Opeens gekalmeerd vroeg hij: ‘Weet je niet wie ik ben?’
‘Je bent een Aal Shalaan,’ zei ze giftig. ‘Dat zegt mij genoeg.’
Zou haar houding veranderen als ze wist wie hij was? In positieve zin?
Hij hoopte het. Haar vijandigheid, die nu permanent leek, begon snel minder amusant te worden.
‘Ik ben niet zomaar een Aal Shalaan. Ik ben Harres.’
‘Ja, ik heb je de eerste keer al verstaan. Gewoon Harres, hè? Net zoiets als Elvis?’
‘Eerder een soort Captain Kirk. Je hebt echt geen flauw idee, hè?’
Achterdochtig keek ze hem aan. ‘Dus je bent een hoge pief?’
‘Ja, de op twee na hoogste,’ zei hij, nu helemaal niet vrolijk meer.
Eindelijk drong het tot haar door. Ze bleef hem aanstaren, alsof ze verwachtte dat hij nog iets zou zeggen om zijn verklaring en haar conclusie ongedaan te maken.
Afwachtend trok hij een wenkbrauw op. Hij wilde de gebruikelijke reactie op zijn identiteit zo snel mogelijk achter de rug hebben.
Ze schudde verward haar goudblonde hoofd en hapte verscheidene keren naar adem voor het haar lukte uit te brengen: ‘Ben je díé Harres Aal Shalaan?’
‘Zijn er nog meer dan? Ik dacht dat ik de enige was.’
‘Ik dacht dat het stereotiep van het domme blondje allang uit de mode was. Blijkbaar niet in Zohayd, als je denkt dat ik dat geloof.’
‘Ik denk juist dat je heel intelligent en bijzonder goed geïnformeerd bent. In het algemeen. In dit geval zit je ernaast.’
‘Prima. Een kenmerk van intelligentie is het openstaan voor nieuwe informatie. Kom maar op. Waarom bevrijdt de tweede zoon van de koning en Zohayds geliefde minister van Binnenlandse Zaken een gijzelaar?’
33
‘Zie je wel? Briljant. Recht op de enige logische vraag af. Het antwoord is al even logisch: omdat ik het niemand anders kon toevertrouwen. Ik wilde hier zelf bij zijn en ik ben blij dat het zo gelopen is.’
Ze lachte bitter. ‘Vast wel, want ik bleek de gijzelaar te zijn. Ik ben uniek en betoverend en dat we elkaar onder deze omstandigheden hebben ontmoet is een ongehoorde wending van het barmhartige lot, en meer van dat soort overdreven gezever.’
Zijn handen jeukten om dat trotse koppige hoofd beet te pakken, haar rancune te bedwingen en haar lust weer tot leven te wekken.
Dat zou echter averechts werken. Hij begon eindelijk de ernst van de situatie in te zien. Hoe bevooroordeeld ze was. Hij wist niet wat de oorzaak was van die ijsberg in haar binnenste, maar als hij niet oppaste, zouden al zijn pogingen haar vertrouwen te winnen erop stranden.
Hij liet ook het laatste spoortje van zijn glimlach verdwijnen. Hij moest ernstig overkomen, oprecht. Dat was niet moeilijk. Hij hoefde niet te doen alsof. ‘Zonet, voor mijn identiteit mij van een bondgenoot in een vijand veranderde, zou je het eens zijn geweest met alles wat je nu sluwe onzin vindt.’
Ze werp hem een nog bozere blik toe en hij realiseerde zich dat de gedachte dat ze voor de gek was gehouden haar woede alleen maar groter maakte.
‘Zeker. Ik werd bewerkt door een meester-manipulator. Ik was verlost van die woestijnschurken, jij was mijn grote redder in de nood. Maar je bent niet erg slim bezig. Mij vertellen wie je bent was de grootste vergissing die je kon maken. Het was beter geweest als je me had laten denken dat je onbelangrijk was, een van die honderden zogenaamde prinsen met een drupje Aal Shalaan-bloed. Onthullen dat je een prins van het zuiverste water bent, maakt je alleen maar meer verantwoordelijk voor de misdaden die je familie heeft begaan. Het maakt je tot de vijand die ik ten val kom brengen.’
Talia zag de verandering op het gezicht van Harres Aal Shalaan toen haar woorden tot hem door drongen.
34
Het was haar al eerder gelukt om die eeuwige, toegeeflijke glimlach van zijn gezicht te wissen, maar nu stond zijn gezicht ronduit grimmig.
Ze had haar tong wel kunnen afbijten, maar toch kon ze niet stoppen.
Haar teleurstelling dreef haar het er allemaal uit te gooien voor de haat haar zou verteren. Haar held, haar redder, de man die zijn leven had geriskeerd om haar te redden, was een Aal Shalaan. En niet zomaar een Aal Shalaan. Een van de vier grote jongens. De man die evenveel bevoegdheden had als de koning en wat ordehandhaving betreft zelfs nog meer macht. Dat kon maar één ding betekenen.
Hij had meer te verliezen dan de rest van zijn familie.
Hij had álles te verliezen.
Intussen daagde zij hem uit door te verklaren dat zij hem die verliezen kon toebrengen. Terwijl ze gestrand was in de woestijn en hij de enige was die haar weer naar de bewoonde wereld kon brengen.
Wedden dat haar dat nu niet meer ging lukken?
Ze hield haar adem in, wachtend op zijn reactie. Oké, woede en verontwaardiging hadden haar loslippig gemaakt. Ja, en zijn persoonlijkheid ook. Maar ze was zich nog steeds bewust van de eventuele gevolgen.