'Hugo Wagner,' stelt de oudste onder hen zich aan hem voor. Het is een kaarsrechte man met een ernstig gezicht. 'Kanonnier, vroeger luitenant-generaal en divisiecommandant, veroordeeld op paragraaf 91b. Ik veronderstel dat u daarmee alles weet. En u? Ophanging of executie?'
'Executie,' antwoordt Frick met een onverschilligheid waarover hij zelf verbaasd is.
'Dan hebt u geluk gehad. Ik moet hangen! Toch hoop ik nog steeds dat ze het vonnis zullen wijzigen in executie door het vuurpeloton, voor het te laat is.'
Met veel kabaal wordt de celdeur geopend en een Feldwebel smijt een vel papier en een potlood op de houten tafel.
'Daar,' grauwt hij nijdig, Frick aanstarend alsof diens aanwezigheid alleen al een belediging voor hem is. 'Schrijf je gratieverzoek. Ik ben binnen twintig minuten terug. Zorg dat het dan klaar is, begrepen? Je hoeft heus niet je levensverhaal te schrijven! En vergeet dat niet, kanonnier Scheisse!' Hij smijt de celdeur zo hard achter zich dicht dat er brokken kalk uit het plafond vallen.
'Goddank,' mompelt overste Frick opgelucht. 'Nu kan ik tenminste uitleggen wat er in werkelijkheid gebeurd is. Dit hele zaakje is één wirwar van klinkklare leugens en is helemaal binnenstebuiten gedraaid.'
'Ik zou u niet adviseren in die trant te schrijven,' waarschuwt de ex-divisiecommandant hem. 'Ze zullen er zich alleen maar aan ergeren en nog voor de verantwoordelijke generaal het ook maar voor de helft heeft gelezen zal hij het gratieverzoek weigeren en het bevel voor uw executie ondertekenen. Niemand heeft ook maar de minste belangstelling voor u of uw geval – en als u al gratie krijgt, wat ik betwijfel vanwege uw te hoge rang, zal dat alleen gebeuren omdat ze u voor een of ander smerig zaakje kunnen gebruiken. Maar absoluut niet terwille van uw persoon! Schrijf als volgt: Gedegradeerd Jäger-overste, dan uw volledige naam en geboortedatum, en adresseer het verzoek aan de voor gratieverlening verantwoordelijke generaal, Derde Oppercommando van de Generale Staf. Begin twee vingers van de kant, vergeet dat vooral niet. Daaronder de datum, de tijd en de veroordeling: ter dood veroordeeld door de Hoge Krijgsraad te Berlijn. Daarna het verzoek om de doodstraf te wijzigen in dwangarbeid. Tenslotte, met drie vingers tussenruimte onderaan de bladzijde: Infanteriekazerne Berlin-Moabitt, de datum, Heil Hitler en uw handtekening.'
'Heil Hitler?' vraagt Frick verwonderd.
'Dacht u soms dat die groet veranderd is omdat u toevallig ter dood bent veroordeeld?' vraagt de luitenant-generaal hem.
Precies twintig minuten later is de zure Feldwebel terug. Haastig gaan zijn ogen over het gratieverzoek, dan knikt hij tevreden en verlaat de cel zonder een woord te zeggen.
'Denkt u dat er een klein kansje op gratie is?' vraagt Frick met hoop in zijn ogen.
'Natuurlijk niet. Er krijgt zo nu en dan wel eens iemand gratie, maar dat gebeurt zo zelden dat het meteen een sensatie oplevert. In uw speciale geval zou ik denken dat er geen sprake van kan zijn. Als u een gewoon soldaat was geweest, een doodgewone dienstplichtige, zou u een héél klein kansje hebben gehad, al naar gelang van het humeur dat de generaal er die dag toevallig op na houdt. Maar als lijnofficier, veroordeeld op paragraaf 91a – nee! U zult geëxecuteerd worden.'
'Allemachtig, dan is het alleen maar tijdverspilling om een gratieverzoek in te dienen,' zegt Frick, die wanhoop in zich voelt opkomen.
'Wilt u dan zó graag afstand doen van het leven?' vraagt de luitenant-generaal sarcastisch. 'Door dat verzoek zult u wat langer in leven kunnen blijven. Er kan u niets gebeuren totdat het terugkomt. U zult morgenochtend om acht uur hier niet worden weggehaald, zoals dat met alle anderen het geval zal zijn. De eerstvolgende acht dagen behoeft u niet in doodsangst wakker te liggen.'
'Komen ze ú morgenochtend om acht uur halen?' vraagt Frick met bevende stem. Nu al kan hij de kille hand van de Dood op zich voelen rusten. De hele cel ademt angst uit. Het wordt door de muren uitgestraald, druipt van het plafond, stijgt op uit de vloer. 'Ja, iedere ochtend precies om acht uur zult u op de gang huppelende voeten en wapengekletter horen. U zult de celdeuren open en dicht horen gaan. Precies om elf uur, op slag van de kazerneklok, valt er voor die dag niets meer te vrezen. Dan hebben we opnieuw bijna een hele dag om verder te leven en herademt de hele gevangenis weer. De angst krijgt ons allemaal weer in z'n greep als de duisternis begint in te vallen en we weer op onze britsen liggen. De ergste periode valt tussen vier uur en acht uur 's morgens. Gedurende die tijd kun je uit de andere cellen kreten horen. Sommigen slagen erin zelfmoord te plegen, maar God sta hen bij als de poging mislukt en ze weer tot leven worden gebracht! De bewakers vatten dat soort pogingen bijzonder persoonlijk op, want ze worden naar het front gestuurd als een gevangene erin slaagt het vuurpeloton vóór te zijn.'