'Ze hadden er alleen nog een beetje knoflook in moeten wrijven,' zegt Porta. Hij neemt een grote hap.
'Ik zal blij zijn als deze oorlog voorbij is,' zegt Heide. 'Dan kunnen we tenminste weer eens behoorlijk op manoeuvre.'
'Jij moet stront hebben waar je hersens behoren te zitten,' roept Porta hoofdschuddend uit. 'Zodra de oorlog afgelopen is willen jullie schoften weer op manoeuvre – en voor we het weten zijn jullie alweer een nieuwe oorlog begonnen om te zien of je wel de juiste manoeuvre hebt uitgevoerd!'
'Er komt geen oorlog meer,' zegt Heide gedecideerd. 'Onze wereldoorlog zal de laatste zijn!'
'Waar hebben we voor de donder dan nog een leger en manoeuvres voor nodig?' vraagt de Ouwe verbaasd.
'Omdat het leger een even natuurlijke noodzaak is als gevangenissen en politie,' zegt Heide met een luchtig gebaar.
'Daar zit wat in,' valt Gregor hem bij, peinzend over zijn kin strijkend. 'Een land zonder leger is hetzelfde als een vent zonder ballen!'
'Hier, wil je ook wat?' zegt de Ouwe tegen de bode van de krijgsraad, die bij ons komt zitten.
'Nee, dank u, ik heb geen trek,' zegt de bode, een al wat oudere man.
'Tu m'emmerdes,' zegt de Legionair met een kort lachje, 'die knaap is bang om mensen te zien doodschieten!'
'Het is dan ook geen prettig gezicht,' bekent de Ouwe zachtjes.
'Iedereen die zich zo druk maakt over de doodstraf zouden ze eens moeten dwingen erbij te zijn wanneer er een mens wordt koud gemaakt,' zegt Gregor, op zijn handen blazend, die vuurrood zijn van de kou.
'In Madrid maakten we niet zoveel omslag,' vertelt Barcelona. 'We zetten ze gewoon in een rij tegen de muur en gebruikten de mitrailleur. Altijd van links naar rechts. Net een maaimachine door een korenveld. Erna spoten ze het bloed met de brandslang weg, zodat alles weer schoon was voor de volgende groep. Met getuigen en al dat gedoe hielden we ons nooit op. Sommigen werden niet eens berecht!'
'Laten we een beker krankzinnigenmelk drinken om onze onbeheerste angst te verdrijven,' zegt Porta hoogdravend en met een klein lachje. Hij begint onze mokken vol te schenken.
'Hebben jullie schnapps?' vraagt de krijgsraadbode verrast.
'Ik kan wel horen dat dit jouw eerste uitstapje is,' lacht Barcelona. 'Bij dit soort feestjes is er altijd vuurwater!'
Porta steekt zijn mess-tin vooruit voor een nieuwe portie. Zijn maag lijkt zichtbaar uit te zetten. Hij neemt een groot brok varkensvlees, kauwt verwoed en spoelt het weg met bier en schnapps.
'Goeie genade, wat kan jij eten,' zegt de Ouwe verwonderd. 'Waar laat je het in hemelsnaam?'
Porta likt zijn lepel schoon en steekt die diep in de schacht van zijn laars, zodat hij hem vlug kan pakken als hij opnieuw honger mocht krijgen. Hij laat zich achterover op de hei vallen en gebruikt zijn helm als hoofdkussen.
'Geef dat vlees eens door,' beveelt Tiny. 'Zodra ik het zie krijg ik weer hongerkrampen,' zucht hij. 'Dat heb ik altijd gehad.' Hij licht zijn achterwerk op en laat een daverende wind die schallend verwaait naar de hut, waar de ooggetuigen staan te blauwbekken.
'Heb jij ooit weleens zoveel gegeten dat je genoeg had?' vraagt de Ouwe met een toegeeflijk glimlachje.
'Nee, nooit werkelijk,' geeft Porta toe zonder dat hij over zijn antwoord behoeft na te denken. 'Er was altijd wel ruimte voor nog wat meer. Bij de oude heer Porta in de Bornholmerstrasse zaten er altijd twee enorme hangsloten op de provisiekast, om te voorkomen dat zijn lievelingszoontje hem helemaal plunderde. Door mijn eetlust kreeg ik ook eens moeilijkheden bij de kruidenier bij wie ik werkte. Hij kwam erachter dat ik altijd van zijn lekkernijen proefde.' Porta trekt zijn piccolo uit zijn laars. Tiny's diepe bas valt in:
Sie ging von Hamburg nach Bremen
bis dass der Zug aus Flensburg kam.
Holahi-holaho-holahi-holaho!
Sie wollte sich das Leben nehmen
und legte sich auf die Schienen dann.
Holahi-holaho-holahi-holaho.
Jedoch der Schaffner hat's gesehen;
er bremmste mit gewaltig 'r Hand.
Holahi-holaho-holahi-holaho.
Allein, der Zug der blieb nicht stehen;
ein junges Haupt rollt in den Sand...
De staf-kapelaan komt razend naar ons toe.
'Ik verbied jullie dat smerige lied te zingen,' gilt hij met een stem die verschillende keren overslaat. 'Kun je hier geen orde handhaven, Feldwebel?'
'Jazeker,' zegt de Ouwe, die rustig op de hei blijft zitten.
'Zulke ongehoorde vuiligheid,' sputtert de kapelaan. 'Jullie gedragen je als straatjongens!'
'Dat zijn we ook,' grijnst Porta onbeschaamd. 'Bornholmerstrasse! In Moabitt.'
'Heyn Hoyer Strasse, Sankt Pauli,' echoot Tiny brutaal.
'Vriendelijk verzoek aan de pater,' glimlacht Porta. Hij slaat in lighouding de hakken tegen elkaar. 'Of hij ons wil vertellen of hij wel eens in "Der Gebogene Hund" op de Gendarmenmarkt is geweest? De mooiste verzameling lekkere stukken in heel Berlijn!'
'Onbeschaamde kerel,' zegt de kapelaan vol afschuw en trekt zich terug naar de overige ooggetuigen bij de hut.