Home>>read Krijgsraad free online

Krijgsraad(32)

By:Sven Hassel


'Wij kunnen ons niet wassen, laat staan scheren,' merkt eerste luitenant Wisling somber op.

'Dat spijt me,' zegt hun verdediger. 'Alles gaat naar de haaien. Soms krijgen we in de loop van één enkele dag twintig doodvonnissen te horen. Gisteren nog drie generaals. Denk maar niet dat ik het zo leuk vind! Maar ik móet wel, ik ben soldaat!' Hij slaat op zijn been: het klinkt hol. Een kunstbeen. 'De slag om Kiev,' glimlacht hij droefgeestig. 'Ik had een bataljon in een gemotoriseerd regiment infanterie.'

'Linie-officier?' vraagt overste Frick zonder interesse.

'Ja, inderdaad,' zucht de Oberleutnant, 'nog even en er is er niet één van ons over.' Hij kijkt opnieuw naar buiten, terwijl de regen tegen de ruiten striemt. 'Er is wel wat meer dan alleen Grofaz nodig om deze oorlog te winnen.'

'Het is tragisch,' zegt de overste zacht.

'Tragisch? Waarom?' vraagt de Oberleutnant. 'Wij Duitsers zijn net hongerige honden die achter een worst aanrennen die aan een touwtje voor hun neus bungelt. We blijven ernaar happen, maar krijgen hem nooit te pakken!'

'Hoe lang zal de wettelijke procedure ongeveer duren?' informeert de overste nerveus.

'Tien, op z'n hoogst twintig minuten. Ze hebben het druk. En er moeten vandaag nog heel wat zaken worden afgehandeld. De uwe is niet zo erg moeilijk. Als de voorschriften het niet verlangden was het nauwelijks nodig geweest u naar de rechtszaal te laten komen. De eerste de beste Feldwebel van de wacht had u al dagen geleden de uitslag kunnen vertellen.'

'In dat geval kunnen we net zo goed teruggaan naar onze cellen en afzien van al dit theatrale gedoe,' overweegt eerste luitenant Wisling.

'Nee, dat hebt u mis. U vergeet de voorschriften. Geen enkele Duitse militair negeert de voorschriften. Regels en dienstvoorschriften zijn een levensnoodzaak,' zegt de officier die hen moet verdedigen ernstig.

Een schildwacht opent de deur en klakt met veel effect met zijn hakken.

'Nou, laten we de zaak maar afwikkelen,' zucht de verdediger, moeizaam opstaand.

De gerechtszaal is al even koud als het groepje militaire rechters.

Vanaf de muur staart Adolf Hitler omlaag naar de beklaagden. Dat belooft weinig goeds, die blik. Het lijkt alsof het reusachtige portret leeft en een uitstraling van meedogenloze zelfrechtvaardiging uitzendt.

De auditeur-militair neemt plaats aan een klein tafeltje ter linkerzijde van de president. Hij legt enkele documenten voor zich. Het zijn er niet veel, maar ze zijn toereikend voor een doodvonnis. De drie militaire rechters komen binnen. Ze brengen de Hitlergroet. De auditeur-militair begint ogenblikkelijk te schreeuwen. Dat wordt van hem verwacht. Zijn gezicht loopt paars aan. Zijn stem klimt naar de allerhoogste octaaf.

'Deze verraders,' gilt hij, 'hebben geprobeerd onze strijders in de frontlinie een mes in de rug te steken! Zij hebben een monsterachtige misdaad begaan. Het zijn niet alleen verraders, maar bovendien verachtelijke moordenaars die gewonde Duitse helden in handen van de Russische Untermensch hebben overgeleverd – en die schandelijke misdaad hebben ze uitsluitend begaan om hun ellendige leventje te redden. Ook hebben zij getracht andere Duitse soldaten over te halen om mee te doen aan hun misdadige activiteiten. Toen hun misselijke voorstellen werden afgeslagen heeft deze schurkachtige overste zijn dappere Duitse strijders bevolen aan deze misdaad deel te nemen en de gewonden voor oud vuil achter te laten. Ik eis dat de beide beklaagden ter dood worden veroordeeld, in overeenstemming met paragraaf 91a: Het negeren van een bevel en hulpverlening aan de vijand, paragraaf acht, sub twee; Verraad tegen het volk en het in gevaar brengen van de staatsveiligheid; de paragrafen 73 en 139, sub drie en sub vier: Hoogverraad. Ik zie af van overweging van paragraaf 149: Desertie. Het spijt me dat er geen zwaardere straf dan de doodstraf mogelijk is. In dit geval is die straf nog veel te humaan!'

De drie militaire rechters krabbelen wat op het papier dat voor hen ligt, zonder ook maar enige moeite te doen om het feit te verbergen dat zij het een stomvervelend proces vinden. Ze luisteren slechts met een half oor naar de aanklager.

De auditeur-militair gaat weer zitten en knikt glimlachend naar de verdedigende officier.

Enkele ogenblikken bladert de verdediger zijn papieren door. Dan staat hij langzaam op, trekt zijn uniformjasje recht, haalt een zorgvuldig gemanicuurde hand door zijn grijze haar en glimlacht de auditeur-militair en de presiderende officier kameraadschappelijk toe.

'Ik verzoek het hof rekening te houden met de onderscheidingen van de beschuldigde officieren en hun plichtsbetrachting, zoals blijkt uit hun voortreffelijke staat van dienst. Ik verzoek het hof hun misdaden genadig af te doen.' Hij gaat weer zitten, de verwijtende blik van de overste vermijdend.

'Wensen de beklaagden nog iets tot hun verdediging te zeggen, alvorens het vonnis wordt uitgesproken?' vraagt de Kriegsgerichtsrat, ongeduldig op zijn horloge kijkend.