'Naar beneden jij,' zegt de Ouwe en duwt me eenvoudig over de rand.
Diep beneden mij dondert de Witte Zee in al haar arctische kracht. Ik zoek wanhopig naar een steunpunt voor mijn voet, maar mijn laarzen schrapen alleen langs de sneeuw. Ik raak de eerste richel met een harde klap, waardoor de zak met magazijnen voor mijn Mpi pijnlijk in mijn ribben wordt gedrukt.
Porta wuift me toe en laat het touw vieren.
Vechtend voor mijn leven klamp ik me vast aan de richel, die uiterst smal is. Om mij heen huilt en rukt de storm als een razend monster, dat me wil verpletteren.
Drie stevige rukken aan het touw zijn het sein om verder te zakken. Voorzichtig klauter ik over de scherpe rand. Dit is het gedeelte van de klim dat ik van bovenaf niet heb kunnen zien.
Ik schop de punt van mijn laarzen in de sneeuw en krijg houvast. Centimeter voor centimeter laat ik me verder omlaagzakken. Verschillende malen scheelt het maar een haar of de poolstorm blaast me over de rand en smakt me tegen de rotswand. Heel even overweeg ik of ik de munitiezakken zal laten vallen, maar ik weet wat de anderen met me zullen doen als ik zonder de munitie beneden kom.
Eindelijk bereik ik de knik. Hiervandaan is het nog maar een meter of negentig naar beneden. Voorzichtig klauter ik over de sneeuw, die zo glibberig is als glas. Terwijl de angst me bij de keel grijpt laat ik me over de knik glijden en zak verder omlaag. In ieder geval bevindt de zee zich nu niet meer loodrecht beneden mij. Tot mijn geweldige opluchting voel ik handen mijn laarzen beetpakken en me op de veilige grond trekken.
'Goed gedaan,' prijst Heide, terwijl hij me een vriendschappelijke, speelse stomp in de maag verkoopt.
Als in een droom zie ik het touw boven me verdwijnen.
Even later is de volgende onderweg naar beneden.
Porta en Tiny komen als laatsten. Allebei blijven ze op de richel even staan om de gek uit te hangen. Porta maakt een hoofs gebaar.
'Na u, meneer,' zegt hij tegen Tiny.
'Ik zal die idioten neerschieten!' tiert de Ouwe geprikkeld.
Ze komen gezamenlijk naar beneden als een stel Siamese tweelingen, waarbij ze zich krachtig afzetten tegen de rotswand. De touwen trillen hevig boven hun hoofden.
'Stompzinnige narren!' brult de Ouwe angstig. 'Jullie zullen je nek nog breken!'
'Het is je plicht om ze op rapport te gooien,' zegt Heide plechtig.
'Hou jij toch je verdomde bek,' tiert de Ouwe uitzinnig. 'Ik bepaal wie er wordt gerapporteerd en wie niet. Onthou dat voor eens en voor altijd!'
'Heb je soms ergens pijn?' vraagt Porta aan de Ouwe, als hij beneden is en naast hem staat. 'Je zei toch dat we moesten opschieten? En waren we soms niet twee keer zo snel beneden als alle anderen?'
'Ik zal jullie allebei voor de krijgsraad gooien!' brult de Ouwe kwaad. 'Dit is verdomme het einde!'
'Jezus, kerel, wat kan jij kwaad worden,' zegt Tiny bewonderend. 'Pas nou maar op dat je geen hartaanval krijgt!'
'Ik vervloek de dag waarop ik ooit de tweede sectie heb overgenomen! Jullie zijn het grootste stel lamlendige luizenbossen in het hele verdomde luizige Duitse leger!' bliksemt de Ouwe witheet.
'Als we er niet meer zijn zul je nog van verdriet sterven,' glimlacht Porta vleiend.
'De hele verdomde wereld kan voor mijn part naar de hel lopen, met de hele tweede sectie erbij! Ik wou maar dat dit hele stinkzaakje voorbij en achter de rug was!' raast de Ouwe wild.
Gregor schiet in de lach.
Ja, wenn's aus sein wird
mit Barras und mit Urlaubschein,
dann packen wir unsere Sachen ein
und fahren endlich Heim!
zingt hij zachtjes.
Even voor we een vreemd uitziende kloof bereiken wordt de ijzige poollucht doorkliefd door een hagelbui van geweerkogels.
Onderofficier Kehr draait als een tol in het rond, wankelt een paar passen vooruit en valt in de sneeuw. De kogel heeft hem in de maag geraakt. Hij heeft het gevoel alsof een bokser hem een keiharde stomp in de maagstreek heeft gegeven.
'Welke verdomde schijtlaars heeft me geraakt?' vraagt hij kwaad. Terwijl het bloed langs zijn mondhoeken omlaagdruipt zakt hij als een dodelijk vermoeide man ineen. De verse poedersneeuw wervelt op en bedekt hem bij het dalen als een sluier. 'Verduiveld, die pokken-Russen hebben me geraakt!' mompelt hij, verbaasd naar zijn met bloed overdekte handen kijkend.
Er kraken twee schoten en de sneeuw spat vlak voor mijn voeten op. Angstig druk ik mezelf in de sneeuw en schiet een serie lichtspoorkogels af in de richting van de kloof. Aan mijn linkerkant blaft luidruchtig een automatisch geweer. Achter mij, in een kuil, worstelen Heide en Gregor met de mortier.
'Stuur ze maar eens een paar reetkrabbers,' brult de Ouwe achter een hoge berg opgewaaide sneeuw vandaan. Gretig trekt Gregor de kist met de vreemd ogende Japanse mortiergranaten open, die wij 'reetkrabbers' noemen. Ze bevatten een ander type explosieve lading en worden alleen verstrekt aan speciale gevechtseenheden als de onze. We vrolijken helemaal op bij de gedachte aan wat er zal gebeuren in de kloof, als de reetkrabbers daarin neerkomen.