We kruipen naar de rand en gluren naar beneden. Het eerste deel van de helling ziet er redelijk uit en lijkt niet al te moeilijk af te dalen. Maar verder omlaag zien we een gladde, verticale wand, die steil uit zee lijkt op te rijzen. Alvorens hij het water raakt buigt hij echter halverwege scherp naar binnen. Op die plaats zullen we moeten schommelen om een steunpunt aan de rotswand te vinden. 'De Heer zal ons redden,' zucht Barcelona met een gezicht alsof hij er veel voor voelt het al op te geven nog voor hij begonnen is. 'We zullen wel moeten,' beslist de Ouwe met nadruk, als hij de verrekijker uit zijn jaszak haalt, waar hij het instrument in heeft gestoken om de lenzen niet te laten bevriezen.
Hij bekijkt de helling over de volle lengte. Dan geeft hij de kijker door aan de Legionair.
'Ik geloof dat er een eindje verderop een door mensen uitgehakte kloof is. Als ik gelijk heb kunnen we er daar door!'
De Legionair staart heel even in de aangegeven richting.
'Tu as raison, maar wat zal het moeilijk zijn om daar te komen – en als we ook maar één foutje maken eindigen we in de Witte Zee!'
'Al hadden we zuignappen aan onze armen en benen en nog eentje extra aan onze jongeheer, dan nog zouden we nooit over die knik komen,' zegt Porta, die huiverend achteruitkruipt om zichzelf in veiligheid te brengen.
'O, wat een pokkezootje!' gromt Tiny, op zijn beurt wegkruipend van de rand. 'Gigantische steenblokken, reusachtige hoeveelheden sneeuw en ijs en een verdomde hoop ijskoud gifgroen water! Meer dan genoeg om alle stompzinnige soldaten van deze wereld in te verzuipen die gek genoeg waren om zich vrijwillig te laten vermoorden!'
'Klaarmaken,' beveelt de Ouwe ruw. 'Dit zal het gemeenste klimmetje van ons leven worden!'
Gregor maakt de touwen gereed. Hij is de enige onder ons die een bergbeklimmersopleiding heeft gehad. Met een arrogante uitdrukking op zijn gezicht begint hij ons uit te leggen hoe we onszelf aan de touwen moeten laten zakken.
Onderling ruziënd verdelen we de munitie onder elkaar en zorgen dat onze wapens in evenwicht hangen.
De Ouwe krijgt bijna een rolberoerte als Porta voorstelt om de twee lichte mortieren en de zware kist mortiergranaten achter te laten.
'Als we nog voor de kerst thuis zijn,' zegt Gregor plechtig, terwijl hij beschutting zoekt achter een hoop opgewaaide sneeuw, 'vraag ik een hoogtezon cadeau!'
'Die krijg je van mij,' belooft Porta. 'Ik weet een zaak waar ze die dingen verkopen en ik ken ook een manier om er na sluitingstijd binnen te komen!'
Gregor staat aan de rand van de door water en stormen geteisterde rotswand. Hij legt de lus van het touw over zijn hoofd en bevestigt het stevig onder zijn schouders, terwijl hij voorover tegen de storm in staat te leunen, alsof de wind een massieve muur is. Zijn gehavende lippen wijken in een optimistische grijns vaneen. Zich met zijn voeten afzettend tegen de rotsen begint hij omlaag te glijden. Als hij bij de loodrechte wand aankomt houdt hij stil en kijkt een ogenblik naar boven. Dan lijkt hij in de afgrond te verdwijnen. Enkele seconden later komt hij weer in ons gezichtsveld. Hij heeft op de levensgevaarlijke knik in de wand een steunpunt gevonden, vanwaar hij zich naar binnen zal moeten laten zwaaien. 'Met dit nummer zouden we in een circus een baan kunnen krijgen,' zegt Porta huiverend.
'Wereldoorlogen zijn alleen maar zuivere stront,' gromt Tiny zwaar. 'Ze zetten je voor allerlei bescheten klussen. Geen wonder dat er in al die vrije landen zoveel pacifisten rondlopen!'
'Jouw beurt, Barcelona!' schreeuwt de Ouwe.
'Ik kan nu nog niet,' protesteert deze met angst in zijn stem. 'Ik wil eerst eens zien of iemand zijn nek breekt!'
'Als je nu niet komt zal ik er persoonlijk voor zorgen dat jij de laatste bent!' raast de Ouwe. 'En dan zal er hier niemand meer zijn om op die touwen te letten!'
Maar nog voor Barcelona de rand kan bereiken is Heide al onderweg en gaat de Legionair na Heide omlaag.
Barcelona wil nu maar wat graag naar beneden. De bedreiging van de Ouwe dat hij hém als laatste zal laten gaan is voldoende om hem koude rillingen te bezorgen.
De Finse kapitein moeten we omlaag laten zakken. Hij slaat verschillende keren hard tegen de rotswand, maar als hij beneden is blijkt hij tot onze verbazing nog steeds te leven. Een van zijn benen is vanaf de voet tot boven de knie totaal verbrijzeld. Zijn overlevingskansen staan zeer slecht.
Nu ben ik aan de beurt.
'Probeer nu rustig te blijven,' waarschuwt de Ouwe, die ziet hoe bang ik ben.
'Zet je steeds zo stevig mogelijk af met je voeten. Hier boven zijn er nog genoeg om die touwen vast te houden. Zolang je je kop erbij houdt en je niet door je zenuwen van streek laat maken gebeurt je niks!' Hij hangt mijn machinepistool wat beter in evenwicht voor mijn borst, zodat het niet kan vastraken in het geleidetouw.
'Ik kán het niet,' protesteer ik in panische angst, omlaagstarend in de brullende diepte.