Home>>read Koninklijke verleider free online

Koninklijke verleider(37)

By:Olivia Gates


Midden in de kale woestijn groeiden honderdduizenden dadelpalmen en olijfbomen. Wilde bloemen en cactussen waren talrijk en mooi. Er werden groenten en fruit, vooral vijgen, abrikozen, bessen en maïs verbouwd, allemaal verbazingwekkend groot en smakelijk. Naast paarden, kamelen, schapen, geiten, katten en honden waren er talloze wilde dieren, die niet schuw waren. Herten en vossen lieten haar dichtbij komen, een paar lieten zich zelfs aaien. Zelfs reptielen en vogels lieten zich paaien met voer.

Ze zuchtte van genoegen. ‘Niet enorm. Onmetelijk. Er komt echt geen eind aan.’

Harres liet haar grinnikend los, sprong van zijn paard en stak zijn armen uit om haar eraf te tillen. Zijn moeiteloze kracht en de liefhebbende blik in zijn ogen toen ze langs zijn lichaam omlaag gleed, bezorgde haar een tinteling in haar buik.

‘Vanaf de grond kunnen we ongeveer vijf kilometer ver tot de horizon kijken, verder als we hogerop gaan. Omdat we hier op honderd meter hoogte zitten, kunnen we ongeveer dertig kilometer ver zien. En omdat de oase op zijn smalste plek breder is dan dat, kun je het einde nergens zien, vandaar dat hij eindeloos lijkt.’

Ze vond het enig als hij iets uitlegde. ‘Je moet gids worden als prinsen ooit uit de mode raken…’ Ze kon haar tong wel afbijten. Grapjes hierover waren niet gepast nu er een samenzwering gaande was om zijn familie van de troon te stoten. Toch grijnsde hij naar haar. Blijkbaar wist hij dat ze er niets mee bedoelde en vond hij haar grapje leuk.

Ze glimlachte opgelucht terug en zei: ‘Ik begrijp nu waarom men dit een mystieke plek noemt.’

‘Dus het was de moeite waard?’

‘Ik zou blij zijn geweest met een vuilnisbelt als daar water en onderdak voor ons was. Maar het komt niet alleen omdat deze oase ons leven heeft gered dat ik haar zo verbazingwekkend vind. Het is een paradijs, 97





precies zoals je zei. Vooral vanwege de bewoners. Iedereen is zo aardig en slim en wijs.’

De belangrijkste reden liet ze weg. Zijn aanwezigheid.

Terwijl de zon onderging leidde hij haar naar een kristalheldere bron omringd door palmen, waar het rook naar bloemen en aarde.

Ze hielden stil bij de bron. ‘Ik zou hier best altijd kunnen wonen,’ zei ze zacht.

Harres spreidde een deken uit en keek op. ‘Zou je niet gek worden zonder alle moderne comfort?’

Ze ging op de deken zitten en stak haar hand uit naar de picknickmand.

‘O, ik zou vast wel dingen missen. Een warme douche, bijvoorbeeld.

En internet. Eh… En vast wel meer dingen, maar er wil me even niets te binnen schieten.’

Hij pakte de glazen. ‘En je werk dan?’

‘Dat kan ik hier ook doen, zoals ik het tot nu toe heb gedaan.

Waarschijnlijk bereik ik hier meer dan ik nu doe met het oplappen van mensen die weer te hard gaan rijden of opnieuw een overdosis nemen.’

Hij bracht een stukje abrikoos naar haar lippen. ‘Toch denk ik dat je op termijn zou verlangen naar uitdagingen die je hier niet kunt vinden.’

Hij kende haar te goed. En zij hem. Ze knikte. ‘Waarschijnlijk wel, maar de eenvoud, de rust die deze plek ademt, is zo betoverend. Als het aan mij lag dan was dit het normale leven en zou de drukte van de eenentwintigste eeuw de vakantie zijn.’

‘Dan krijg jij je zin.’

Dat klonk als een belofte. Alsof hij bedoelde dat hier nooit een eind aan zou komen. Toch had ze geen illusies. In werkelijkheid waren er bergen obstakels tussen hen.

Zij was een burger uit een ander land en een andere cultuur. Hij was een prins met plichten tegenover zijn volk. Dan was Todd er nog; wat zou zijn vrijheid Harres en zijn familie gaan kosten? Zelfs als ze een oplossing vonden die zijn familie spaarde en hem niet tot haar vijand maakte, werd er vast van hem verwacht dat hij een huwelijk sloot dat gunstig was voor zijn land.

Niet dat ze ooit aan trouwen met Harres had gedacht.

98





Ze keek toe, terwijl hij van gevlochten palmbladeren een handig mandje maakte voor haar fruit. Toen zei ze: ‘Weet je, toen ik hier kwam, dacht ik dat jullie Aal Shalaans allemaal verwende verdorven kerels waren, verslaafd aan excessen, hulpeloos zonder bewakers en gadgets, niets dan onverdiende rijkdom en geërfde status.’

Zijn handen vielen stil en er verscheen een nadenkende, sombere blik in zijn ogen. ‘En wat vond je van mij?’

Ze was hem de waarheid verschuldigd, al was die nog zo erg.

Beschaamd zei ze: ‘Toen ik de verhalen over jouw moed en overwinningen voor het eerst hoorde, dacht ik dat jij de allerergste van allemaal was. Dat je de held uithing, dat je met de eer ging strijken van de anonieme helden. Dat je rekende op de loyaliteit van je mannen en je onuitputtelijke rijkdom om de rol van Zohayds prins en beschermer te spelen. Ik dacht dat je ware ik wel tevoorschijn zou komen als je eenmaal je bezittingen kwijt was.’