‘Inderdaad. In vele opzichten. Al ben je eigenlijk te boos om dat echt toe te geven.’
Woedend keek ze hem aan.
Hij grijnsde en zei tegelijk met haar: ‘O, hou je kop.’
55
Hoofdstuk 6
Om te weten hoe ongelooflijk magnifiek en schitterend de nacht kan zijn, moet je die zelf hebben ervaren in de woestijn.
Helaas was het ook doodeng en vervreemdend.
Talia wist natuurlijk dat ze mijlen van de bewoonde wereld waren, maar zolang ze nog in de helikopter zaten, was dat niet meer dan een idee geweest. Nu was het werkelijkheid. Een werkelijkheid die haar zintuigen overweldigde.
Ze zag nu dat Harres de helikopter twintig meter onder de top van een zandduin aan de grond had gezet. Vanaf die plek had ze een nagenoeg onbeperkt uitzicht op de zee van zand, zinderend met een eigen, geheimzinnige energie, die een eigen ondefinieerbare kleur en een spookachtig licht leek uit te stralen. Heel in de verte staken de duinen messcherp af tegen het uitspansel dat bezaaid was met fonkelende scherven van de oerknal. Onder hun licht creëerde elke steile golf mysterieuze schaduwen die in vormen, in wezens leken te veranderen.
Het was alsof sommige naar haar keken, andere leken te wenken, weer andere leken dichterbij te kruipen. Nu begreep ze hoe de levendige, soms macabere sprookjes van het Midden-Oosten waren ontstaan. Ze had het gevoel dat er elk moment een geest of nog erger kon opduiken.
Al had ze misschien haar geest al gezien.
Op dit ogenblik was hij bezig de gehavende achterkant van de helikopter uit elkaar te halen om bij de spullen te komen die ze nodig hadden voor hun tocht.
Ze rilde en klappertandde, van angst en van de kou die haar verkilde tot op het bot.
Hoewel hij met veel herrie het verwrongen metaal met een schaar openknipte en de opnieuw opgestoken wind klaaglijk om hen heen huilde, had hij haar blijkbaar toch gehoord.
Hij ging kreunend rechtop staan. Ze vroeg zich af hoe hij erin slaagde zijn wond en de pijn te negeren – en zo efficiënt kon functioneren – op één shot met pijnstiller.
56
Hij legde zijn grote eeltige hand tegen haar wang. ‘Je staat te verkleumen. Ga weer in de cockpit zitten.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Ja, ik heb het koud, maar het valt wel mee.
Maar jij staat hier halfnaakt.’
Haar laatste woorden werden verhaspeld door nog een huivering die haar tanden deed klapperen.
Zijn blik werd streng. ‘We moeten een paar grondregels opstellen.
Wanneer ik iets zeg, dan gehoorzaam je gewoon. Ik voer hier het bevel.’
Ze zette haar gebalde vuisten in haar zij. ‘We zitten niet in het leger, en ik ben niet een van je soldaten.’
Zijn blik was onvermurwbaar. ‘Ik ben hier opgegroeid. En ik ben de leider van deze expeditie.’
‘We hadden toch afgesproken dat we gelijken zijn?’
‘Zijn we ook. We zijn allebei de baas op ons eigen vakgebied.’
‘En jij bent de woestijnridder, hè?’
Hij deed alsof hij beledigd was en legde zijn hand op zijn hart. ‘Wat, lijk ik daar dan niet op?’
‘Dat wel.’ Volmaakt zelfs, voegde ze er in gedachten aan toe. ‘Maar we hebben al vastgesteld dat schijn bedriegt.’
‘Ik dacht dat ik had vastgesteld dat dat niet zo is.’
‘Goed, je bent een ridder. Toch blijft dit mijn vakgebied. Ik ben gekwalificeerd om te beoordelen wie van ons onderkoeld dreigt te raken en tot jij net zulke warme kleren draagt zoals ik, ben jij dat. Dus als je klaar bent met voor de Hulk te spelen en we bij de spullen kunnen, ga dan terug naar de cockpit. Ik pak wel wat we nodig hebben.’
Hij stapte dreigend op haar af en duwde haar tegen de verwrongen romp. ‘Het kost jou uren om alles te vinden. Ik weet waar alles ligt en heb de spullen die we nodig hebben zo gepakt. Als jij tenminste even kunt ophouden met bekvechten.’
‘Oké, luister. Ik ben niet gewond. Ik ben warm gekleed en ik ben je arts. Jij bent de expert op het gebied van helikopters en overleven in de woestijn. Begrijp je? We zijn gelijken. Laten we allebei hier blijven.
Als we samenwerken zijn we de helft vlugger klaar.’
57
Zijn ogen waren op haar mond gevestigd, alsof hij haar woordenstroom met zijn lippen wilde onderbreken.
Toen keek hij op. Uit zijn blik sprak die verwarrende waardering waar ze gevaarlijk aan verslaafd begon te raken. ‘Jij bent een echte controlfreak, hè?’
Ze haalde nonchalant haar schouders op. ‘Moet je horen wie dat zegt.’
Zijn glimlach was adembenemend. ‘Inderdaad.’
Hoewel ze nog steeds in een benarde situatie verkeerden en de zaklantaarn die op de grond lag sinistere schaduwen op zijn knappe gezicht wierp, kon ze zich niet herinneren dat ze zich ooit zo… vol leven had gevoeld.
Vreemd wat een verschil het maakte met wie je in een bepaalde situatie was.