Home>>read Krijgsraad free online

Krijgsraad(43)

By:Sven Hassel


Zijn beide Chinese lijfwachten zitten op krukken achter de stoel van hun meester. Iedereen die de kantine betreedt wordt door hen opgenomen als een mogelijke vijand, die zo spoedig mogelijk onschadelijk moet worden gemaakt.

Om de tafel verdringen zich een groot aantal ja-knikkers, Wolfs tijdelijke boodschappenjongens die slechts zolang in het garnizoen mogen blijven als het de big boss uitkomt. Ze staren vol bewondering naar hem op.

Porta blijft staan en slaat in gespeelde verbazing tegen zijn voorhoofd.

'Wat, lééf je nog, jij stinkende zeiklatrine?' schreeuwt hij lachend. 'Heeft iemand jou wel eens verteld dat je eruitziet als een gedeukte kont? Laat toch eens wat frisse lucht in deze stal binnen, het stinkt hier als een riool!'

'Neem jij dat?' vraagt een van zijn handlangers, zich kruiperig overbuigend naar Wolf, die op zijn stoel zit te schommelen in navolging van de grote gangsters die hij in Amerikaanse films heeft gezien. Hij kijkt Porta taxerend aan en voelt zich niet in het minst beledigd. Dat is een luxe die geld kan kosten, het enige ter wereld waarop Wolf verzot is en waarvoor hij respect heeft. Hij is op de allereerste plaats zakenman. Je kunt hem recht tussen de ogen spugen, zolang je maar bereid bent voor dat privilege te betalen. Tiny grijpt de handlanger bij zijn tuniek en tilt hem op alsof hij een konijn is dat bestemd is voor de slacht.

'Wel verdomme!' brult de handlanger bang, schoppend met zijn benen.

'Bek dicht, luis,' gromt Tiny. Hij verkeert in de stemming om dingen kort en klein te slaan, mensen in elkaar te trappen, het een of ander te vernielen. Kortom, hij is bezeten van de normale, gezonde impuls om iets te doen waar andere mensen notitie van zullen nemen.

Chef-mecanicien Wolf lacht tevreden bij het vooruitzicht dat zijn miserabele dag wat zal worden opgevrolijkt. Zijn satellieten lachen luidruchtig met hem mee. Ze durven eenvoudig niet anders. 'Hoe durf jij de hand te slaan aan een onderofficier!' brult de handlanger, proberend Tiny in het gezicht te schoppen.

'Onderofficier!' grijnst Tiny verachtelijk en laat hem door de lucht zwaaien als de wiek van een molen. 'Je bent niets meer dan een stompzinnige geweerslaaf!'

'Maak hem af,' oppert Porta filantropisch, een reusachtige bierpul in één luidruchtige teug leegdrinkend. Hij boert luid en tevreden en bestelt een nieuwe pul.

Opperwachtmeester-kok Weiss komt binnensnellen. Hij heeft een P-38 in de aanslag.

'Laat die man los!' brult hij, het pistool op Tiny richtend. 'Denk maar niet dat je nog steeds tussen die zeik-Eskimo's rondloopt en kunt doen wat je wil! Hier heerst discipline en speciaal in mijn keuken. Laat die man los! Dat is een bevel!'

'Welke man?' vraagt Tiny, terwijl hij de tierende handlanger hoog boven zijn hoofd tilt.

'De man die jij in je klauwen houdt, schoft!' brult de opperwachtmeester, nu helemaal zijn zelfbeheersing verliezend.

'Dat is geen man, dat is een stompzinnige geweerslaaf,' antwoordt Tiny. Opnieuw laat hij de wapenmeester door de lucht zwaaien.

'Laat hem los!' gilt opperwachtmeester Weiss, met zijn pistool in onze richting zwaaiend alsof hij kippen wil opjagen.

'Nou, vooruit dan maar,' zucht Tiny en smijt de wapenmeester linea recta door het gesloten raam, zodat ons de glas- en houtsplinters om de oren vliegen.

Een ogenblik blijft de opper besluiteloos staan, starend naar de resten van het raam waardoor de wapenmeester is verdwenen.

'Herr Oberfeldwebel, opdracht uitgevoerd!' grijnst Tiny saluerend.

Weiss haalt eens diep adem. Zijn gezicht is paars aangelopen. Hij doet zijn mond verschillende malen open en dicht zonder dat er een geluid over zijn lippen komt. Hij ziet eruit als een ballon waaruit zojuist de lucht is ontsnapt.

'Ik sta niet toe dat je mijn kantine vernielt,' jammert hij tam. 'Drink je bier op en betaal aan de kassa. Zing behoorlijke Duitse liedjes, bid tot God om de overwinning en hou verder je bek! Wie zich niet aan de voorschriften houdt wordt er bij zijn oor uitgesleurd!'

'Reken maar gerust op ons, wij staan aan de kant van de godsdienst,' verzekert Tiny hem. Dan steekt hij zijn hoofd uit het gebroken raam om na te gaan waar de wapenmeester gebleven is.

De ja-knikkers worden van de ronde tafel verdreven als een vlucht spreeuwen uit een pas ingezaaide moestuin.

'Deel de kaarten rond!' beveelt chef-mecanicien Wolf joviaal, 'dubbele inzet!'

Weiss wringt zichzelf op een stoel bij de tafel en eist op arrogante toon kaarten.

'Wie heeft jou verdomme uitgenodigd?' vraagt Porta hogelijk verbaasd, zwaar de klemtoon leggend op dat jou.

'Pas jij nou maar op,' waarschuwt Weiss gewichtig. 'Wie ben jij dan wel? Ik ben heel wat meer dan een klein schijterig korporaaltje eerste klas.'

Porta kijkt hem neerbuigend aan.

'Nou mag ik barsten! Weet jij dan niet dat ik dezelfde rang draag als onze hoogste opperbevelhebber, korporaal eerste klas Hitler?'

'Daar zeik ik op,' valt Wolf hem zelfverzekerd in de rede. 'Deel de kaarten rond, Porta. En jij Weiss, hou je bek, of ik schop je voor je kont, begrepen?'