Geen gevloek, geen pesterijen. Dit was eigenlijk best aangenaam. Maar als ik er niet in zou slagen de sloven te helpen, zou het gescheld meteen weer beginnen. Ik lachte even in mezelf. Als ik faalde, zouden scheldende sloven niet mijn grootste probleem zijn.
Logan ijsbeerde door de gang, bijtend op zijn nagels. Ik keek of er geen Opper Cops in de buurt waren en liep naar hem toe. Toen hij me zag, bleef hij staan. Ik trok zijn hand omlaag.
‘Probeer wat minder nerveus te lijken,’ zei ik. ‘Hoe slaag je erin om aan Zippy en andere apparaten te werken zonder jezelf te verraden?’
‘Anne-Jade. Die heeft stalen zenuwen. Het moet wel heel heet worden, willen die smelten.’
‘We zijn zo uit zicht.’ Ik leidde hem naar een kleine deur vlak bij de zorgeenheid. Daar haalde ik zijn decoder uit mijn gereedschapsriem en fluisterde: ‘Let even op of niemand het ziet.’ Toen hield ik het apparaatje bij het slot op de deur en drukte de knop in.
‘Anne-Jade? Wat doe jij hier?’ vroeg Logan.
Ik keek over mijn schouder. Anne-Jade kwam op blote voeten aanlopen in een strak blauw werkuniform. Haar dikke haar zat in een enkele vlecht.
‘Ik moet Trella’s geboorteweek en baraknummer weten,’ zei ze.
‘Waarom?’ vroeg Logan.
‘Goed idee,’ zei ik, en ik ratelde mijn gegevens af. ‘Ik hoor aan het werk te zijn in –’
‘Schacht een-elf. Ik weet het.’ Ze haastte zich weg.
Ik nam mijn schoonmaakrooster in gedachten even door. Twee waterbuizen en nog wat luchtbuizen op niveau een. Niet al te lastig voor haar.
De decoder was klaar. Ik maakte de deur open en trok Logan mee naar binnen in een kleine voorraadkamer gevuld met stapels linnen luiers. Ik sloot de deur weer en deed mijn zaklamp aan. Onder de voorraadplanken zat het rooster van een verwarmingsbuis. Mijn medesloven knipperden niet met hun ogen als ik mezelf ergens zo’n buis in wurmde, maar Logans aanwezigheid zou ongewenste aandacht trekken. Daarom had ik een plek bedacht waar niemand ons zou zien. Ik had echter geen oplossing kunnen bedenken voor het feit dat ik mijn dienst zou missen, en had dus maar gehoopt dat we zo snel klaar zouden zijn dat ik het einde van mijn dienst nog kon doen. Gelukkig bleek nu dat Anne-Jade er iets op verzonnen had.
‘O,’ zei Logan. De verwarde blik verdween uit zijn ogen. ‘Ze doet alsof ze jou is, zodat de Opper Cops niets vermoeden. Slim!’
‘Jij bent ook slim,’ zei ik.
‘Niet op die manier.’
‘Is er dan nog een andere manier?’
‘O, ja. Ik weet alle technische dingen, maar zij is degene die alles weet te verbergen. De Opper Cops lopen voortdurend langs onze spullen zonder hun bestaan op te merken. Zij bedenkt wat we mee kunnen nemen uit de recyclingcentrale, en wanneer. Zij was degene die erop stond dat we de andere TechNo’s niets over ons zouden vertellen. En dat was dus maar goed ook.’
‘Dat is slim,’ beaamde ik. Ik trok het rooster opzij en wees. ‘Volg me, het is niet ver. Doe het rooster weer op zijn plek als je binnen bent, en houd je gedeisd. Stemmen dragen ver in die buizen.’
Hij knikte en begon weer aan zijn vingernagel te knagen. Ik wurmde me de buis in en kroop een stukje door om plaats te maken voor Logan. Mijn pijnlijke onderarmen protesteerden. Als ik zo vaak door die nauwe buizen kroop, zou ik nog eelt krijgen op mijn ellebogen en polsen. Hoe moest ik dat uitleggen aan hoofdcommandant Karla?
Het duurde twee keer zo lang als normaal om bij Domotors vertrek te komen. Logan paste wel in de buis met zijn tengere gestalte, maar zijn armspieren waren het niet gewend om zijn gewicht voort te trekken. Toen we eindelijk bij de schuilplaats aankwamen, werd Domotor met een schok wakker. Hij had liggen slapen op de bank. Hij duwde zichzelf omhoog tot hij zat en keek geschrokken naar Logan.
‘Ik hoop dat hij hoort bij die “paar dingen” die je moest checken. En dat hij geen Opper Cop in vermomming is,’ zei hij.
‘Wees gerust. Logan komt ons helpen met het computersysteem.’
‘Tenzij hij kan toveren met technologie –’
Logan zag de computer, verspilde geen seconde en ging voor de monitor zitten. Ik hielp Domotor in zijn stoel en rolde hem naar Logan.
De TechNo piepte van verrukking. Zijn vingers vlogen over het toetsenbord. ‘Je hebt een bitje!’ Hij grijnsde breed.
‘Ja, maar je kunt niet –’
‘Ik gebruik de glipmodus. Dan ben ik net een geest. Wat probeer je eigenlijk te doen?’
Domotor begon allerlei technisch gebazel uit te slaan. Logans ogen lichtten op, helemaal opgewonden door de uitdaging. De profeet knikte en maakte goedkeurende geluiden terwijl ze samen aan het werk gingen. Ik plofte neer op de bank. Mijn verlangen om hen te onderbreken, om hem te vragen naar kleding voor Cogs afleidingsmanoeuvre, streed met mijn verlangen om in slaap te vallen. Ik probeerde me te herinneren wanneer ik voor het laatst had geslapen. Die berekening was te veel voor mijn vermoeide brein, dus liet ik mijn hoofd rusten op de armleuning van de bank.