Home>>read Krijgsraad free online

Krijgsraad(76)

By:Sven Hassel


'Paderborn, Wehrkreiskommando,' fluistert hij geheimzinnig. 'Hauptfeldwebel Hofmann, vijfde compagnie!' brult Hofmann zelfverzekerd. 'Jawohl, Herr Oberleutnant!' jankt hij op gedienstige toon, uit zijn Amerikaanse bureaustoel opspringend, terwijl hij beurtelings rood en bleek wordt. 'Dat moet wel een vergissing zijn,' zegt hij zwakjes. 'Unteroffizier Bierfreund is allang dood. Gevallen voor Führer en vaderland. Half joods? Onmogelijk, Herr Oberleutnant. Er kan geen fout zijn gemaakt. Die schoft was zo dood als een jood na een uitstapje in de gaskamer! Neemt u mij niet kwalijk, Herr Oberleutnant! Jawohl! Ik zal op mijn woorden passen, Herr Oberleutnant!' Hofmann zou hebben gekwispeld, als hij een staart had gehad. 'Nein, Herr Oberleutnant! Unteroffizier Müller is springlevend. Hij dient hier in onze compagnie. Belast met de boekhouding, Herr Oberleutnant! Een uitstekende vent, kortgeleden aanbevolen voor promotie tot Feldwebel. Maar natuurlijk, Herr Oberleutnant. Ik zal dadelijk een foto sturen. Ik zal hem vanuit iedere mogelijke hoek laten fotograferen, Herr Oberleutnant. Ik zal er persoonlijk voor zorgen, Herr Oberleutnant.' Hij blijft enkele ogenblikken onthutst staan luisteren en verplaatst onrustig zijn gewicht van het ene op het andere been. Hij besluit het gesprek met: 'Jawohl, Herr Oberleutnant, we zullen hier zeer nauwkeurig nagaan of de mogelijkheid tot zo'n monsterachtige misdaad zich heeft voorgedaan.'

Hij legt de hoorn zo voorzichtig op de haak dat het lijkt alsof het ding van glas is gemaakt. Dan blijft hij er niet-begrijpend naar staren, alsof hij zijn oren niet kan geloven. Met een berustende beweging laat hij zich terugvallen in de Amerikaanse stoel, die onder zijn zware gewicht begint te wankelen zodat hij op de grond valt. 'Verdammte Scheisse van een Amerikaanse rotzooi!' Hij vervloekt de stoel hartgrondig en wrijft zijn pijnlijke achterste. Koortsachtig rommelt hij in de papieren op zijn bureau. 'Ga Porta en Wolf voor me halen!' brult hij mij toe. 'Snel! Maak verdomme dat je wegkomt, kerel! De hel zal losbreken! Als we er niet vlug bij zijn, zo vlug als de hel, zijn we nog voor het eind van deze week onderweg naar Torgau!'

Ik ga er op een drafje vandoor om zijn opdracht uit te voeren. Ik ontdek Wolf in een voorraadmagazijn, waar hij verwoed op een telmachine zit te rammen.

'Smeer 'm!' brult hij als ik de deur opendoe. De wolfshonden staan op en laten hun tanden zien.

'Het is belangrijk!' roep ik, zenuwachtig achteruit lopend naar de deur, gevolgd door de hongerige blik van de twee reusachtige honden.

'Belangrijk? Voor wie dan wel?' vraagt Wolf zonder van zijn telmachine op te kijken. 'In ieder geval niet voor mij, ik ben druk bezig.'

'Er is gebeld vanuit Paderborn. Ze hebben het een of ander ontdekt dat verband houdt met Bierfreund en Müller!'

'Dat zijn mijn zaken niet,' zegt Wolf gedecideerd. 'Doe Hofmann maar de hartelijke groeten en zeg hem dat hij hier moet komen als hij iets van mij wil! Een chef-mecanicien vliegt niet voor zo'n stront-Hauptfeldwebel.'

Porta zit met drie vrouwelijke soldaten in de sauna.

'Paderborn?' grijnst hij zorgeloos. 'Wehrkreiskommando? M'n rug op! Ik heb zelfs nog nooit gehoord van iemand die Bierfreund heet! Alle joden die ik ken zijn ofwel op reis, óf staan in de rij voor de gaskamer, in een of ander concentratiekamp. Müller heb ik jaren gekend. Een oerdegelijke Duitser, zoals er maar weinig rondlopen. Die had een stamboom die terugging tot de tijd waarin ze zich zondags altijd vermaakten met het inslaan van schedels met behulp van een flinke knots!'

'Komen ze?' vraagt Hofmann kortaf, als ik terugkom.

'Nein, Herr Hauptfeldwebel, ze laten zeggen dat ze niet komen!' Hij staart me verbijsterd aan en zijn gezicht krijgt het uiterlijk van iemand die zojuist is neergeschoten.

'Wou jij me soms vertellen dat die schurken vierkant weigeren hier te komen? Maak dat je wegkomt, kerel!' brult hij met een stem die kan wedijveren met het geblaf van een van Wolfs gigantische honden. 'Ik ruk je je darmen uit je lijf als je niet met die twee hoerezonen terugkomt!'

Porta komt me tegemoet met grote, weloverwogen stappen.

'Waar verstopt hij zich, die knaap die mij wil spreken?' vraagt hij op geaffecteerde toon, terwijl hij zijn gele hoed rechtzet.

Zwijgend wijs ik naar de gesloten deur van het compagniesbureau. Zonder acht te slaan op het bordje KLOPPEN EN WACHTEN davert hij naar binnen en stapt even geruisloos het kantoor binnen als een T-34 in een blikfabriek. Hij klakt zijn hakken tegen elkaar en brult uit alle macht:

'Herr Hauptfeldwebel, Obergefreiter Porta van de vijfde compagnie, sectie twee, groep een, meldt zich als opgedragen!'

'Schei uit met de stomme idioot uithangen!' sist Hofmann. 'En brul toch niet zo hard! Als er hier iemand brult ben ik dat!' Hij leunt achterover in zijn Amerikaanse bureaustoel. Door het raam ziet hij chef-mecanicien Wolf aankomen over het modderige exercitieterrein, die van de ene droge plek naar de andere springt om zijn met de hand vervaardigde officierslaarzen van 550 mark niet vuil te maken. 'O God,' bidt hij zachtjes, 'laat hem toch met zijn reet midden in die modder vallen!'