Het is beneden de waardigheid van de Duitse soldaat om weerloze krijgsgevangenen slecht te behandelen. Gevallen van deze aard dienen ogenblikkelijk te worden gerapporteerd en de schuldigen moeten zwaar worden gestraft.
Rudolf Hess, 10 april '34
'God zegene je aanstaande zondag,' zegt Porta, de commissionair op de tenen trappend als hij, samen met Tiny, de draaideur van het elegante Berlijnse restaurant Kempinski in zwiert, waar hij zijn verjaardag wil vieren.
'Dat is mijn zuster,' vertelt hij de commissionair, wijzend naar een uitstekend ontwikkelde dame uit de middengewichts-klasse.
'Dan heeft mijn broertje zijn eigen zuster genaaid!' gilt ze verrukt door het overvolle restaurant.
Tiny drukt zichzelf op twee barkrukken op.
'Een voor iedere wang, knul,' zegt hij tegen de barman en bestelt een dubbele wodka en een fles rode wijn. Hij gooit zijn hoofd achterover en leegt zijn glas met een luid klokkend geluid, waarbij zijn adamsappel hevig op en neer gaat.
'Nog maar eentje om op smaak te komen,' grijnst hij joviaal.
Dit tafereeltje wordt acht keer herhaald. Dan gebeurt er iets dat niemand later kan verklaren. In ieder geval ontdekt een dame in een lange groene japon plotseling dat ze een volle vismand op haar hoofd heeft.
Tiny grijpt een pot jam en smijt die de ober in het gezicht, die hem op zijn beurt met een bierfles op het hoofd timmert. Tiny neemt wraak door de ober een vork in de arm te steken. De laatste rent, gillend als een krankzinnige de straat op, de vork nog altijd in zijn arm.
De middengewicht-dame grijpt een kelner bij zijn mannelijke uitrusting en knijpt stevig. Hij slaakt een schrille kreet en brengt zijn beide knieën tot bij zijn keel.
Een andere kelner komt met een grote schotel Eisbein de keuken uit walsen. Het hele gerecht vliegt naar het plafond en wordt gelijkelijk verdeeld over de dichtstbijzijnde tafeltjes, terwijl de kelner zelf met een snoekduik onder een ander tafeltje wegduikt.
Enkele mensen in galakleding sperren hun ogen wijd open en proberen wanhopig Tiny uit de weg te gaan, die als een Stalin-tank door het restaurant ploegt – een tank waarvan de bestuurder het in z'n hoofd heeft gezet om in z'n dooie eentje de oorlog te winnen.
Hij hoort een donderende klap en weet zeker dat hij op het punt staat te sterven. Maar zo erg is het niet. Hij krabbelt op de been, stompt de een of ander hard in zijn gezicht en zwaait de keuken binnen, waar Porta verwikkeld is in een hooglopende ruzie met de kok. Samen slaan ze de keuken kort en klein.
Als de Geheime Feldpolizei arriveert trekken Tiny en Porta zich terug in 'Der gebogene Hund' op de Gendarmenmarkt, waar ze te horen krijgen dat er een bataljon Engelse paratroopers in Kempinski is geland.
KRIJGSRAAD
Als we terug zijn laat Leutnant Schultz er geen gras over groeien. Binnen het uur brengt hij rapport uit aan de NSFO (Nationalsozialistischer Führungsoffizier), de politieke waakhond van de nazi's. Overal wordt gemord tegen de kwaadaardige nazi-luitenant. Een paar Finse Jager stellen voor dat we hem voor zijn ballen schoppen en aan de buren overleveren.
'Ik blaas 'm z'n kaarsje uit!' zegt Porta dreigend, intussen zijn Nagan uit de gele koker trekkend.
'Jij blijft waar je bent!' zegt de Ouwe bruusk. 'Wij bemoeien ons niet met de persoonlijke ruzies tussen onze officieren.'
'Maar hij had er wel een van óns kunnen zijn,' protesteert Porta gespannen. 'Die Schultz is een echte schoft.'
'Dat mag dan misschien zo zijn,' zegt de Ouwe zonder enig meegevoel, 'maar het is er niet een van ons die hij verraadt. Als er een officier moet worden gewroken moeten de overige officieren daar maar voor zorgen!'
'Scheisse,' geeft Porta toe. 'Maar als die reetroeier ooit voor mijn vizier komt zal jij eens zien hoe mooi een paar ballen door de lucht kunnen vliegen!'
'Dat is moord!' schreeuwt Heide verontwaardigd.
'Nee, dat is het verdomme niet!' antwoordt Porta woest. 'Een klootzak die z'n bek niet kan houden telt niet mee!'
Nog lang blijven we over luitenant Schultz napraten. Als de discussie in de sauna van de Finse Jäger is afgelopen, is één ding zeker. Luitenant Schultz zal zich geen zorgen hoeven te maken over zijn oude dag.
Terwijl wij zaten te praten heeft Tiny verwoed aan drie kogels zitten vijlen: dum-dum-kogels slaan een reusachtig gat in een menselijk lichaam.
De volgende dag komt er al een majoor van de SS voor overste Frick, terwijl luitenant Wisling zo maar uit zijn dienst wordt weggehaald.
Ze worden dadelijk in een JU-52 gezet en naar het 6de Leger in Münster gevlogen, om daar voor een krijgsraad te verschijnen. Het definitieve vonnis wordt opgeschort tot andere getuigen uit de legergroep kunnen worden gehoord. Intussen worden de beide arrestanten naar de militaire gevangenis Torgau gestuurd, waar ze worden ingedeeld in het laarzenpeloton, samen met talloze anderen die in 'verzekerde bewaring' zijn genomen.