Home>>read Krijgsraad free online

Krijgsraad(60)

By:Sven Hassel


'Doe dan toch verdomme iets!' brult Barcelona uitzinnig.

De majoor staart hem verward aan. Hij is lijkbleek. Dan vermant hij zich, trekt het blauwzwarte Walther-pistool uit zijn holster, rent naar de executiepaal en drukt de loop tegen de nek van de zwaargewonde generaal. Er valt geen schot, we horen alleen een klik.

De majoor wankelt achteruit, starend naar het pistool. Er is een vreemde glinstering in zijn ogen verschenen. Dit is te veel om te kunnen verdragen, zelfs voor een door de wol geverfde SA-officier.

Plotseling recht de Ouwe zijn rug.

'Wapen richten!' brult hij als een waanzinnige.

Het half-verdoofde peloton richt.

De executiepaal is in de duisternis slechts vaag te onderscheiden.

Niemand heeft de inval de schijnwerpers aan te zetten. De Ouwe staat met zijn rug naar de paal en staart naar het peloton.

'Vuur!' schreeuwt hij met doordringende stem.

De wapens knallen, maar onregelmatig.

Dan valt de majoor luid gillend op de grond.

Onder de ooggetuigen heerst wilde paniek. Een groep stafofficieren komt aansnellen, aangevoerd door twee generaals.

'Wapens leegmaken, veiligheidspal omleggen, geweer aan de voeten!' commandeert de Ouwe met getrainde Feldwebel-precisie.

De generaals komen vlak voor het executiepeloton tot stilstand. Verward kijken ze eerst naar ons en dan naar de geëxecuteerde generaal, die met aan flarden geschoten borstkas in de touwen hangt. Vervolgens staren ze naar de majoor, die in een grote plas bloed naast de paal ineen is gezakt. Zijn gezicht is verbrijzeld en een groot deel van zijn hals is weggeschoten.

De Ouwe klakt zijn hielen tegen elkaar en brengt zijn rechterhand naar de rand van zijn helm.

'Herr General, bevel uitgevoerd!'

'Dank je, dank je,' piept de generaal der infanterie verward. Hij weet nog steeds niet precies wat er zich heeft afgespeeld.

De andere generaal werpt opnieuw een blik op de dode majoor. 'Het was helemaal zijn eigen fout,' brult hij verdedigend. 'De voorschriften verbieden rondlopen voor een vuurpeloton! Dit moet als een betreurenswaardig ongeluk worden beschouwd!'

'Hoe staat het met de genadeschoten?' vraagt de legerarts.

Plotseling heeft een eerste luitenant een pistool in zijn hand. Met ferme stappen gaat hij van paal tot paal. Telkens als hij stilstaat horen we een nijdige explosie. De generaal komt als laatste aan de beurt.

Bij de majoor blijft de luitenant een ogenblik op hem neerkijken, alvorens zijn pistool weer in zijn holster te steken.

Er arriveren twee hospikken met papieren zakken onder de arm. Moeizaam wringen ze de lijken in de zakken.

'Kun je ons niet even komen helpen?' roepen ze geërgerd naar Porta en Tiny, die met twee pioniers bij de vrachtwagen staan te praten.

'Dat is ons werk niet,' weigert Porta scherp. 'We zijn geen vuilnismannen!'

'Stelletje klootzakken!' schreeuwen de hospikken hem eenparig toe.

'Wou je je geluk even proberen?' vraagt Porta, die het spel kaarten voor de ogen van de pioniers coupeert.

De een legt vijf mark neer, de tweede twee mark.

'Wat moet dat verdomme voorstellen?' roept Porta verachtelijk. 'Dachten jullie soms dat dit een naaikransje is, of zoiets? Geen inzetten onder de ton hier!'

'Jij moet stapelgek zijn,' antwoordt een van de pioniers, maar terwijl hij dat zegt legt hij toch een briefje van honderd mark neer. Porta draait de bovenste kaart om.

'Zie je nou wel?' grijnst hij, nu de pionier gewonnen heeft, 'geen fluit aan, wel?' Hij schuift de soldaat tweehonderd mark toe.

Als ze vier maal achtereen gewonnen hebben, stelt Porta voor dat ze alles of niets spelen. 'Vijfhonderd tegen één, bied ik,' zegt hij met een gemene grijns.

Maar de pioniers durven het niet aan. Ze zetten vierhonderd mark in en winnen opnieuw.

'Jammer dat je dat niet wist, hè?' zegt Tiny sluw, met een biljet van honderd mark zwaaiend.

'Daar heb je verdomme nog gelijk in óók!' zegt een van de twee teleurgesteld. Nu zet hij alles in wat hij heeft. Veel meer dan hij al heeft gewonnen.

'Jij toch zeker ook, niet?' vraagt Tiny, de ander een duw gevend. Deze knikt somber en maakt zijn zakken leeg.

'Hoe staat het met jou?' vraagt hij, Tiny aankijkend.

'Ik heb zo'n vreemd voorgevoel,' zegt Tiny. Hij legt slechts honderd mark neer.

Porta draait de bovenste kaart om. Schoppenaas.

De pioniers hebben respectievelijk een tien en een vijf, Tiny heeft een koning.

'Zo gaat het nou eenmaal,' zucht Porta, die het geld naar zich toe harkt. 'Waarom wagen jullie je kans niet een rondje eerder? Dan waren jullie nu rijk geweest. Nou, tot kijk dan maar weer!' zegt hij en loopt meteen weg naar de andere vrachtwagen, waarin het peloton is gaan schuilen.

De hospikken gooien het laatste lijk in de arrestantenwagen. De deuren worden dichtgesmeten en even later zijn de voertuigen over de heuvel verdwenen.

Zodra we terugkomen in de kazerne krijgen we schnapps en een extra portie eten uitgereikt.

Chef-mecanicien Wolf komt naar ons toe. Met zijn gebruikelijke air van de 'big-boss' steekt hij een reusachtige sigaar op en blaast ons de rook in het gezicht.