Nog voor we onze positie hebben versterkt moeten we alweer verder terugtrekken. We hebben meer dan driehonderd gewonden bij ons. Al onze eerste-hulptrommels zijn allang leeg en we gebruiken smerige uniformrepen als verband. Uit de massa levende lijken stijgt de stank van verrotting op. Ze strekken hun knokige armen naar ons uit en smeken ons om hulp. Sommigen vragen om een wapen om een einde aan hun helse pijnen te maken. Anderen liggen ons stilletjes aan te staren met om genade smekende ogen.
'Laat ons niet in de steek, kameraad,' fluistert een stervende Feldwebel als ik met de MG aan mijn schouder langsloop.
'Laat ons niet in de handen van de Russen vallen,' kreunt een ander.
Ik kijk recht voor me uit – ik wil hen niet aanzien. Gelukkig komen de hospikken om hen op de takkenhopen te tillen die als draagbaren dienst moeten doen. We nemen ze met ons mee, zoals de overste ons heeft bevolen. Niemand mag achterblijven.
Van dunne boomstammetjes maken we sleden waarop we de gewonden leggen. Als ze sterven gooien we hen eraf en lopen verder.
Vier dagen later bereiken we twee gek uitziende heuvels met de vorm van suikerbroden. Het is nu zo koud geworden dat onze neuzen verstopt zijn door ijs en tranen tot ijspegels bevriezen. Staal verbrijzelt als glas en bomen splijten krakend open.
Gregor bekijkt zijn neus, die in zijn hand ligt. Hij betast het gat in zijn gezicht. Dan kijkt hij weer naar de neus in zijn hand, volkomen verbijsterd.
'Wat krijgen we verdomme nou!' roept hij en begint dan te gillen. Hij slingert de neus en zijn Mp van zich af. Alleen Heide, de supersoldaat, houdt het hoofd koel. Snel als de weerlicht neemt hij Gregor op zijn rug. De Legionair heeft Gregors neus opgeraapt. 'Hou hem bij je,' grauwt Heide. 'We moeten hem er weer aannaaien!'
'Is dat wel de moeite waard?' grijnst Porta. 'Het was trouwens een heel behoorlijke neus!'
Zonder acht te slaan op het ijlen van Gregor naait Heide de neus weer op zijn gezicht, neemt een bloederig stuk verband van een lijk en bindt het stevig rond Gregors gezicht.
'Zou het niet beter zijn dat ding vast te naaien met een dubbele naad, om te voorkomen dat-ie 'm er weer aftrekt?' oppert Tiny, een trommel ontstekingsdraad omhoog houdend.
Gregor jankt en kreunt, want ondanks het verdovende effect van de intense kou is de operatie buitengewoon pijnlijk.
Heide is niet bepaald een kosmetisch chirurg. De naald die hij gebruikt heeft hij eens gekregen van een veearts, die er paarden mee dichtnaaide.
'Slappeling!' scheldt hij, trekkend aan de neus om zich ervan te overtuigen dat hij stevig vastzit.
'Kan iemands lul er ook afvriezen?' vraagt Tiny zorgelijk.
'Dat kán gebeuren,' glimlacht Porta. Het Wetenschappelijk Instituut van het leger in Leipzig heeft over die kwestie een hele statistiek aangelegd; die wijst uit dat tweeëndertig procent van alle soldaten die aan arctische omstandigheden worden blootgesteld zonder feestlolly terugkomen!'
'Machtige Jezus, zoon van de Germaanse God!' kreunt Tiny. 'Wat moet je de hoeren in Godsnaam vertellen als je zonder jongeheer terug bent op de Reeperbahn?'
'Je hebt als prijsneuker geen toekomst meer, als de ijsberen hun maaltje met je Thomas hebben gedaan,' glimlacht Barcelona.
Plotseling staat een lange, broodmagere Feldwebel op van zijn takkenbed, rukt de bloeddoordrenkte verbandwikkels van zijn lichaam en rent, voor iemand beseft wat er gebeurt, het bevroren meer over.
Een paar hospikken rennen hem achterna, maar hij verdwijnt in de mist. Zijn waanzin werkt aanstekelijk en even later volgen twee andere gewonden zijn voorbeeld.
De overste is witheet. Hij geeft bevel dat er een schildwacht bij de gewonden moet worden gezet. De zaken beginnen pas goed uit de hand te lopen als een van de schildwachten met zijn Mp over zijn knieën in slaap valt.
Stilletjes kruipt een gewonde Unterscharführer van de SS over de grond naar hem toe en weet de Schmeisser te pakken te krijgen. Een regen van kogels wordt over de gewonden uitgesproeid, die wanhopig over hun takkenbedden liggen te rollen. Zijn ogen branden waanzinnig en schuimbelletjes knappen rond zijn gapende mond. Als het magazijn leeg is slaat hij de bewaker de schedel in en valt de dichtstbijzijnde gewonde aan door met de kolf van het wapen op hem in te slaan.
De Legionair is er het eerste bij. Hij werpt zijn Moorse dolk en het wapen boort zich in de keel van de waanzinnige. Met een gesmoord doodsgereutel zakt de SS-Unterscharführer ineen.
In de met bloed bespatte iglo is nu de hel losgebroken. De gewonden maken amok. Een luitenant der infanterie pleegt hara-kiri door zijn bajonet in zijn maag te stoten en omhoog te rukken. Zijn ingewanden puilen over zijn handen heen naar buiten. Een kanonnier grijpt Porta bij de keel en probeert hem te wurgen. Dan kraakt er een schot en valt de kanonnier achterover.
Even later hebben we andere zaken aan ons hoofd. Onder dekking van zwaar mortiervuur beginnen de Russen een aanval, die slechts enkele uren duurt. Dan slokt de sneeuw hen weer op en verdwijnen ze als geesten.