‘Waar denk je aan, ya talyeti?’
Ze zette haar melancholieke gedachten van zich af en glimlachte naar hem. ‘Dat betekent mijn Talia, hè?’
Hij knikte en streek over haar haren, nu zacht en glanzend door een wonderbaarlijk mengsel van plaatselijke oliën. ‘Je Arabisch wordt elke dag beter.’
‘Ik vind het fascinerend, het is zo anders dan Engels. Ik zou graag meer leren.’
‘Dan doen we dat.’
Zo ging het altijd. Als zij iets wenste, zorgde hij ervoor dat ze het kreeg. Ze wist dat hij haar alles zou geven als dat mogelijk was.
94
Ontroerd beantwoordde ze zijn eerdere vraag. ‘Ik dacht aan mijn ouders.’
Zijn blik verzachtte zich. ‘Je hebt me verteld dat ze overleden zijn. Ik wilde niet doorvragen. In onze situatie toen, was het geen goed idee over de dood van dierbaren te beginnen.’
‘Maar nu wil je het weten.’
‘Alleen als het je geen verdriet doet om erover te praten.’
‘O, nee. Ik vind het heerlijk om over ze te praten. Het is juist erg als mensen het onderwerp vermijden, alsof dat me aan mijn verlies herinnert. Alsof ik dat vergeten ben. Ik mis ze juist meer omdat er niet over ze gepraat wordt.’
‘Mensen laten zich soms misleiden door hun goede bedoelingen.’ Zijn lippen trilden even. ‘Het verbaast me alleen dat je ze niet op hun nummer hebt gezet.’
‘O, dat heb ik heus wel.’
Hij grinnikte even, toen werd hij weer ernstig. ‘Zijn ze recent overleden?’
‘Soms is het net alsof het gisteren is gebeurd en soms lijkt het een eeuwigheid geleden.’
‘Ik begrijp wat je bedoelt.’
Haar hart miste een slag. ‘Heb jij ook iemand verloren?’
Hij schudde zijn hoofd, een warme gloed in zijn ogen. ‘Ik bedoelde dat ik jou ken. Het is zo’n intens gevoel dat het steeds nieuw lijkt, en toch is het zo sterk dat het voelt alsof je er altijd al bent geweest.’
Wat moest ze nu antwoorden op zoiets – onbeschrijflijks? Iets dat zo spontaan en oprecht klonk? Gelukkig wachtte hij niet op commentaar.
‘Maar ik heb niet zoiets meegemaakt. Mijn moeder overleed toen ik vijf was, dus kan ik me haar nauwelijks herinneren. Vertel me eens iets over je dierbaren, ya talyeti.’
‘Voor mijn gevoel heb ik ze tegelijk verloren, hoewel er zeven jaar tussen hun overlijden lag.’ Ze zuchtte beverig en stond toe dat hij haar tegen zich aan trok. ‘Mijn biologische vader heb ik nooit gekend. Ik wist dat hij bestond, maar hij wilde geen vrouw en kinderen. We droegen mijn moeders naam, tot ze trouwde met de man die ik als mijn vader beschouw. Todd en ik waren twee jaar. Toen ik ouder werd en 95
het hele verhaal hoorde, vond ik dat mijn moeder de gelukkigste vrouw op aarde was en mijn vader de beste man die er was. Ik heb nooit meer mensen gezien die zoveel van elkaar hielden.
Het enige probleem was dat mijn vader bijna dertig jaar ouder was dan mijn moeder. Zij was zijn eerste echtgenote. Hij zei altijd dat hij op haar had gewacht. Op ons allemaal. Toen ik tweedejaars student medicijnen was, vlak voor zijn tachtigste verjaardag, stierf hij in zijn slaap, naast mijn moeder. Ze is er nooit overheen gekomen. Zeven jaar later stierf ze aan een overdosis medicijnen. Ik had haar al jaren gesmeekt ze niet meer te nemen. Als ik thuis was geweest had ik haar kunnen redden, maar alleen Todd was thuis. Tegen de tijd dat de ambulance kwam, was het te laat.’
Ze zei een hele poos niets. Ook Harres zweeg. Toen ze het huisje binnen stapten, trok hij haar in zijn armen en drukte haar hoofd tegen zijn brede schouder.
Zo bleven ze staan te genieten. Het bonzen van zijn hart voelde ze door haar hele lichaam trillen.
Toen drukte hij een kus op haar kruin. ‘Ana aassef, ya nadda jannati.
Het spijt me voor je.’
Meer zei hij niet. Ze maakten zich klaar om naar bed te gaan. Eenmaal in bed, terwijl ze hem in de andere kamer hoorde lopen, realiseerde ze zich opeens waarom ze altijd zo snel opgaf in een relatie.
Door het voorbeeld van haar ouders had ze de lat heel hoog gelegd.
Elke relatie die ze ooit was aangegaan, was daar ver onder gebleven. Ze had haar pogingen al spoedig opgegeven, erin berustend dat ze nooit zoiets moois zou vinden. Ze had besloten dat ze dan net zo lief alleen was en was tevreden geweest met haar drukke, nuttige leven.
En nu was Harres er.
‘Het is… enorm.’
Harres drukte zijn sterke lichaam tegen haar rug en mompelde: ‘Ja, dat is het.’
Ze leunde tegen hem aan en keek over de laagvlakte van el waha uit, één grote oase, die zich voor hen uitstrekte.
96
Ze hadden er vier dagen over gedaan om de oase te paard te verkennen.
Nu, op de rug van Reeh, of Wind, het witte paard dat Harres bij haar redding had bereden, had ze het tot nu toe beste uitkijkpunt om alles te bewonderen.