Home>>read Krijgsraad free online

Krijgsraad(120)

By:Sven Hassel


'Ik maakte alleen maar een grapje,' verontschuldigt Fjedor zichzelf, met een gedwongen lachje. 'Kun jij tegenwoordig niet meer tegen een geintje?'

Met veel lawaai komen er vijf met sneeuw overdekte Lappen de kroeg binnenklossen, samen met hun nog luidruchtiger honden.

'De Duitsers zijn hier,' kondigen ze grijnzend aan.

'Waar?' schreeuwt Gregori doodsbang, terwijl hij zich op hetzelfde moment op de grond laat vallen.

'Buiten,' zegt de jager Ilmi, een van de Lappen.

'Doe het licht uit!' brult Michail, die zelf de dichtstbijzijnde olielamp uitblaast.

'Verdomd, daar zijn ze!' brult Yorgi opgewonden, terwijl hij enkele schoten met zijn mitrailleur afvuurt.

Snel worden de lampen uitgeblazen en wordt het in de kroeg zo donker als in een kolenhok.

Behoedzaam gluren ze uit het raam, maar daarbuiten huilt alleen de storm.

'Hebben jullie je soms vergist?' vraagt Gregori met hoop in zijn stem.

'Geen sprake van!' antwoordt Ilmi beledigd. 'We waren zo dicht bij hen dat we hun adem in onze nek konden voelen. Ze komen in een lange colonne uit het noorden. Ook zijn we NKVD-troepen tegengekomen. Ze waren op zoek naar een stel Duitsers die boven hun hoofden het dak hebben opgeblazen in een kamp ergens in het oosten, waar gewone stervelingen niet mogen komen – geen mannen en geen vrouwen. Ik denk dat dat de Duitsers zijn die wij hebben gezien. Wel, we kwamen alleen even binnenwippen en we gaan er weer vandoor. En als wij jullie waren gingen we óók!'

'Wanneer zullen ze hier zijn, denk je?' vraagt Gregori met bevende stem.

'Ze kunnen niet ver weg zijn, als wij al hier zijn,' antwoordt Ilmi met ijzeren logica.

'Jullie blijven hier,' beveelt Gregori vastbesloten. Tedere man of vrouw die dit district binnenwandelt behoort tot mijn gevechtseenheid!'

'Kun je nergens anders over lullen dan die gevechtseenheid van jou?' joelt Fjedor. 'Ik word al misselijk als ik dat woord hoor. God-sta-ons-bij, iedere seniele kerel met celluloid-sterretjes op zijn kraag loopt tegenwoordig rond in dit land om gevechtseenheden te formeren!'

'Hoe moet ik ons anders noemen?' vraagt Gregori, een verloren indruk makend. 'We zijn met te weinigen voor een compagnie – en een sectie klinkt niet, als de Duitsers ervan horen. Die duivels vreten hele secties, zoals een Lapse vrouw een haring!'

'Laten we onszelf "De barricade van de Rode Vlag" noemen,' oppert Sofija trots.

Een schot doorboort de duisternis.

'Ik heb hem!' schreeuwt Pavelov, die opnieuw vuurt. 'Verdomme, ik heb de schoft neergelegd!'

'Waar ligt-ie?' fluisteren Gregori en Michail tegelijkertijd, terwijl ze behoedzaam uit het raam gluren.

'Zie je hem niet? Daar ligt-ie, daar, bij de schuur!'

Even later ontdekken ze dat hij een van de honden heeft neergeschoten. En, om de zaak nog ernstiger te maken, nog wel een leider. De angst slaat om in woede. Iedereen veegt Pavelov de mantel uit.

Ergens, buiten in de sneeuw, stottert een machinegeweer.

In doodsangst houden ze op met ruziën. Het geluid bestaat uit korte gemeen klinkende salvo's, alsof iemand op een emmer zit te trommelen.

Sofija begint wild en hysterisch te gillen. Michail slaat haar met de rug van zijn hand op de wangen.

Het machinegeweer in de verte zwijgt weer.

'Doe die lamp uit!' kankert Gregori, als Sjenta met een zwaaiende olielamp binnen komt waggelen. 'Die Duitsers zullen nog denken dat we ze gewoon om een kogel vragen!'

Een tijdlang blijven ze doodstil op de grond liggen, gespannen luisterend naar het gehuil van de storm.

'Je zult zien dat onze jongens de Duitsers hebben gevonden naar wie ze op zoek waren,' zegt Michail, die als eerste weer opstaat. 'En ze allemaal in één lange vuurstoot hebben doodgeschoten,' zegt Sjenta, die met haar jachtgeweer in de hand vanachter de tapkast te voorschijn komt. Ze steekt een carbidlantaarn aan en schenkt zichzelf een stevige pul in. De inhoud giet ze in één lange, dorstige teug naar binnen.

'Komen jullie het maar halen,' roept ze, vrolijk de glazen en pullen volschenkend.

Langzaam komen ze uit hun schuilhoeken, ervan overtuigd dat de Duitsers daar ergens buiten, in de door de storm opgejaagde stuifsneeuw, zijn gestorven.





Onder geen enkele omstandigheid mag ook maar één generaal of soldaat de gedachte in overweging nemen om vrijwillig een positie prijs te geven. Om dergelijke defaitistische denkbeelden de kop in te drukken beschikken we over krijgsraden. Ik geef bevel dat dergelijke defaitistische Schweinhunde geliquideerd moeten worden.

Adolf Hitler, augustus 1944

'Er is niets om te lachen,' waarschuwt de Finse korporaal ons, geërgerd naar ons kijkend. Maar we bleven lachen. Het was het gekste lijk dat we ooit hadden gezien – en we hadden er meer dan een paar gezien. In feite waren het twee lijken, die zo innig met elkaar verstrengeld waren dat we eerst dachten dat het maar één lijk was.