Harres sidderde en gaf gas. Enkele tellen later raasde hij met het voertuig over de duinen, nog wilder dan de situatie vereiste.
Zwijgend stuurde hij het voertuig duin op duin af. Telkens kwamen ze met een harde smak neer. Ze lieten wolken stuivend zand achter zich en de motor werd tot het uiterste belast. Bij elke heftige schok greep de man hem steviger om zijn middel beet, klemde zijn benen vaster om hem heen en drukte zijn wang dichter tegen zijn rug. Harres had het gevoel dat ze één lichaam waren geworden.
De lichaamswarmte van de man drong tot in Harres lijf door en leek zich in zijn onderlichaam te verzamelen.
Adrenaline. Dat was het. En ongemak omdat iemand zich zo dicht tegen hem aan drukte, zelfs in deze situatie.
Ja. Wat zou het anders kunnen zijn?
Minuten later kwam zijn Mi-17 transporthelikopter in zicht. Dat was het mooiste wat Harres ooit had gezien. Niet alleen had hij hun vluchtweg bereikt, maar nu kon hij eindelijk die man van zich af schudden.
Hij nam een scherpe bocht, waarbij ze bijna omsloegen, en zette het voertuig stil aan de kant van de piloot.
Meteen trok hij Burkes handen van zijn middel en hees zichzelf in een beweging uit het voertuig. De man volgde zijn voorbeeld, weer soepel als een kat, en wachtte toen op instructies.
Nu zijn ogen aan het donker gewend waren, zag hij meer details. Met zijn verwaaide haren en die iriserende ogen zag Burke eruit als een elfje, licht en ijl, zijn schoonheid onaangetast door de beproeving…
Zijn schoonheid?
12
‘Stap in en doe je riem om,’ blafte hij, zich bewust dat zijn agressie een reactie was op zijn idiote gedachten. ‘Ik zet het voertuig even in de vrachtruimte en –’
De harde knal was het eerste wat tot hem doordrong.
Toen, het besef dat er geschoten was.
Vervolgens de geschokte blik in de ogen van de man.
Als laatste de stekende pijn.
Hij was geraakt.
Ergens in zijn linkerzij, ter hoogte van zijn hart. Niet erin. Hij voelde zich niet wegzakken. Nog niet.
Iemand was aan zijn mannen ontkomen en had hen hier verrast.
Hij draaide zich meteen om naar Burke om te voorkomen dat hij dekking ging zoeken. Daar was geen tijd voor.
Die moeite had hij zich kunnen besparen. Burke was geen bange dwaas, hij klom de helikopter al in, terwijl steeds meer schoten om hen heen klonken. Hij besefte dat hij bij toeval was geraakt. Dit was geen sluipschutter. Al betekende dat niet dat hij de helikopter niet kon raken.
Binnen een paar seconden zaten ze in hun stoelen en liet Harres de machine met brullende motor opstijgen.
Hij vergde het uiterste van de heli om hoogte en snelheid te winnen, en binnen een minuut wist hij dat ze te ver weg waren om zelfs maar gezien te worden.
Pas toen stond hij zichzelf toe aan zijn wond te denken. Van zijn rug naar zijn borst liep, net onder zijn oksel, een schrijnende plek. Een vleeswond. Of misschien was een bot licht geraakt. Niet erg, als er geen ader was geraakt.
De gedachte aan bloedverlies en shock maakte plaats voor meer slecht nieuws. Hij zag dat de heli brandstof lekte. De achtervolger had de tank geraakt.
Hij keek naar de meter. De hoofdstad haalden ze niet, evenmin als een andere plek in de bewoonde wereld waar hij contact kon opnemen met zijn mensen.
Hij zou naar de dichtstbijzijnde oase moeten vliegen, tachtig kilometer verderop. De moderne wereld was daar nog niet doorgedrongen, maar vandaar kon hij ruiters naar zijn mensen sturen. Al zou dat moeten 13
wachten tot na de zandstorm die volgens de voorspellingen het gebied spoedig van de buitenwereld zou afsluiten. Iedereen die van zijn missie wist, zou waarschijnlijk denken dat hij dood was, maar dat moest dan maar.
Het volgende ogenblik zag hij dat de lekkende brandstoftank niet hun grootste probleem was. Pas nu bleek dat het navigatiesysteem beschadigd was. De heli verloor snel hoogte en hij kon er niets aan doen.
Hij moest nu landen. Hier. Anders stortten ze neer.
Hij draaide zich om naar Burke. ‘Heb je je gordel om?’
De man knikte geschrokken. Harres had geen tijd hem gerust te stellen.
De volgende paar minuten probeerde hij elke truc die hij als testpiloot had geleerd om de heli heel aan de grond te krijgen.
Uiteindelijk stortten ze toch neer.
Een heftige reeks van verpletterende schokken, lawaai. Maar toen het eindelijk was afgelopen, leefden ze nog.
Met een zucht leunde hij achterover. De cockpit om hem heen werd even wazig. Had hij te veel bloed verloren of was het licht in de heli beschadigd?
Dat kwam later wel. Eerst zijn passagier.
Hij maakte zijn riem los, draaide de cockpitverlichting op vol en wendde zich tot Burke. De man had zijn wang tegen de rugleuning gedrukt, in zijn ogen een mengeling van angst en opluchting. Hun blikken ontmoetten elkaar.
Het was onmiskenbaar wat er toen gebeurde.
Harres kreeg een erectie.
Hij rilde en slikte. Wat wás dit? Draaide zijn lichaam door vanwege de stress?