Home>>read Krijgsraad free online

Krijgsraad(119)

By:Sven Hassel


Niemand protesteert als hij de Lap voorstelt als de juiste man voor zo'n belangrijke post. Die is eraan gewend om bij iedere weersgesteldheid buiten te zijn, terwijl hij over goed geoefende ogen en oren beschikt omdat hij in zulk innig contact met de natuur leeft. 'Als je dit doet,' zegt Gregori plechtig, 'zal ik je voordragen voor de onderscheiding "Held van de Arbeid"!'

De Lap waggelt grijnzend de deur uit om een oogje op de Duitsers te gaan houden. Maar de storm blijkt óók hem te machtig en al spoedig kruipt hij weg in de rendierstal. Voor hij gaat slapen geeft hij de rendieren opdracht om goed te luisteren en hem wakker te maken als er vreemden komen.

'En die onderscheiding kunnen ze in het hol van een bruine beer steken!' mompelt hij, vlak voordat hij in slaap valt.

De hele dag verstrijkt zonder dat ze ook maar een glimp van één enkele Duitser opvangen en langzaam krijgen de dorpelingen weer nieuwe moed. 'De rode engel' is herschapen in een formidabel fort. Achter de keuken is een mortier van tachtig millimeter opgesteld. Weliswaar zijn er slechts twee oefengranaten beschikbaar, maar volgens Gregori zal alleen het lawaai al voldoende zijn om de Duitsers behoorlijk schrik aan te jagen.

De zware Maxim-mitrailleur is vlak bij de deur geposteerd. Niemand komt op de gedachte dat het koelwater bevroren moet zijn tot ijs. Zelfs al kan het wapen op dit moment niet worden gebruikt, blijft het er zeer vervaarlijk uitzien – en munitie ervoor is er meer dan voldoende.

'Is de noodtoestand nog steeds van kracht?' vraagt Sjenta, als ze op kosten van de staat wodka en bier eisen.

'Wat dacht jij dan?' vraagt Gregori sarcastisch. 'Zelfs zo'n stom wijf als jij moet kunnen zien dat de strijd spoedig zal losbranden!'

'Nou, het zal mij een zorg zijn,' geeft ze zich zuur gewonnen en schenkt de glazen vol tot aan de rand.

'Noch de Duitsers, nóch de Finnen zullen ons levend te pakken krijgen!' brult Michail opgewekt, waarna hij haastig zijn vijfde pul bier leegdrinkt.

'Ze zeggen dat in de oorlog de besten er het eerste aangaan!' roept Kazar boven het ontzaglijke kabaal uit. 'Wat zeg jij daarvan, Yorgi, jij hebt al eens een oorlog meegemaakt?'

'Onzin,' verklaart Yorgi, 'je kunt toch zelf zien dat ik nog leef! Oorlogvoeren is iets heel natuurlijks voor mensen – en als je slim bent kun je magere Hein best te glad af zijn. In het 809de Regiment Infanterie, waarin ik korporaal was, hadden we een sergeant die de sectie vaak waarschuwde voor naderend gevaar, alsof-ie koffiedik kon kijken: "Jongens, loop niet dat veld in! Daar liggen mijnen die je aambeien in je strot zullen blazen!"

Maar in de sectie waren er een paar slimmeriken die niet wilden geloven wat hij zei, dus liepen ze zo het gras op. Bang! Die mijnen ontploften meteen, een hoop aarde en stront met zich meenemend. Die sergeant leerde ons dat je niet moest geloven dat alles voorbeschikt was, bijvoorbeeld op een mijn trappen, of een fascistische kogel met je lichaam tegenhouden. "Als alles fout loopt," zei die sergeant altijd, "en de vijand haalt je het vel over de oren, sla je gewoon als een waanzinnige van je af. Blijf vooral nooit achter! Je pakt gewoon je voeten in je handen en blijft doorhollen!"'

'Als de Duitsers komen,' besluit Gregori, 'neem jij de leiding. Jij hebt ervaring en wij anderen kunnen van jou leren.'

Yorgi ramt trots op zijn borst en laat het machinepistool boven zijn hoofd zwaaien, zodat er een half magazijn kogels in het plafond wordt leeggeschoten.

'Alles wat je breekt moet betaald worden!' roept Sjenta nijdig.

Ze klimt op een stoel om de balken van de zoldering te controleren.

'Ik hoop maar dat dat oorlogsgedoe niet al te veel schade veroorzaakt,' zucht ze bezorgd, als ze van de stoel klautert.

Tegen die tijd is zo ongeveer het hele dorp in 'De rode engel' verzameld. Iedereen praat tegelijkertijd om zijn angst te onderdrukken met woorden. Niemand van de vrouwen vit op haar echtgenoot omdat hij weer eens dronken is.

Een groepje mannen oefent zich in het laden en ontzekeren van de Maxim-mitrailleur bij het raam. Natuurlijk gebeurt het onvermijdelijke. Een complete patroonband doorboort de houten muur, zodat de kogels door de keuken fluiten en Sjenta en Sofija op een haar na gedood worden.

'De Duitsers, de Duitsers!' gilt iemand uit het kolenhok, waar hij Sofija heeft afgelost.

Gregori gooit een handgranaat het raam uit. Michail stuurt een hagel van kogels naar de hoop opgewaaide sneeuw aan de kant van de weg. Sjenta vuurt haar jachtgeweer af en raakt de opgezette beer. In den blinde begint ze met de kolf om zich heen te slaan en raakt Fjedor, die achter de mitrailleur ligt.

'Heilige Rafaël,' schreeuwt hij, in doodsangst zijn handen opstekend. 'Ik geef me over! Het was Gregori, dat bolsjewistische zwijn, dat ons dwong om op jullie te schieten! Doodt me niet, towaritsj Germanski!'

Als alles even later weer tot bedaren is gekomen beginnen ze met elkaar te ruziën. Niemand wil nog met Fjedor praten, die in zijn eigen versie van de Finse taal nog steeds op de grond zit te praten. 'Jij wilde me aan de vijand verraden!' brult Gregori toornig. 'Daarvoor zul jij je in Moermansk moeten verantwoorden, zodra de oorlog voorbij is!'