In een beschuldigende stilte maakt ze het ontbijt voor hem klaar. Uit ervaring weet ze dat hij tot laat in de middag zijn mond niet zal opendoen.
Hij trekt zijn uniformjasje met de brede schouderpatjes aan, schiet in zijn dikke lange bontjas en zwaait zijn Kalasjnikov over zijn schouder. Dan drukt hij de boelovka met de rode ster stevig op zijn hoofd.
'Ik ga even naar buiten om te zien of alles in orde is en er geen rendieren op hol zijn geslagen,' zegt hij op verontschuldigende toon, zijn uiterste best doend om een verzoenend glimlachje te voorschijn te toveren.
Tegen de huilende storm in worstelt hij zich door de dorpsstraat en zweert in stilte dat hij niet 'De rode engel' zal binnenstappen, ook al schreeuwt zijn keel om een drankje.
Even voor hij de hondenkennel bereikt komt de Lap Zoliborz in razende vaart aanglijden in een door rendieren getrokken slede.
'Vlucht, Stefan Borovski!' schreeuwt hij opgewonden, 'Ga terug naar Moskou zo snel je honden kunnen rennen! De Duitsers komen eraan!'
'Laat me jouw adem eens ruiken, Eskimo,' beveelt Stefan, terwijl hij zijn neus vlak bij de mond van de Lap brengt.
'Ik ben niet dronken, Pan Stefan. Ik ben even nuchter als Gods Zoon aan het kruis! Geloof me, ik heb de Duitsers gezien! Ze zeiden van alles dat ik niet begreep, maar ik kon in hun krankzinnige ogen lezen dat ze waren gekomen om iedere zoon van een Russische moeder uit te roeien!'
'Als je hun taal niet verstond, hoe weet je dan dat het Duitsers waren?' vraagt Stefan wantrouwig. 'Het kan wel een Siberische patrouille zijn geweest! Die zou jij evenmin kunnen verstaan!'
'Het waren wel degelijk Duitsers, Pan Stefan. Ze sloegen me maar één keer en geen van hen heeft me getrapt, hoewel ze heel kwaad waren. Als het Siberiërs waren geweest zouden ze me getrapt hebben en later hebben doodgeschoten. Deze mensen hebben me laten gaan. Net als die mensen die mijn broer ontmoette hém hebben laten lopen.'
'Waar kwam je ze dan tegen?' vraagt Stefan weinig op zijn gemak, naar de heuvels starend.
'Dat was hooguit een uur of vijf geleden. Vlak voordat de storm draaide naar het oosten.'
'Hoe moet ik nou weten wanneer de wind is gedraaid? Ik ben toch geen weerprofeet! Ik ben politieman! Je probeert me toch zeker geen leugens te verkopen, jij robbenvreter! Ik veronderstel dat je weet waar Kolyma ligt?'
'Daar weet ik alles van: mijn grootvader is er geweest!'
'Waar zijn die Duitsers dan nu?' vraagt Stefan met ingehouden adem, zijn Kalasjnikov gereedhoudend.
'Daarginds, op de steppe,' legt de Lap uit, terwijl hij naar het noordoosten wijst. 'Stefan Borovski, je denkt er toch niet over om op die Duitsers te gaan schieten, wel? Want dan zij de hemel ons genadig! Ze zijn nu al kwaad genoeg, ook zonder dat iemand op ze begint te schieten. Als er ook maar één schot op ze wordt gelost zullen ze dit hele dorp aan stukken scheuren!'
'Kom mee,' beveelt Stefan vastberaden. 'Laten we "De rode engel" binnenstappen om de zaak te bespreken. We moeten een plan opstellen, opdat die Duitsers niet gaan denken dat wij stommer zijn dan zij.'
Sjenta zit te schommelen in de stoel van canvas, die haar lust en haar leven is. Die was eens van de directeur van de staatsfilmindustrie. Ze hebben die stoel, samen met een aantal andere dingen, vergeten mee te nemen toen er acht jaar geleden hier in het dorp een prachtige film werd gedraaid.
'De Duitsers zijn er!' roept Stefan wanhopig uit, zodra hij binnenstapt. 'De Lap en ik hebben ze gezien!'
Sjenta is zo dodelijk geschrokken dat zij met directeursstoel en al omvalt. In de kroeg ontstaat grote paniek. Zelfs de stokoude, reumatische waakhond begint zo luid mogelijk te blaffen.
Gregori, die met twee sledehonden onder de stamtafel heeft liggen snurken, rent naar het venster en begint opgewonden op de sneeuw te schieten, maar langzamerhand komen ze allemaal tot bedaren en beginnen de Lap te ondervragen.
'Weet je verdomd zeker dat het Duitsers waren?' vraagt Misja ongelovig. 'Jij verstaat geen Fins, en óók geen Duits!'
'Wat heeft dat er nou mee te maken,' brult Gregori. 'Een Duitser is een Duitser, al brabbelt-ie Hebreeuws – en zelfs dat kun je van die verraderlijke zwijnen verwachten!'
'Wat zeiden ze tegen jou?' vraagt Yorgi. 'En nou geen sprookjes, begrepen!'
'Ze zeiden "uitstappen" of "hier komen" of zoiets,' vertelt de Lap. 'Met kogels valt niet te spotten, en het kan ze niets schelen wie ze raken!'
'Als jij geen Duits verstaat, hoe weet je dan wat ze zeiden?' vraagt Sjenta verwonderd.
'Ze zeiden het in het Russisch,' zegt de Lap koppig. 'Ze spraken een heleboel vreemde talen, allemaal verschillende. Maar als je een Duitser ziet kun je je niet vergissen. Die duivels zijn allemaal even geleerd als joden. Heel anders dan onze soldaten, die alleen genoeg hebben geleerd om een machinepistool uit elkaar te halen en het weer in elkaar te zetten.'