‘Heb je pijn?’ vroeg ik.
‘Ja,’ zei ze. Haar stem was zwak en beverig.
‘De dokter heeft deze pillen gegeven.’ Ik wilde een glas water gaan pakken, maar de vrouw greep me bij mijn arm.
‘Die pillen helpen niet tegen dit soort pijn. Kun je hier niet even bij me komen zitten, om wat te praten?’
‘Natuurlijk.’ Ik trok een stoel bij haar bed. Een tijdje zaten we daar bij elkaar, in een ongemakkelijke stilte.
‘Hoe heet je?’ vroeg ze ten slotte.
‘Ella.’
Een zwak lachje speelde om haar bleke lippen. ‘Dat is het? Geen familienamen?’
‘O. Ella Garrard Sanchia.’
‘Nog geen partner, dus?’
‘Nee. Ik ben de stagiaire van dokter Lamont.’ Ik waarschuwde mezelf dat ik goed moest oppassen met wat ik zei.
‘Heb je… Heb je haar gezien?’
Er was maar één mogelijke ‘haar’: de baby. ‘Ja. Ze is prachtig.’
‘Echt?’ De vrouw beet op haar lip.
Mijn instinct leidde me naar de juiste woorden. ‘Ze heeft lange donkere wimpers en nu al een hele bos haar. Haar gezicht is een perfecte ovaal en haar kin is puntig met een kuiltje erin. Haar huid is zo zacht en glad als de onderkant van een schapenoor.’ Ik was net zo verbaasd als de vrouw. Ik had die baby maar een paar minuten vastgehouden, maar toch zag ik haar in alle details voor me.
Helaas bezorgde mijn omschrijving de vrouw nog meer verdriet. De tranen stroomden, en haar borstkas schokte op en neer, op het ritme van haar gesnik.
Ik vond het vreselijk, en ik probeerde haar te troosten. ‘Maak je geen zorgen. Ze zal genoeg liefde krijgen in de onderste niveaus. In de Zorgeenheid worden de kinderen in groepen van tien opgevoed door de Zorgmoeders. Die houden van alle kinderen. Ze zal samen met de andere kinderen opgroeien, en die zullen voor haar zorgen. En ik weet zeker dat een van de oudere jongens haar zal beschermen. Ze zal doen alsof ze dat maar lastig vindt, maar ondertussen zal ze zijn grootste fan zijn.’
De vrouw staarde me aan alsof ik opeens vleugels had gekregen. Ik wist zelf niet waarom ik zoveel zei. Nou ja, ik had tenminste niet tegen haar gelogen. De andere kinderen konden heel beschermend zijn.
Ze vroeg me niet waar ik al die kennis vandaan had, maar slaakte een zucht van pure opluchting. ‘Hoe denk je dat ze haar zullen noemen?’
‘Hm… een mooie naam, maar niet al te meisjesachtig, want ik denk dat ze wel een beetje een wildebras wordt.’
‘Gillie? Dat heb ik altijd een leuke naam gevonden.’
‘Een prima keus.’
We spraken over Gillies leven, haar peuterjaren, haar opleiding en haar carrière.
‘Ik denk dat ze het liefst in de Zorgeenheid gaat werken. Eerst als helper, en dan als Zorgmoeder,’ zei ik.
Inmiddels waren de tranen van de vrouw opgedroogd. Ze glimlachte trots. ‘Ja, ik weet zeker dat ze dol zal zijn op de kleintjes en genoeg geduld zal hebben voor die drukke peuters van driehonderd weken.’
‘En die aardige man die bij de recycling werkt, weet je nog, die die metalen bloemen voor haar had gemaakt?’
‘Denk je dat hij haar partner wil worden?’ vroeg ze.
‘Hij heeft zijn schaarse vrije tijd en kostbaar materiaal opgeofferd om die bloemen te maken. Dus ja, hij is geïnteresseerd.’
Zo namen we Gillies hele leven door, inclusief al haar prestaties en de belangrijkste gebeurtenissen in haar leven. Uiteindelijk viel de vrouw in slaap met een dromerig lachje om haar mond.
Ik bleef naast haar bed zitten. Cog zou moeten lachen om mijn pogingen een opper te troosten. Hoewel? Nee, hij zou trots zijn. Ik mocht Ella wel. Ze was een goed mens, veel aardiger dan Trella, en ik hoopte maar dat ze erin zou slagen de komende dertig uur te overleven.
Dokter Lamont maakte me wakker. Ik had zitten soezen in de stoel. ‘Het spijt me,’ zei ik.
‘Nee, het spijt mij. Je hebt twintig helse uren achter de rug, en dan laat ik je ook nog op mijn patiënten letten.’
‘Jij moet toch ook slapen?’ Herinneringen aan het spoedgeval speelden door mijn hoofd. ‘Ik snap niet dat je zo rationeel kon blijven met al dat bloed, en dat je zomaar haar buik kon opensnijden…’ Mijn eigen maag keerde zich om, en ik moest mijn hoofd in mijn handen leggen om de werveling van sterretjes voor mijn ogen te onderdrukken.
‘Maar je deed het prima. Ik heb wel eens over stagiaires heen moeten stappen die waren flauwgevallen tijdens een operatie.’
‘Zoals ik al zei, ik zette gewoon mijn verstand op nul.’
Lamont drukte haar vingers tegen de pols van de vrouw en controleerde haar hartslag. ‘Arme Doreen. Ze zal het zwaar krijgen. Als je een kind verliest…’
Ze staarde naar de wand, maar ze keek duidelijk in een andere wereld. ‘Het verlies blijft je bij, het blijft hangen als druppels vocht tot de boel gaat roesten. En uiteindelijk kan de constructie het gewicht niet meer dragen en stort alles in.’