Met ogen die wazig waren geworden van ontroering keek ze hem geschrokken en verward aan. Ogen die een man zonder meer op zijn knieën konden dwingen.
En hij zakte op zijn knieën voor haar op de grond.
Hijgend van verontwaardiging probeerde ze hem overeind te trekken.
Hij bracht zijn hand naar zijn lippen en deed haar een plechtige gelofte.
‘Ana ahebbek, aashagek ya talyeti, ya noor donyeti. Ik hou van je, ik aanbid je, mijn Talia, licht van mijn leven.’
Ze bleef roerloos staan. Geschrokken hield ze haar adem in en schudde toen langzaam haar hoofd.
‘I-Ik… Dat hoef je niet te zeggen. Ik wil alleen met je samen zijn zolang ik kan… Dus je hoeft niet… niet…’
Hij stond op, streek met zijn smachtende lichaam langs het hare, sloeg zijn handen om haar heupen en tilde haar op. Zijn hart bonsde luid nu hij haar zo dicht bij zich had, als een kostbare schat in zijn armen. Hij glimlachte breed. ‘Ik begin er goed in te worden jou de mond te snoeren en tot luisteren te dwingen. Ja, ya talyeti, ik moet dit zeggen, omdat ik het voel, omdat het alles is wat ik voel.’
104
Ze wrong zich in zijn armen in allerlei bochten tot hij haar neerzette.
Hij glimlachte vol liefde naar haar, in de hoop dat ze in zijn hart zou kijken. Maar toen de ze hem verbluft en ontstelt bleef aankijken, werd hij onzeker.
Had hij het zich maar verbeeld? Ze wilde toegeven aan de begeerte die vanaf het eerste moment tussen hen had gesmeuld, maar was dat alles?
Een ondraaglijke twijfel en alles wat daarmee samenhing sloeg in als een kogelregen. Hij wankelde.
Ten slotte bracht hij de moeilijkste woorden uit die hij ooit had gezegd:
‘Als je mijn gevoelens niet beantwoordt, ga dan maar gewoon weg en vergeet dat ík dit ooit heb gezegd.’
De uitdrukking in haar ogen bracht hem nog meer van zijn stuk. Hij probeerde haar niet langer te doorgronden, bang om te hopen, bang dat ze alle hoop de grond in zou boren.
‘Ga je niet op mijn aanbod in?’ vroeg ze, met omfloerste stem.
Zijn hart kromp ineen. ‘Niet als jij niet hetzelfde voelt.’
Opeens zag hij een blik in haar ogen die hij nog nooit had gezien. Een onvervalst verleidelijke blik, zo begerig, uitdagend en erotisch dat hij de hormonen in zijn aderen meende te horen brullen.
‘Weet je zeker dat ik je niet op andere gedachten kan brengen?’ vroeg ze poeslief. Ze duwde haar gezicht in zijn hals en beet zachtjes in zijn kaak.
‘Talia…’ Hij gromde gekweld, zijn lichaam zo gespannen als een veer van verlangen om haar te beminnen.
Voor hij haar weg kon duwen trok ze hem aan zijn haren naar zich toe.
Hij wist dat hij niet meer zou kunnen stoppen als ze hem kuste. En hij zou haar liever helemaal niet krijgen dan op alle manieren behalve die ene die er echt toe deed.
Hij draaide zijn hoofd om, voelde haar verzengende lippen op zijn wang, vochtig, gretig. ‘Niet doen…’
‘O, hou je kop,’ gromde ze, hard aan zijn haar trekkend.
Voor hij zich los kon trekken, raakten haar lippen de zijne, hem verlammend met hun honger, hun zachtheid, hun geur en smaak.
105
Voor de pijn van dat alles tot hem door kon dringen, murmelde ze kreunend: ‘Ik dacht dat het onmogelijk was, maar ik kan nog meer van je houden. Jouw schuld.’
Hij deinsde achteruit, maar ze klemde zich aan hem vast. Hij raakte helemaal in de war van al die gemengde signalen. ‘Hou je van me?’
Weer beet ze zachtjes in zijn kaak, plagend, verleidelijk. ‘Tot in je laatste porie. Ik weet zeker dat zelfs de structuur van je cellen me zou opwinden.’
Het beeld dat haar woorden opriepen, hun draagwijdte, drong tot hem door. Een golf van vreugde ging door zijn lijf.
Hij tilde haar op, hield haar omhoog, bulderend van het lachen. ‘Jij bent de enige die zoiets zou zeggen, mijn unieke dauwdrupje. Dat ik toch verliefd moest worden op een arts.’
Ze steunde met haar handen op zijn schouders, haar ogen schitterend van begeerte, uitdaging en een tikje onzekerheid. ‘Van al die vrouwen die je hebt gehad, hè? Ik heb gehoord dat deze prins ook de sultan is van een wereldwijde harem.’
Hij zette haar neer en nam haar gezicht vastbesloten tussen zijn handen.
‘Eén vrouw voor mij. Voor altijd. En ik zou kunnen zeggen dat alles wat vóór jou kwam geen waarde had, maar dat is niet zo. Het had een doel. Daardoor kon ik herkennen van welke unieke waarde jij voor mij bent. Mijn ware geluk.’
Ze knikte, haar ogen overlopend van emotie. Ze geloofde hem. Op zijn woord. En hij geloofde haar. Hij wist dat ze echt helemaal van hem was.
Nu was de hele wereld van hem.
Hij ademde haar geur in, drukte zijn lippen op de hare. Alles buiten haar vervaagde. Zijn hele lichaam kwam tot leven, begeerte vloeide in golven door zijn binnenste. Magie. Liefde. Verering en nog veel meer.