vraagt Hofmann twijfelend. Hij heeft het gevoel dat hij op uiterst dun ijs loopt en bijzonder voorzichtig moet manoeuvreren.
'Dat is toch niet zo moeilijk?' zegt Wolf met een sluwe blik in zijn waterige, groene oogjes. 'Jij bent degene die een jood in een Duitser heeft veranderd, met één pennestreek. En bovendien heb je hem nog voorgedragen voor promotie tot Feldwebel! Jezus, een joodse Feldwebel in het Grootduitse leger! Dat is nog eens wat! Die jongens in de Prinz Albrecht Strasse zullen zo snel in actie komen als ze het horen, dat je haast zult gaan denken dat iemand hun een raket in hun reet heeft gestoken!'
'Wie gaat het ze dan vertellen?' vraagt Hofmann met angst in zijn stem.
'Die knaap die jou vanuit Paderborn heeft opgebeld,' glimlacht Wolf sarcastisch.
'Die kan zélf de Gestapo niet uitstaan! Hij háát dat tuig,' zegt Hofmann overtuigd.
'Je gaat me toch niet vertellen dat hij zo dol is op joden, wel?' vraagt Wolf gemeen grijnzend. 'Vooral niet op een jood die op vervalste papieren gepromoveerd gaat worden tot Feldwebel!'
'Ik hou zelf ook niet van joden,' bekent Hofmann. 'Dus waarom zou ik er verdomme eentje helpen om te veranderen in een Duitser?'
'Omdat-ie zo goed met cijfertjes overweg kan,' antwoordt Wolf spottend. 'Als jij hem niet hier had gehad zou je allang wegens zwendel door de krijgsraad veroordeeld zijn. Het is geen geheim dat jij nog niet tot twaalf kunt tellen, zonder je laarzen uit te trekken! Een jood die rekenen kan is voor jou hemels manna!'
'Die papieren in Paderborn zullen moeten verdwijnen,' verklaart Porta, terwijl hij een Handboek voor de Soldaat in tweeën scheurt.
'Hoe dan?' vraagt Hofmann, die een strohalm ziet die hij vast kan grijpen.
'Op deze manier,' zegt Porta, een veelbetekenend gebaar met duim en wijsvinger makend, het internationale teken voor geld dat in andere handen overgaat.
'Scheisse, Porta! Eerste luitenant von Weisshagen is niet om te kopen!'
'Die hebben we er niet voor nodig,' wuift Porta zijn bezwaar weg. 'Dat is alleen maar een eerste luitenant. Wij zitten hier met een namaak-Duitser – en ik weet dat er in Paderborn nog veel meer van dat slag rondlopen. Als die jongens hun sikkelvormige neuzen bij mekaar steken zullen ze als een stoomwals over dat arme Duitse eerste luitenantje heen walsen!'
Hofmann gaapt Porta bewonderend aan.
'Jij zou een beste onderofficier zijn, Obergefreiter Porta. Wat zou je denken van een aanvraag voor een verlofje van vierentwintig uur?'
'Herr Hauptfeldwebel, ik wilde maar dat ik daar tijd voor had. Maar ik word in Berlijn verwacht!'