Riley ging op de rand van de bank zitten, en ik wist dat nu de vragen zouden komen. Hij stelde me niet teleur. ‘Wat was er zo belangrijk?’
Ik vertelde hem over Cog. Over zijn kracht, zijn opoffering en zijn overtuigingen. ‘Ik kon niet toelaten dat hij werd gerecycled zonder dat hij van de Poort afwist.’
Riley luisterde zonder me te onderbreken. ‘Dan moeten we de Poort openen voor hij wordt gerecycled,’ zei hij toen ik klaar was. Hij keek even naar de vloer, alsof hij twijfelde, en toen weer naar mij. ‘Je zei dat je geen partner hebt.’
Bijna schoot ik in de lach, maar ik herinnerde me net op tijd hoeveel pijn dat deed. ‘Dat is ook zo. Cogon is meer…’ Ik zocht naar het juiste opperwoord. ‘Meer als een broer. Jij zou moeten weten hoe dat is, jij hebt er een.’
‘Ik heb hem één keer gezien, en daarna was hij verdwenen.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Ik dacht dat sloven geen familie hadden.’
‘Die hebben we ook niet. Ik probeerde alleen een vergelijking te maken. Ik zat met Cog in de zorgeenheid. Dus we zijn samen opgegroeid, en we steunden elkaar.’ Ik had moeite om mijn ogen open te houden.
‘Ga maar uitrusten, Trella.’ Riley streek wat haren uit mijn gezicht en aaide toen over mijn wang.
‘Maar we moeten een plan verzinnen.’
‘Dat doen we wel als jij wat bent aangesterkt. Nu moet je rusten. Doe wat de dokter zegt.’
Deze keer gehoorzaamde ik.
Ik werd wakker van het onzachte geprik en gepor van de dokter.
Ze zat op het randje van de bank en hield de naald omhoog die ik uit mijn arm had gerukt. ‘Ik zie dat je hebt besloten je medicijn niet meer te nemen? Voel je je beter?
‘Ja.’ De duizeligheid en de misselijkheid waren verdwenen. Mijn maag knorde, en ik was zo slap als een vaatdoek, maar verder ging het wel. De dokter legde wat extra kussens onder mijn hoofd, want helemaal rechtop zitten deed te veel pijn.
‘Hier.’ Ze gaf me een warme kom met bruinig water en een lepel.
Ik rook even aan de merkwaardige substantie.
‘Dat is bouillon. Daar word je beter van.’ Ze klonk geamuseerd. ‘Als je dat binnen kunt houden, krijg je dikkere soep.’
Ik nam een klein lepeltje van de bouillon en wachtte af hoe mijn maag zou reageren. Mijn honger nam meteen toe, en ik liet de lepel voor wat hij was en dronk het spul direct uit de kom.
‘Geniet er maar van dat je nu nog zo snel geneest. Als je eenmaal voorbij de vijfendertig centiweken bent, gaat het een stuk moeilijker.’ Vervolgens gaf ze me de dikkere soep. ‘Over een paar uur mag je weer normaal eten.’ Ze kwam overeind en keek de kamer rond. ‘En ik neem aan dat je straks graag een douche wilt nemen en in een normaal bed wilt slapen.’ Haar blik ging weer naar mij. ‘Je hebt dat leerlingenuniform toch al aan, en ik heb nog een extra bed in mijn appartement naast de ziekenboeg dat je kunt gebruiken. Dat is bestemd voor een stagiair, maar geen van de huidige leerlingen heeft de juiste vaardigheden, en ik moet wachten tot een paar van de jongere kinderen wat ouder worden.’
Een genereus en gevaarlijk aanbod. Ze zou gerecycled worden als ik in haar kamers werd gevonden. ‘Zou mijn aanwezigheid niet verdacht zijn?’
‘Niet echt. Leerlingen hebben meer vrijheid en worden niet zo streng gecontroleerd tot ze een beroep hebben gekozen en een bitje hebben gekregen. Mijn baas zal zelfs blij zijn als ik met een stagiair aankom – hij zeurt er al weken over.’ Ze voelde mijn pols. ‘Krachtig. Het komt wel goed met je.’
Nadat ze wat medische attributen had verzameld, ging ze naar de deur. Voor ze wegging, keek ze me aan. ‘Denk maar even na over mijn voorstel, Ella. Riley weet waar hij me kan vinden.’
Uiteraard kon ik haar aanbod niet aannemen. Karla zou pas rusten als ze me te pakken had, en ik moest de locatie van de Poort bevestigen, met Logan praten over die bestanden, de Poort openen en mezelf dan aangeven bij de Opper Cops om Cog te redden. Ella de Opper spelen met deze vriendelijke dame stond helaas niet op mijn lijstje, hoe graag ik dat ook zou willen.
Dus nam ik alle taken nog eens door. Om de locatie van de Poort te bevestigen moest ik door de schachten klimmen. Dat kon nu niet, maar hopelijk wel over een uur of tien. Waar ik me zorgen om maakte was dat Karla misschien de coördinaten uit Domotor of Logan had gekregen en me voor was geweest. Wat dan? Dan zouden de Opper Cops de Poort in handen hebben. Ik kon de sloven dan natuurlijk nog wel vertellen over het bestaan ervan. Bij die gedachte lachte ik vreugdeloos. Dan zou ik de nieuwe profeet zijn die raaskalde over de Poort, een verzetje in het eentonige bestaan van de sloven.
Nee. Als Karla de Poort in handen had, was het einde oefening.
Als ik de Poort wel vond, zou ik meer te weten moeten komen over Buiten en over hoe ik die deur moest openen. Logan vermoedde dat die informatie te vinden was in de verborgen bestanden. Om die te openen had ik de wachtwoorden nodig, en Logan. Om hem te bereiken moest ik ook door de schachten klimmen. En als Karla Logan vasthield, of als we de juiste wachtwoorden niet konden vinden, was het spel ook uit.