‘O, ja?’ zei Logan.
‘Ja. In de vraag gaat het over hét en wát. Het is het einde en het begin, wat is het? Een persoon zou wie zijn en een plek waar.’
Riley ging op de andere stoel zitten en deed zijn handen voor zijn ogen alsof hij niet afgeleid wilde worden. ‘Alles hier is rechthoekig en vierkant. Geen cirkels.’
Ik plofte op de bank neer. De woonkamer was te klein om te ijsberen. Ik speurde mijn geheugen af naar cirkels en probeerde een verband te vinden. ‘Eigenlijk is alles hier een cirkel. De lucht circuleert door Binnen, door de filters en zuiveringsinstallaties. Hetzelfde geldt voor het water en de riolering. Alles wordt gerecycled en hergebruikt, niets wordt verspild.’
‘Moet ik cirkel proberen?’ Logans vingers zweefden boven het toetsenbord.
‘Ja.’ Ik hield mijn adem in.
‘Nee. Nog eens.’
Shit. Ik herhaalde de vraag in mijn hoofd. Hij klonk bekend, alsof ik hem al eens eerder had gezien of gehoord. Misschien toen ik nog in de zorgeenheid woonde. Maar ik had zoveel lessen gehad, in wiskunde, biologie, natuurwetenschappen… ‘Water?’
‘En hoe past dat dan?’ vroeg Riley.
‘Water volgt een cyclus. Het verdampt, condenseert, bevriest en smelt als het verandert van een gas in een vloeistof en dan in een vaste vorm. Water is heel belangrijk voor Binnen, zonder zouden we niet kunnen bestaan.’
‘Dat geldt ook voor lucht en voedsel.’ Hij dacht even na. ‘Lucht volgt ook een cyclus. We ademen zuurstof in en ademen kooldioxide uit. De planten in Hydrocultuur absorberen de kooldioxide en geven zuurstof af. Bij voedsel gaat het ook om een cyclus van eten en produceren. Denk maar aan de schapen.’
Ik grinnikte. ‘Zou Schaapje het antwoord weten?’ vroeg ik.
Hij haalde zijn handen weg en lachte even naar me. ‘Schapen eten gras en andere gewassen, en produceren mest die het gras en de gewassen in Hydrocultuur laten groeien. Nog een cyclus.’
Logan probeerde water, lucht en voedsel. ‘Nee. Nog drie keer te gaan.’
Nu ik er zo over nadacht, besefte ik dat honderden zaken in ons leven een cyclus vormden, inclusief de mensen. Misschien was het antwoord niet een voorbeeld van een cirkel, maar eerder een concreet object of een wiskundig symbool. ‘De nul is rond. Is het symbool voor oneindigheid niet een acht die op zijn kant ligt?’
‘Maar dan neem je dus aan dat het antwoord iets met een cirkel te maken heeft,’ zei Riley.
‘Kun jij iets anders verzinnen?’
‘Nee, maar om nou te proberen het te verbinden aan een wiskundig getal of concept…’ Hij gooide zijn handen in de lucht. ‘Dan zijn er miljoenen mogelijkheden. Dat lijkt me niet –’
‘Stop!’ Een van zijn woorden riep een herinnering bij me op. Ik dacht terug aan het incident, zocht redenen waarom het niet zou kloppen. Een gevoel van zekerheid welde op in mijn borstkas. Ik wist het antwoord.
Logan en Riley staarden me aan.
‘De miljoenste week, dat is het antwoord.’ Ik herinnerde me de bijeenkomst en de woorden van de oude man: ‘De miljoenste week is niet het einde, maar het begin.’
Riley kreunde, en de hoop verdween uit Logans blik.
‘Dat is maar een mythe, om mensen bang te maken. Week één miljoen zal een week zijn als alle andere. Het is allemaal onzin,’ zei Riley.
‘Dat zeiden ze ook van de Poort.’ Ik gebaarde naar Logan. ‘En toch zijn we nu één wachtwoord verwijderd van de locatie.’
Logan keek me aan. ‘Hoe moet ik het dan intypen?: Week een miljoen of de miljoenste week?’
‘Probeer allebei maar.’
Riley en ik konden onmogelijk blijven zitten en gingen bij Logan staan. Ik hield de rug van zijn stoel vast terwijl hij de miljoenste week intypte en op enter drukte. De woorden verdwenen, en de wachtwoordcursor verscheen weer. Deze keer typte hij week een miljoen in.
‘Weet je het zeker?’ Logans vinger zweefde boven de toets.
Ik liet de stoel los en greep Rileys arm beet. ‘Ja.’ Ik wilde me afwenden, maar ik bleef naar het scherm kijken. Het werd zwart, en toen vlogen er regels tekst over het scherm, net zo snel als mijn hartslag. Ik kon de woorden niet lezen. Ze bleven verspringen omdat er steeds nieuwe regels op het scherm kwamen.
‘Logan?’ Het kon me niet schelen dat ik hem bij zijn naam noemde.
‘Ja! Ik heb het!’
Ik sloeg mijn armen om Logans nek en kuste hem op zijn wang. Toen draaide ik me om en omhelsde Riley. In alle opwinding tilde hij me op en zwierde me in het rond.
Logan begon een serie getallen op te ratelen.
‘Hoe moet ik dat vinden?’ vroeg ik, nog duizelig en opgewonden van Rileys arm om me heen.
‘O ja. Wacht even.’ Logan begon weer als een bezetene te tikken, en een ruwe schets van de indeling van Binnen verscheen op het scherm, met in een vierkantje ergens onderin een pulserend lichtje. ‘Bij de westelijke muur in Kwadraat G1. Dat is in Hydrocultuur.’