'Zodra we terug zijn kun je je weer wassen,' grijnst Porta. 'Ze kunnen je beter met stront raken dan met granaatscherven! Kijk eens even of er aan de zijkant van die rotmijnen een rooie knop zit!'
'Ja, er zit een rooie lip,' verklaart Tiny, 'en een flinke ook. De hele geschiedenis van de Russische revolutie is erop geschreven.'
'Wat staat er?' vraagt Porta.
'Tot nu toe wordt me nog geen geld betaald om als Russische tolk dienst te doen,' zegt Tiny brutaal.
'Nou, laten we deze maar langzaam aanpakken om te zien wat er gebeurt,' zegt Porta. 'Druk de rooie lip naar binnen en blijf tegelijkertijd die hefboom vasthouden. Als de hefboom beweegt knalt-ie!'
'Heel interessant,' bauwt Tiny luid, zodat zijn stemgeluid aan alle kanten wordt weerkaatst.
'Zo gek als een krolse kater,' kreunt Gregor berustend, nog dieper wegkruipend in de sneeuw.
'Je hoeft geen dekking te zoeken, troost Porta hem. 'Hier beneden zijn we betrekkelijk veilig. Mijnen exploderen altijd naar omhoog!'
'En Tiny dan?' vraag ik naïef.
'Hij zal voor het Groot-Duitse Rijk gestorven zijn en zijn naam zal worden ingekerfd in het heldenmonument voor de barakken,' zegt Porta fatalistisch.
'Ik heb die lip naar binnen gedrukt,' roept Tiny onbezorgd. 'Wat nu?'
'Buig 'm naar binnen, maar langzaam! Als hij begint te sissen spring je omlaag naar ons toe, maar maak dat je weg komt als je niet levensmoe bent!'
'Zo dood als een pier,' antwoordt Tiny. 'Maar ik heb zo'n idee dat het ding alleen maar bewusteloos is!'
'Maak nu het deksel open,' legt Porta hem uit. 'Steek je hand in de opening en zoek op de tast naar een klein vierkant gevalletje. Trek dat naar beneden.'
'Hebbes,' zegt Tiny op een tevreden toontje, de mijn over de rand smijtend. 'De rest werk ik even snel af als een geile Turk een stelletje harempoezen!'
'Voorzichtig,' waarschuwt Porta. 'Wees voorzichtig en zorg dat je die hefbomen stilhoudt! Als je er een loslaat is dat meteen je laatste mijn geweest.'
'Wacht nu maar even, voor je in je broek begint te schijten,' pocht Tiny zelfverzekerd. 'Tot nu toe heb ik er nog nooit een verknald. Jullie kunnen nu wel weer boven komen!'
'Kijk nu verder uit waar je knipt,' zegt Porta. 'Er kan wel een ontstekingssnoer rond dat prikkeldraad zijn gedraaid; en als je dat doorknipt worden onze ballen eraf geblazen!'
De gedemonteerde ontstekingen leggen we onder de grote stalen mijncilinders. Volgens Porta kunnen ze daar niet veel schade aanrichten.
Langzaam banen we ons een weg door het prikkeldraad tot bij de grote draagbalken van de brug, ervoor wakend geen enkele mijn aan te raken.
Ondanks de snerpende koude van de poolcirkel zweet ik van angst. Ik ben minstens even bang voor de mijnen als Gregor. Gedurende de vele uren die we zwoegend onder de brug hebben doorgebracht zijn er talloze treinen over ons heengegaan. Telkens houden we onze grondzeiltjes boven onze hoofden, om niet dezelfde ervaring op te doen als Tiny.
Als we eindelijk klaar zijn met het prikkeldraad begint het zware deel van het karwei, het naar boven halen van de explosieven. Ik krijg het slechtste baantje toebedeeld: de Lewis-bommen vanaf de sleden naar de voet van de verschillende brugpijlers zeulen. Na een paar uur slepen ben ik zo uitgeput, dat ik me in de sneeuw laat vallen en weiger door te werken alvorens ik even heb kunnen rusten. Mijn rug en mijn armen doen zoveel pijn dat ik het bij de minste of geringste beweging wel uit kan schreeuwen.
Verbitterd maken Porta en Tiny ruzie over de vraag wie van hen beiden de bommen moet plaatsen.
'Als we allebei steeds een pijler nemen zal het vlugger gaan,' zegt Tiny, die er verschrikkelijk happig op is met de Lewis-bommen aan de gang te gaan.
'Jij doet wat ik je zeg, jij wandelend schijthuis!' brult Porta, hem een steeksleutel naar z'n hoofd gooiend.
'Jij bent niet meer dan ik!' raast Tiny. 'Een korporaal is een korporaal en geen god of duivel kan een korporaal zeggen wat hij doen of laten moet. Waar zouden we terechtkomen, vraag ik je, als de ene korporaal opstond om de andere korporaal orders te gaan geven?'
'Ik heb op de opleiding voor munitie en explosieven in Bamberg gezeten,' kraait Porta, 'terwijl jij op de koksopleiding rondscharrelde en leerde hoe je zuurkool moest verpesten! Zelfs jij zou je toch bij het feit moeten kunnen neerleggen dat ik op deze klus de leiding heb!'
'Ik mag blind worden,' antwoordt Tiny wraaklustig. Alsof ik niet in Bamberg heb gezeten! Ze hebben me er zelfs een medaille voor betoonde ijver verleend, ijver die het leven had gekost aan twee instructeurs!'
Na flink wat geruzie en geargumenteer komen ze overeen dat ze het werk onder elkaar zullen verdelen. Tiny ontdekt een slimme manier om de bommen zodanig aan de pijlers te bevestigen dat ze niet omlaag glijden. Maar het allerbelangrijkste moet nog gebeuren – de bommen op de juiste manier verbinden met de ontsteking. Het is al diep in de nacht voor we eindelijk een helft van de brug klaar hebben. Op dat moment eist Porta zijn eten.