Home>>read Krijgsraad free online

Krijgsraad(140)

By:Sven Hassel


Ze komen rechtop op ons aanlopen en moedigen elkaar met doordringende kreten aan.

De Ouwe laat hen heel dichtbij komen voor hij zijn arm laat vallen. Op korte afstand is een machinepistool een verschrikkelijk wapen. Je moet alleen zorgen dat je niet een van je eigen mensen raakt.

Het moorddadige automatische vuur verlamt hen een ogenblik en nog voor ze hun verstand weer bij elkaar hebben liggen ze in de sneeuw.

Razend rennen we naar ze toe en schoppen ze en slaan ze met de kolven van onze wapens in hun gezicht.

Vlak voor me valt de Finse korporaal neer. Ik heb geen tijd om uit te zoeken of hij dood is, of alleen gewond. We zijn nu zo dicht bij onze eigen linies dat niemand er iets voor voelt om gedood te worden omdat hij een gewonde kameraad helpt.

Met grote sprongen komen er drie Siberische bloedhonden tussen de bomen vandaan. De eerste springt Barcelona naar de keel, maar hij weet het beest te ontwijken en maakt het af met zijn Mpi. De twee andere honden lijken samen te werken. Ze vliegen rechtstreeks op de Ouwe aan, die over een boomstronk struikelt en zijn Mpi laat vallen. Doodsbang steekt hij zijn handen uit om zich tegen de moorddadige monsters te verweren.

Met een pistoolschot weet Gregor een van de bloedhonden te doden. We kunnen onze machinepistolen niet gebruiken, want dan zouden we de Ouwe ook doodschieten. Machinepistolen sproeien zo verschrikkelijk.

De laatste bloedhond valt met de moorse dolk van Barcelona in zijn rug dood bovenop de Ouwe neer. Zelfs in zijn doodsstrijd happen de vlijmscherpe kaken nog naar de keel van de Ouwe.

'Jezus en Maria,' kreunt Porta als hij opnieuw in het bos geblaf hoort en een half dozijn woeste bloedhonden over de open plek ziet aankomen.

Schreeuwend en schoppend gaat de Westfaal tegen de grond, met twee kwijlende bloedhonden bovenop zich. Binnen enkele seconden is er niet veel meer van hem over dan een hoop bloederige vleesklompen. De beide monsters worden gedood met een Mpi-salvo, als ze met bebloede kaken een ogenblik opkijken van de massa vlees en botten die zoeven nog een levend mens is geweest. Als een schim schiet een reusachtige grijze hond op mij af. Instinctief buk ik, zodat hij over mijn hoofd in de sneeuw rolt.

Heide krijgt er een midden in een sprong te pakken met zijn gevechtsmes, zodat het beest de buik wordt opengereten en de darmen eruit puilen.

De bloedhond die mij heeft aangevallen maakt zich klaar voor een nieuwe sprong. Een ogenblik lang staar ik gebiologeerd naar zijn geweldige gele tanden, ontbloot in een demonische grauw.

In wanhoop schiet ik er een heel magazijn in leeg. Het salvo werpt het monster achteruit en rukt zijn vacht letterlijk aan repen.

Tiny vangt een van de gigantische honden midden in een sprong op, snijdt het beest de kop af en slingert het de volgende aanvallende bloedhond tegemoet. Hij pakt deze bij de staart en laat hem met woest geweld boven zijn hoofd rondzwaaien. Het is moeilijk te bepalen wie van die twee het meeste kabaal maakt, Tiny of de bloedhond, maar het monster vliegt zonder staart terug in de richting waaruit het is gekomen. De staart heeft Tiny in de hand.

Nu zijn er nog maar twee bloedhonden over. Midden in hun aanval blijven ze staan, kruipen angstig een paar meter uit Tiny's buurt en stormen dan jankend weg naar het bos, achtervolgd door een uit alle macht brullende Tiny.

Vlak voordat ze de bosrand bereiken grijpt Tiny de achterste hond bij zijn nekvel en pakt het beest op alsof het een puppy is en geen moorddadige Siberische wolfshond, afgericht op het doden van mensen. Rennend komt Tiny terug, de wolfshond als een zak zout achter zich aan slepend.

'Schiet dat gemene kreng dood!' brult Heide woest, terwijl hij zijn machinepistool opheft en op de hond richt.

'Als je ook maar één kogeltje op hem afvuurt,' snauwt Tiny hem toe, 'ruk ik jou je luizige kop van je nazi-romp! Ik neem hem met me mee, dan zal ik hem leren hoe hij die Kripo-hufters uit Bahnhof David moet jagen!' Hij klopt de grommende hond op de hals, die weifelend in de sneeuw zit en zijn gemene tanden laat zien. 'Jij gaat met mij mee naar Hamburg, jawel, en daar mag je die verdomde Otto Nass, die lamstraal van een hoofdcommissaris, in zijn ellendige reet bijten! Panjemano, tsjarny trohort – begrepen, jij zwarte duivel?'

'Ik zal niet toestaan dat jij die verduivelde bloedhond met je meeneemt,' besluit de Ouwe kort, met zijn Mpi in de aanslag, die gericht is op de grauwende wolfshond.

'Daar schijt ik op!' brult Tiny koppig, de hond dicht tegen zich aan trekkend. 'Frankenstein, zo heet-ie – en vanaf dit moment maakt hij deel uit van het Groot-Duitse leger! Zodra we terug zijn zal hij de eed afleggen!'

'Laat hem los,' beveelt de Ouwe. 'Laat hem terugrennen naar huis!'

'Hij blijft!' brult Tiny koppig.

'Jezus Christus, wat ziet dat kreng er gemeen uit,' zegt Porta. 'Pas maar op dat-ie je niet naar de keel vliegt!'

'Je mag hem aaien,' biedt Tiny aan. 'Hij zal geen vriend van mij aanraken. Vind je hem aardig?'