Mijn maag maakte een salto terwijl ik de afbeelding bekeek. Eerst zag ik alleen groen en blauw, maar toen ik met mijn ogen knipperde, werden de details duidelijker.
‘Het is net als in Hydrocultuur,’ zei Logan. ‘Maar de planten zijn enorm, en dat speciale schapengras groeit overal. Kijk eens naar het plafond, het is blauw en gaat eindeloos door.’
‘Woont er ook iemand?’ vroeg ik.
‘Dat weet ik niet. In de tekst staan gegevens over zaken als inhaleerbare luchtmengsels, geschikte voedselbronnen, mineraalafzettingen, drinkbaar grondwater en iets wat ze het dierenrijk noemen. Voor zover ik kan zien, gaat het dan om dieren zonder werkelijke intelligentie.’
‘Om die informatie te verkrijgen moet er iemand Buiten zijn geweest.’ Hoewel ik dolblij was met het nieuws, vroeg ik me af hoelang geleden die gegevens waren verzameld. Alles veranderde met de tijd. ‘Kun je ook zien van wanneer dit is?’
‘Nee. Die informatie komt uit verschillende bestanden en is hier bij elkaar gestopt. Sommige zinnen zijn incompleet, en het springt van de hak op de tak. Sommige bestanden zijn beschadigd, daarvan kan ik maar de helft lezen.’
‘Het doet er niet toe wanneer het was,’ zei Domotor. ‘Waarschijnlijk was het voor de Trava’s de macht overnamen. Misschien raakten de Trava’s in paniek na die verkenningstocht, omdat ze bang waren dat ze de macht zouden kwijtraken als er zoveel ruimte was Buiten. We weten in elk geval dat het veilig is om naar Buiten te gaan.’
‘En we weten de code waarmee we de Poort kunnen openen,’ zei Logan. Hij typte iets in, en een reeks getallen marcheerde over het scherm.
Ik leerde de code uit mijn hoofd.
‘En dan nog iets…’ Hij wees. ‘Gekleurde knoppen. Groen om te openen. Rood om te sluiten. Ideeën?’
‘Om terug naar Binnen te gaan,’ zei Domotor. ‘Daarvoor zitten vast knoppen aan de buitenkant. Dat bewijst wel dat daar niemand woont, anders hadden ze de Poort wel geopend.’
Daar had hij een punt.
Ten slotte zei Logan dat hij verder geen bruikbare informatie meer had gevonden. ‘Hadden we die laatste wachtwoorden ook maar.’
‘En dat bestand met mijn geboorteweek?’ vroeg ik.
Domotor keek me verbaasd aan. ‘Is er een bestand met jouw geboorteweek?’
‘En het uur. Dat was ik vergeten.’ Logans vingers vlogen weer over de toetsen terwijl hij in zichzelf mompelde. Een wit scherm flitste op, en hij stopte even. ‘Eh… Trell, dit moet je even lezen. Het is van je moeder.’
Ik deinsde achteruit. ‘Dat kan niet… Ze kon niet weten dat ik hierbij betrokken zou zijn… Is dit een valstrik?’
Domotor boog zich naar voren om het scherm te kunnen lezen. ‘Nee. Ze zegt zelf dat de kans heel klein is dat je deze brief vindt.’ Hij las verder. ‘Het is als een stuk uit een dagboek. Meer voor zichzelf geschreven dan voor jou. Ze legt uit wat er is gebeurd. Interessant… Een bekentenis. Waarom heb je me niet verteld dat Kiana de spion was?’
Ik plofte neer op de bank. ‘Er is nogal veel gebeurd sinds ik je voor het laatst zag.’
‘Wil je weten waarom ze –’
‘Nee. Door haar zijn er vier mensen gerecycled. Ik hoef haar zielige smoesjes niet te horen.’
Hij keek me fronsend aan. ‘Op een dag wil je het weten.’
‘Dan vraag ik het je wel. Het doet er nu niet toe – zij is niet een van de oppers die ons willen helpen.’
Domotor klaarde op toen hij dat hoorde, en ik legde uit wat ik had gedaan op de bovenste niveaus. Maar ik noemde de naam van dokter Lamont niet, en ook niet Rileys neef. Domotor wist van de anderen, maar die twee waren nieuw. Hoewel ik ervan overtuigd was dat Kiana verantwoordelijk was geweest voor de dood van mijn vader en Rileys moeder omdat ze had gespioneerd voor de Trava’s, was Domotor toch degene die hun namen had genoemd.
‘Geweldig nieuws,’ zei hij toen ik hem helemaal had bijgepraat. ‘Stel je eens voor, we openen de Poort en leiden alle sloven en oppers die weg willen naar Buiten, en dan blijven de Trava’s hier alleen achter, zonder onderdanen.’
Ik zag het al helemaal voor me en schoot in de lach.
Nadat ik Logan had teruggebracht naar zijn barak, leende ik wat spullen uit de onderhoudsruimte, stopte ze in mijn gereedschapsriem en ging op weg naar de Tussenruimte. Met mijn hoofd vol visioenen van blauwe plafonds en groen gras haastte ik me naar de buitenmuur bij Kwadraat G1 – de locatie van de Poort.
Ik pakte mijn nieuwe zaklamp en richtte hem op de isolatie. Het dikke gele schuim golfde over de muur, en ik zag geen spoor van een deur eronder. Ik begon in de zuidwesthoek en besproeide de laag schuim met water, vanaf de vloer tot aan de steunbalken van niveau twee, langs het hele stuk muur. Het afbreekbare schuim, dat was gemaakt van groentestijfsel, loste op en droop omlaag. Al snel besefte ik dat twee flessen water niet genoeg zouden zijn. Er zat wel een meter schuim op de muur.