Reading Online Novel

Krijgsraad(24)



'Splintergranaat!' beveelt luitenant Pospelow koel. De granaat wordt met een klap in de kamer geschoven en het staartstuk klapt dicht.

Heel even blijft de hand van de luitenant boven de rode knop zweven, alsof hij nog aarzelt. Dan drukt hij de knop in. Het kanon brult en de loop braakt een steekvlam uit. De T-34 maakt een revérence. De gloeiendhete huls valt rinkelend op de stalen vloer van de geschutstoren. Een seconde later klapt het staartstuk opnieuw dicht en ligt er een nieuwe granaat in de kamer.

Telkens opnieuw vuurt het kanon. De sneeuw voor de T-34 is zwart van het roet; driehonderd meter verderop is de sneeuw rood van het bloed. Het ziet er daar uit alsof een of andere waanzinnige emmers jam over de sneeuw heeft uitgestort.

Plotseling dansen er miljoenen sterretjes voor luitenant Pospelows ogen. Hij krijgt een geweldige klap tegen de borst. Hij zakt half opzij omlaag in de geschutstoren.

De bestuurder, korporaal Baritz, wordt met verschrikkelijke kracht achterover geslagen. De lader slaat met zijn hoofd tegen de torenmitrailleur en loopt een diepe snee over zijn voorhoofd op. De lucht wordt plotseling uit de longen van de frontschutter geslagen en hij raakt een ogenblik buiten bewustzijn.

'Stelletje smerige zwijnen,' raast Tiny, met zijn vuisten op de sneeuw ranselend. De granaten die hij heeft geworpen zijn niet krachtig genoeg om door de dikke stalen huid van de T-34 te dringen.

Als door een wonder is de Russische tankbemanning ontsnapt aan levende verbranding.

'Bysstryj, bysstryj – sneller, sneller!' brult luitenant Pospelow korporaal Baritz toe, die aan zijn handels en pedalen zit te frunniken. Zijn hoofd zoemt nog als een bijenkorf. Hij kan nauwelijks begrijpen dat hij zich nog steeds kan bewegen en tamelijk helder kan denken.

De tank springt naar voren, wég van die zelfmoord-Duitser daar in de sneeuw, die vermoedelijk al bezig is zich voor te bereiden op een nieuwe worp. Onvoorspelbare desperado's als die vent vormen voor iedere tank een dodelijk wapen. Je moet ze ofwel vermorzelen óf uit hun buurt zien te komen.

Luitenant Pospelow kiest voor het laatste.

'Karbid – volle kracht vooruit!' brult hij woest, korporaal Baritz in de rug schoppend.

Onder hels gevloek trapt de korporaal zijn gaspedaal in, zonder te weten dat hij rechtstreeks op het gevaar afrijdt dat hij uit de weg wil gaan.

Porta en ik liggen met onze bundeltjes granaten in de sneeuw te wachten op het juiste moment voor de aanval op het monster dat ons nadert, waarbij de sneeuw aan weerskanten van de tank hoog opspat.

Een van de mangatdeksels wordt opengesmeten en er verschijnt een hoofd met leren helm.

'Schiet ze dood, die vervloekte honden,' schreeuwt de luitenant de sneeuwwoestenij toe. Het is de schreeuw van een man die doodsbang is.

'Goed dan, Iwan Stinkanovitsj,' grijnst Porta demonisch. Dan rent hij in korte sprintjes naar de T-34, die opnieuw is blijven staan om te vuren.

Het is verbazingwekkend dat de luitenant hem niet ziet aankomen.

Het bundeltje granaten vliegt omhoog naar de geschutstoren. Met één geweldige sprong ligt Porta achter een sneeuwwal en drukt hij er zich stijf tegenaan om zich te beschermen tegen de storm van brokstukken ijzer en staal waarvan de lucht spoedig vervuld is.

Twee andere T-34'ers werken samen. Ze drijven de rennende soldaten op een kluitje bijeen. Zodra ze zeker zijn van hun prooi rijden ze een klein stukje achteruit en beginnen dan naast elkaar naar voren te rijden. Naast het groepje mannen schakelen ze allebei hun buitenste rupsband over op achteruit, zodat de neuzen van bun pantservoertuigen in een regen van vonken tegen elkaar botsen en de opeengedreven mannen tot een bloederige pap verbrijzelen.

'Laten we het opgeven,' zegt een Flak-Unteroffizier, wiens tranen over de open vorstwonden op zijn wangen stromen. 'Ze slachten ons af!'

Porta staart hem een ogenblik aan en begint dan hardop te lachen. 'Vergeet niet dat er een oorlog aan de gang is, jongen – en ze schijnen het aan beide kanten nogal ernstig op te vatten!'

'Die denkt zeker dat we bezig zijn een film te draaien. Zwijgend Verdun of Verlaten ruïnes, of zo iets,' joelt Gregor, terwijl hij bliksemsnel een handgranaat opgooit naar het achterste mangat van een voorbijrijdende T-34. 'De groeten aan de hel!' schreeuwt hij, terwijl hij wegduikt om in dekking te gaan.

Het mangatdeksel wordt naar binnen geslagen alsof er met een reusachtige hamer op is geslagen. Luitenant Pospelow gilt als een vrouw, want hij is beklemd geraakt tussen het zware deksel en de scherpe rand van het mangat. Hij blijft nog heel lang schreeuwen terwijl de rode vlamtongen aan hem likken.

De lader wordt uit het voorste mangat naar buiten geslingerd en rolt gillend om en om in een vlammenzee, die de sneeuw om hem heen laat smelten. Langzaam schrompelt hij ineen als een worst in een braadpan en verandert dan in een gloeiende mummie.

'Naar buiten!' brult de tankbestuurder, korporaal Baritz. Hij rukt het mangat open. Als hij de grond raakt probeert hij weg te rennen, lijkt het. Een kogelregen uit een machinegeweer is er echter voor verantwoordelijk dat zijn benen rennende bewegingen maken.