'Maak je daarover maar geen zorgen,' zegt Hofmann droog. 'Het leger zal voor al dat soort dingen zorgen. Jullie aanvullingen zijn al hier. Jullie worden de meest vreemde bij elkaar geraapte sectie die er ooit heeft rondgelopen. Er zitten zelfs Russen, Lappen en Finnen bij. De vrachtwagens zullen er binnen twee uur zijn – en om jullie niet te vermoeien zullen ze vlak voor de deur stoppen. Hals und Beinbruch!' wenst hij ons, en verdwijnt dan vlug door de deur.
'Dit is nou het soort dingen dat kan maken dat je gewoonweg gaat bidden dat ze je een poot afschieten!' brult Porta, bevend van woede. 'Dan weet je tenminste voor eens en voor altijd dat je nooit meer in niemandsland hoeft rond te scharrelen met de guerrilla's.'
'Een poot? Ben jij mesjogge?' roept Tiny. 'Hoe moet je dan nog wegrennen als die hufters in Bahnhof David je met hun pestknuppels en verdomde blauwe lampen achter je vodden zitten? Nee knul, dat nooit! Een arm! Een arm vind ik best! Je kunt een machine-paffer niet met één arm hanteren! Gesnopen?'
'Een arm is veel erger,' zegt Gregor. 'Wat moet een verhuizer nou met één arm!'
'Pensioen trekken voor de rest van zijn leven,' zegt de Ouwe, 'als ze hem tenminste hier weg laten gaan!'
'Als we deze oorlog verliezen krijg jij nog niet eens een knakworst,' peinst Porta, 'al smeet je allebei je armen weg.'
We beginnen met tegenzin onze uitrusting te verzamelen en zijn nog maar nauwelijks met die taak gereed als de vrachtwagens voor komen rijden.
Het sneeuwt zo hard dat we nauwelijks een hand voor ogen kunnen zien. Maar dat is in ons voordeel als we de frontlijn moeten oversteken. In een nacht als deze is de taak van de waarnemers ontzaglijk moeilijk.
Tiny heeft moeilijkheden met zijn wolfshond. Het beest wil niet vertrekken. De hond gromt vervaarlijk en ontbloot zijn tanden. We moeten hem in de vrachtwagen tillen.
'Ik kan maar al te goed begrijpen waarom hij protesteert,' zegt Porta, de hond liefkozend. 'Wie wil er nou terug naar de Sovjet-Unie als hij er net uit ontsnapt is?'
Chef-mecanicien Wolf staat ons leunend tegen een boom met een brede grijns gade te slaan.
'Gisternacht droomde ik dat ik jou getroffen zag worden – en wel zo gemeen dat je in tweeën viel!' brult hij Porta toe, als de vrachtwagen wegrijdt uit het dorp.
Nog lang nadat hij uit ons blikveld verdwenen is kunnen we hem horen lachen.
De vrachtwagens draaien de weg naar Sala op. We weten wat onze bestemming is – het poolfront!
Nog voor we de loopgraven bereiken vallen we in slaap, zodat we over elkaar heenvallen als de vrachtwagen remt.
Een paar soldaten van het Finse Sissi-bataljon komen ons daar ophalen. Zwijgend kijken ze toe als we over de borstwering van de loopgraaf klauteren en onder het prikkeldraad doorkruipen.
Een mitrailleur begint gemeen in onze richting te schieten. Er schiet een vuurpijl omhoog, die langzaam terugvalt op aarde. Muisstil blijven we liggen wachten tot hij uitdooft...