Uiteraard deelde ik haar mening over Karla, maar ik vroeg me wel af wat de hoofdcommandant had gedaan om zo’n heftige reactie op te roepen bij zo’n zorgzaam en vriendelijk persoon.
Op uur zestig vond er een bijeenkomst plaats van de oppers die bereid waren te helpen, in de zitkamer van de dokter. Riley en dokter Lamont hielden zich afzijdig van de anderen, die op fluistertoon met elkaar praatten, kennismaakten en herinneringen ophaalden aan eerdere gebeurtenissen. Jacob, Rileys vader, bleef maar naar zijn zoon kijken alsof hij verbaasd was over diens aanwezigheid.
Nu ik wist van de geboortebeperking van de oppers had ik van alles willen bespreken met Riley, maar daar was geen tijd voor geweest omdat de anderen al arriveerden.
Takia Qadim was de meest uitgesproken persoon van de groep en ze nam het woord. ‘Waarom zou het deze keer wel lukken?’ Ze richtte haar scherpe, intelligente blik op mij.
Ik maande mijn paniekerige hart tot kalmte en prentte mezelf in dat ik vooral open en eerlijk moest zijn. ‘Ten eerste weten we deze keer al waar de Poort is.’ Een interessante mix van gezichtsuitdrukkingen bij de vier oppers. Ik liet de informatie even tot ze doordringen.
‘Ten tweede hebben we nu toegang tot de andere verborgen bestanden. Een van die bestanden gaf ons de locatie, en ik ben er vrij zeker van dat in de andere staat hoe we de Poort kunnen openen en wat we aan de andere kant kunnen verwachten.’
‘Waarom heb je ons eigenlijk nodig?’ vroeg Hana Mineko. Haar zwarte haar zat in een knot op haar hoofd, met wat charmante losse krulletjes om haar gezicht. Ze speelde met een krul bij haar oor, trok hem recht en liet hem dan weer los. Elke keer sprong de krul terug.
‘Als de Poort geopend wordt, worden alle systemen in Binnen gealarmeerd. We hebben jullie nodig om dat alarm uit te schakelen zodat de Controllers en de Trava’s het niet merken. Als we eenmaal precies weten wat we aan de andere kant van de Poort kunnen verwachten, kunnen we plannen wat we gaan doen.’
‘Waarom weet je niet wat er in de andere bestanden staat?’ vroeg Takia.
‘Ze zijn beveiligd met wachtwoorden. Die moeten we nog zien te achterhalen.’ Geschrokken gemompel onder de oppers. ‘We hebben wel de wachtwoordvragen, en ik hoop dat we met zijn allen de antwoorden kunnen vinden.’
‘Even voor de duidelijkheid,’ zei Jacob. ‘Als het lukt om die bestanden te openen, moeten we jullie activiteiten verhullen voor de Trava’s als jullie de Poort openen?’ Hij keek de kring rond. ‘Dan zul je meer oppers nodig hebben.’
‘We hebben twee sloven die door het computernetwerk kunnen spoken en kunnen helpen met het verbergen van data. En vergeet Domotor niet, hij kan ook helpen.’ Zolang hij tenminste wilde luisteren naar Logans instructies.
Breana Narelle trok haar shirt omlaag over haar zwangere buik. ‘De vorige keer zijn er vier mensen gerecycled omdat Domotor werd gepakt. Deze keer weten we allemaal wie erbij betrokken zijn. Wat als een van de aanwezigen hier degene is die ons toen heeft verraden?’
‘We weten wie er voor Karla heeft gespioneerd, en we hebben haar dus niet uitgenodigd. Uiteraard moeten jullie hierover niets zeggen tegen anderen, maar vooral niet tegen Kiana Garrard,’ zei ik, trots dat ik niet struikelde over haar naam. Het kon dan wel zijn dat ze me misschien niet vrijwillig in de steek had gelaten, maar ze had toch een hoop ellende veroorzaakt.
De meesten knikten begrijpend, maar Jacob wisselde een merkwaardige blik vol verdriet met de dokter. Ik vroeg me af of ze Kiana kenden.
‘Waarom zouden we ons leven wagen voor de sloven?’ vroeg Breana. ‘Ze haten ons en zijn jaloers op ons. Ze willen niets voor ons doen, dus waarom zouden we hen helpen?’
Ik telde tot tien voor ik antwoord gaf, bedenkend dat ze haar hele leven leugens over de sloven had gehoord. Toen legde ik aan de groep uit hoeveel de sloven hadden gedaan om me te krijgen waar ik was. Ik vertelde over het zoeken in het computernetwerk, de opoffering van Cog, de risico’s die Jacy had genomen en het verbazingwekkende feit dat nog niet één sloof informatie had gegeven aan de Opper Cops ondanks de fantastische beloningen die de hoofdcommandant uitloofde.
‘De Trava’s zijn onze gemeenschappelijke vijand. Ze hebben ons allemaal voorgelogen om te voorkomen dat we ons verenigden. Denk even mee. Er zijn tien keer zoveel sloven als oppers. Maar jullie hebben de controle over de systemen die ons in leven houden, en de Trava’s hebben de macht over ons allemaal. Als we samenwerken, zijn de Trava’s nergens meer. Dan kunnen we terug naar de tijd waarin elke familie inspraak had.’
Mijn toespraak werkte, en de oppers begonnen plannen te maken. Ze wilden de wachtwoordvragen horen, en ik las ze voor. Op twee vragen kwam meteen een antwoord. Nog zes te gaan. Ik herhaalde de eerste vraag, en iedereen begon te brainstormen.