‘Waarom ben jij eigenlijk niet gerecycled?’
‘Karla vermoedde dat ik meer wist, maar haar baas was tevreden. Ik heb twee centiweken in de cellen doorgebracht voordat de Trava’s me lieten gaan. Ze beweerden dat ik niet werd gerecycled omdat ik zo goed had meegewerkt. Ik ging weer aan het werk, maar niemand wilde met me praten of zelfs maar naar me kijken. De geruchten hadden zich al verspreid, en iedereen was bang dat ik een spion van de Trava’s was.’ Hij snoof even. ‘Hoe ironisch.’
‘Wanneer is dat allemaal gebeurd?’ vroeg ik.
‘Zo’n zestien centiweken geleden. Nadat ik was vrijgelaten speelde ik het spelletje mee. Ik hield me koest en was heel gehoorzaam. Na een tijdje besloten de Trava’s dat ze me niet meer in de gaten hoefden te houden. Ik wachtte nog eens drie centiweken voor ik het netwerk ging afspeuren naar die verborgen bestanden. Kennelijk heb ik toch niet lang genoeg gewacht.’ Hij wreef over zijn rug. ‘Karla was me niet vergeten.’
Ik wachtte op de rest van zijn verhaal.
‘Ze wantrouwde me en liet me weer ondervragen.’ Hij sloot zijn ogen en sloeg zijn armen beschermend om zich heen. ‘Die Opper Cop brak mijn rug, maar ik heb niets gezegd over de disks die ik had verborgen. Nadat ik was hersteld, stuurde Karla me hierheen, als straf, maar ook om te zien wat ik hier zou doen en met wie ik contact zou zoeken.’
‘En de spion?’
‘Ik had verkeerd gegokt. Ik denk niet dat Karla een van haar eigen mensen zou vermoorden, dus hij of zij spioneert nog steeds voor haar.’ Domotor haalde een notitiebord tevoorschijn en schreef vijf namen op. Toen gaf hij het bord aan mij.
Ik bekeek de lijst. Het waren bijna allemaal vrouwen. Eén naam viel me meteen op.
Domotor keek toe. ‘Misschien ben ik ouderwets, maar toen ik een deel van mijn handlangers verraadde, heb ik vooral de mannen genoemd.’
‘En wie waren dat?’
‘Wil je dat écht weten?’
‘Ja.’ Mijn stem was niet meer dan een gefluister.
Domotor staarde voor zich uit, naar het verleden. ‘We waren met zijn tienen.’ Hij lachte even droevig. ‘Tien – het magische getal van Binnen. Voor ik wist van de machtsovername van de Trava’s vroeg ik me altijd af waarom er maar negen belangrijke families waren. Later begreep ik dat er in de oorspronkelijke machtsstructuur altijd gestemd werd, waarvoor er een oneven aantal stemgerechtigden nodig was.’ Hij zweeg even. ‘Ik had aanhangers in elk van de acht overgebleven families. Sommigen waren vrienden.’
Hij richtte zijn blik weer op mij. ‘Er waren ook een paar stellen bij, onder wie jouw ouders.’
Mijn ouders lieten me koud. Het was alsof ik in een dunne laag staal gehuld was, als het over hen ging. Een beschermend harnas. Dus ze hadden geprobeerd Domotor te helpen. Wat dan nog?
‘Nadat ik was gemarteld, noemde ik jouw vader, Nolan Garrard, als medeplichtige.’
Zijn naam ketste pijnlijk tegen mijn stalen harnas, hoewel ik al wist dat hij gerecycled was.
Toen Domotor geen reactie zag, vervolgde hij: ‘Ik noemde ook Blas Sanchia en Shawn Lamont. En Ramla Ashon werd ook gerecycled.’
‘Ik dacht dat alle oppers twee familienamen hadden.’
‘De kinderen, ja. Als je eenmaal een partner hebt gevonden, kies je uit bij welke familie je wilt horen. Als je geen partner vindt, heb je dus de steun van twee families.’
Ik las de namen op de lijst nog eens. Jacob Ashon stond er ook bij. ‘Was Ramla Ashon…’
‘Rileys moeder.’
‘En… Kiana Garrard?’
‘Jouw moeder.’
Haar naam doorboorde onmiddellijk mijn stalen verdediging. Mijn ouders hadden geprobeerd dingen te veranderen, en mijn vader was erom gerecycled. Maar dat was gebeurd na mijn geboorte. Nee. Het liet me koud. Ik maakte mijn stalen harnas nog wat dikker.
‘Zal ik je vertellen over je –’
‘Nee.’ Ik las de lijst nog eens door. Kiana Garrard, Jacob Ashon, Hana Mineko, Takia Qadim en Breana Narelle. ‘Weet je ook wie van deze oppers de spion is?’
‘Nee. Ik dacht dat het Blas Sanchia was.’
Hoe kon ik de spion eruit pikken? Mijn gebrek aan kennis over de oppers zat me weer in de weg. Ik vertrouwde Riley, maar kon ik zijn vader ook vertrouwen? Misschien had Riley nog wat ideeën, of kon Logan het computergebruik van de oppers natrekken en zien of een van hen bij beveiligde Trava-bestanden kon.
‘En wat doen we met de Poort?’ vroeg ik.
‘Die zit onder het isolatieschuim. Ik zou nu alleen die isolatie weghalen en de deur blootleggen.’
Het was uur tweeënvijftig. Nog acht uur voor mijn volgende dienst. Ik berekende hoeveel tijd ik nodig had om te slapen, te eten en naar de buitenmuur te gaan. Ik had te weinig tijd, dus het zoeken naar de Poort moest wachten tot mijn volgende pauze. Maar voor één ding had ik nog wel tijd.