Jij bent de enige
Hoofdstuk 1
Schotland, september 1882
Ainsley Douglas had eerder die dag gezien dat mevrouw Chase een brief in de jaszak van lord Cameron stopte. Zowat pal voor mijn neus, dacht Ainsley. Dekselse vrouw. Nu zat ze op haar knieën, wat lastig was met haar baljurk, en graaide ze met haar handen in de kleerkast van lord Cameron.
Waarom uitgerekend Cameron Mackenzie? Zou mevrouw Chase dat weten? Ainsleys hart was op hol geslagen, maar ze probeerde zichzelf weer in de hand te krijgen. Nee, Phyllida Chase kon het niet weten. Niemand kon het weten. Cameron had het haar vast niet verteld, want dan zou het verhaal als de bliksem weer bij Ainsley terecht zijn gekomen. Iedereen hield immers van een sappig verhaal. De brief van de koningin zat niet in de jaszakken. In de kast vond Ainsley netjes opgevouwen hemden, doosjes met vlinderdasjes en halsdoeken. Duur linnen en de zachtste zijde, stoffen voor een rijk man. Haastig wroette ze door de kledingstukken, maar nergens vond ze de brief. Waarschijnlijk had de knecht de zakken van zijn meester doorzocht en eventuele papieren aan lord Cameron teruggegeven, of ze ergens veilig opgeborgen. Of Cameron had de brief al gevonden en die vervolgens verbrand, in de veronderstelling dat het weer een typische vrouwenstreek was. Ainsley hoopte vurig op het laatste. Niet dat dit haar probleem zou oplossen. Phyllida, die vervloekte vrouw, had al meer brieven van de koningin verstopt. Het was Ainsleys opdracht om ze hoe dan ook te onderscheppen. Haar zoektocht kostte haar in elk geval haar duifgrijze baljurk. Het was de eerste nieuwe jurk die ze in jaren had gekocht en die niet rouwzwart was. Haar knieën waren ook niet echt van gecharmeerd van deze zoektocht. Om nog maar te zwijgen over haar rug en haai; gezond verstand.
Ze schrok van het geluid van de deur die openging. Ainsley schoot weg en draaide zich snel om in de verwachting dat die enge zigeunerknecht van Cameron voor haar neus zou staan. De deur ontnam haar echter het zicht op degene die hem open had gedaan, waardoor Ainsley nog iets langer de tijd had om in paniek te raken. Gauw verstoppen, dacht ze. Maar waar? De deur naar de kleedkamer was te ver weg en de kast achter haar was te klein voor een vrouw in een baljurk. Onder het bed dan maar? Nee, ze zou zich er nooit op tijd onder kunnen wurmen.
De vensterbank lag slechts een paar passen bij haar vandaan. Ze kroop er vlug op, propte haar rok onder zich en trok gauw de gordijnen dicht.
Nét op tijd! Door het spleetje van de gordijnen zag ze lord Cameron achteruit de kamer in lopen, samen met Phyllida Chase, voormalig hofdame van de koningin met een vlekkeloze reputatie.
Plotseling voelde ze een steek in haar hart. Ze wist al weken dat Phyllida Cameron Mackenzie had gestrikt.
Waarom zou ze zich daar druk om maken? Phyllida was echt iets voor lord Cameron: lief, ervaren en niet geïnteresseerd in haar echtgenoot. En Cameron was echt iets voor Phyllida: rijk, knap en niet op zoek naar een vaste relatie.
En toch zat het haar niet lekker toen ze zag dat lord Cameron met zijn ene hand de deur dichtdeed en met de andere over Phyllida's rug streek. Ze sloeg haar armen om zijn nek terwijl Cameron vooroverboog en haar hals kuste. Het was een verlangende omhelzing. Schaamteloos. Ooit, lang geleden, had Ainsley zelf het verlangen van Cameron Mackenzie gevoeld. Ze herinnerde zich het vuur van zijn hartstochtelijke kus. Jaren waren verstreken, maar ze voelde nog steeds de lichte druk van zijn mond op haar lippen, op haar huid... zijn vaardige handen. Phyllida smolt in de armen van Cameron, en Ainsley sloeg haar ogen ten hemel. Ze wist maar al te goed dat meneer Chase in de tuinen een wandelingetje maakte met een aantal andere gasten. Dat wist Ainsley omdat ze zelf van het feest was weggevlucht toen de gasten uit de balzaal naar de tuinen waren gegaan, zodat ze de kamer van Cameron kon doorzoeken. Ze konden haar kennelijk niet even haar gang laten gaan. Nee, die vervelende Phyllida kon haar handen niet van haar Mackenzie afhouden en had hem hierheen gesleept voor haar buitenechtelijk avontuurtje. Wat een egoïstische tante.
De jas van Cameron gleed op de vloer. Ainsley zag zijn gespierde lijf, dat hij te danken had aan jaren paarden trainen. Lord Cameron bewoog zich erg soepel voor zo'n grote man, en hij was lang en sterk. Hij reed met gratie, en de paarden tussen zijn krachtige dijen reageerden op de kleinste aanraking. Net zoals de dames... Sommigen vonden hem minder aantrekkelijk was door het litteken op zijn jukbeen, maar daar was Ainsley het niet mee eens. Ze was onder de indruk van zijn lengte toen ze zes jaar geleden aan hem werd voorgesteld door Isabella. Dat gold ook voor zijn gehandschoende hand, waar haar kleine hand in verdween. Cameron leek toen niet zo geïnteresseerd in de oude schoolvriendin van zijn schoonzuster, maar daarna... O, daarna, dacht ze. Op dit moment had Cameron echter alleen maar oog voor die slanke donkerharige schoonheid, Phyllida Chase. Camerons vestje ging los, en toen zijn cravate en boordje, waardoor Ainsley zijn hals goed kon zien. Ze voelde een steek in haar borst en keek weg. Ze vroeg zich af wanneer ze weg kon glippen. In elk geval zou het stel zodra ze op bed lagen te veel met elkaar bezig zijn om haar op te merken als ze over de grond richting de deur kroop. Ainsley haalde even diep adem en voelde zich steeds beroerder worden.