Home>>read Inside Out free online

Inside Out(46)

By:Maria V Snyder


‘Vinco’s volgende dienst begint om uur tien. Ik kan wel wat hebben, maar Vinco’s mes kan ik niet langer dan twee uur verdragen.’



Toen ik uit de filterkast klauterde, ging net de bel voor de bijeenkomst van het honderdste uur. Shit. Nu had ik geen tijd meer om mijn vieze, met zweet doordrenkte uniform te verwisselen. Ik rende naar de plek waar ik me moest melden – de kantine – en eindigde als laatste in een korte rij. Slechts drie sloven tussen mij en hoofdcommandant Karla. Ze leunde tegen een tafel en keek naar de controleprocedure. Ik vroeg me af waarom ze er nu alweer was.

Mijn stem trilde niet terwijl ik mijn gegevens opdreunde, maar mijn hart begon sneller te kloppen toen Karla met samengeperste lippen mijn werkpak bekeek. Ik probeerde langs haar heen te schuifelen.

‘Beetje laat?’ vroeg ze.

‘Sorry, sir.’ Ik deed een stap in de richting van de eetzaal.

Ze versperde me de weg. ‘Je had geen dienst. Wat heb je gedaan in je vrije tijd?’

Haar blik had het warmste hart kunnen bevriezen. Ik knipperde met mijn ogen. Ze overviel me met haar vraag, en ik kon zo snel niks verzinnen.

‘Hé, Trella,’ riep een andere sloof. Het was een oudere man met kort grijs haar en een gekromde rug die vlak voor me door de controle was gegaan. ‘Nog bedankt dat je me hebt geholpen met die verstopte afvoer. Zonder jouw kleine handjes was het me nooit gelukt.’

‘Graag gedaan,’ zei ik, en ik wuifde even naar hem.

Karla greep mijn hand beet en inspecteerde mijn korte vingernagels.

‘Geen vuil onder je nagels?’ Ze wachtte.

‘Ik heb mijn handen gewassen, sir. Die verstopping was in het riool.’

Ze liet mijn hand vallen alsof ik een besmettelijke ziekte had en gebaarde dat ik me bij de andere sloven moest voegen die zich hadden verzameld in de kantine. Ik kwam naast de man terecht die me net had gedekt. Terwijl Karla zich een weg naar voren baande door de menigte, boog ik me naar hem toe en bedankte hem fluisterend.

‘Graag gedaan,’ zei hij met een knipoog.

Hoofdcommandant Karla klom op een tafel om de massa toe te spreken. ‘Burgers, welkom bij deze viering van het einde van de week. Nu begint week nummer 147.003.’ Ze speurde de menigte sloven af. ‘Ik heb goed nieuws. We hebben de man gepakt die verantwoordelijk is voor de voortijdige recycling van mijn agent, en ook Gebroken Man zullen we snel gevonden hebben. Maar als jullie iemand kennen die Gebroken Man heeft helpen verbergen, moeten jullie me dat onmiddellijk melden. Als de informatie klopt, bestaat de kans dat je mag vertrekken naar de bovenste niveaus.’

Een doodse stilte volgde. Mijn mond werd kurkdroog. Onwillekeurig keek ik even naar de man naast me. Waarom stak hij zijn hand niet op en vertelde hij de hoofdcommandant niet dat hij zojuist voor me had gelogen? Hij verroerde zich niet. Niemand verroerde zich.

Hoofdcommandant Karla verstijfde even en begon toen te trillen alsof ze ging exploderen van woede. Razend keek ze naar de menigte. ‘Goed, dan worden jullie allemáál ondervraagd. Een voor een.’

Ze maakte een plek op de tafel vrij voor de hulpofficier van dienst. Terwijl hij de wekelijkse mededelingen oplas, begonnen de sloven zachtjes te mompelen. Hun gefluister had een boze ondertoon.

De man voor me boog zich naar me toe. ‘Dat was een vergissing van haar.’ Hij keek me aan. ‘Waar je ook mee bezig bent, doe het snel. Ik denk dat jij de eerste bent die ze gaat verhoren.’

Ik luisterde naar de rest van het verhaal van de hulpofficier zonder een woord te horen. Mijn gedachten draaiden in kringetjes rond, en ik kwam steeds weer op hetzelfde punt uit. Met moeite onderdrukte ik de neiging om op een tafel te springen en te roepen: ‘Verwacht nou niet te veel!’

Toen de bijeenkomst was afgelopen, vluchtte ik naar de keuken. Karla stond bij de uitgang, en ik wilde haar aandacht niet trekken. Als ze me later toch nog te pakken kreeg, kon ik zeggen dat ik moest beginnen met mijn schoonmaakdienst. En in zekere zin was dat ook zo.

Er waren hier nog geen Opper Cops gearriveerd, en de keukensloven, die bezig waren de volgende maaltijd te bereiden, keken niet op van mijn aanwezigheid.

Ik keek naar de ventilatieschacht boven het aanrecht. Het zou nog lastig worden om erin te klimmen. Snel keek ik om me heen, op zoek naar een stoel.

Ik hoorde een bonk achter me en draaide me om. Op het aanrecht stond nu een trappetje. Zo’n klein ding met een paar treden, dat je gebruikt om bij een hoog kastje te komen. Zonder omhaal klom ik op het aanrecht en toen op het trappetje.

‘Bedankt!’ riep ik, terwijl ik mezelf de schacht in hees. Het trappetje was al verdwenen tegen de tijd dat ik het rooster weer op zijn plaats had. Snel ging ik op weg naar de gang bij de zorgeenheid in Sector H2. Eenmaal daar keek ik omlaag. Een stroom sloven was op weg naar hun dienst. Ik wachtte een paar minuten en liet me omlaagzakken tussen de hekkensluiters.