‘Met wat creatieve ingrepen in de bedrading.’
‘Niet nodig. We hebben een onzichtbaarheidsapparaat ontwikkeld,’ zei Logan trots.
Ik kon mijn ongeloof niet verbergen. ‘Kunnen jullie me onzichtbaar maken?’
‘Voor de sensoren. Als je onze Wegwismachine aanzet, pikken de sensoren je aanwezigheid niet op.’
Er blonk enthousiasme in Logans ogen, maar ik was niet achterlijk. ‘Jullie werken voor de Opper Cops, of jullie zijn niet goed bij je hoofd.’ Ik stond op.
‘Is dit niet genoeg bewijs?’ Logan hield de speelgoedmuis omhoog.
‘Jawel. Het bewijs dat jullie voor de Opper Cops werken.’
Logan deed zijn mond open om te antwoorden, maar Anne-Jade legde hem met een blik het zwijgen op. ‘Goed dan,’ zei ze. ‘Denk wat je wilt, maar je bent ons wel wat verschuldigd omdat we Cog hebben gedekt.’
‘Ik ga niet –’
Ze negeerde me. ‘In de werkkast in Sector H1 staat een klein schoonmaakapparaat.’
‘Anne-Jade, als ze ons niet vertrouwt, moeten wij haar ook niet vertrouwen,’ zei Logan.
Met gefronste wenkbrauwen keek ze hem aan. ‘Iemand moet toch de eerste stap zetten?’ Ze richtte haar aandacht weer op mij en zei: ‘Weet je welk apparaat ik bedoel?’
‘Zippy?’ Hij was ongeveer een kwart van het formaat van de normale schoonmaaktrollen en gemaakt om in smalle buizen te passen.
‘Jij verzint namen voor de schoonmaakapparaten, en dan zeg je dat wij niet goed bij ons hoofd zijn?’ Ze keek me ongelovig aan. ‘Luister,’ vervolgde ze. ‘Als je de knop… Zippy’s knop, tien seconden ingedrukt houdt, ruimt hij niet alleen viezigheid op, maar zuigt hij ook alle bewijs op van je aanwezigheid in een ruimte waar je niet zou moeten zijn.’
Ik had sprookjes gehoord die geloofwaardiger waren. ‘Hoe kan Zippy nou bewijs opzuigen?’
Logan ging weer rechtop zitten. ‘Bewegingsmelders zenden pulsen uit –’
‘Ze hoeft al die technische praatjes niet te horen,’ onderbrak Anne-Jade hem. ‘Het komt aan op vertrouwen, Trella. Ga maar eens op pad met Zippy, en laat ons weten of we nog iets anders kunnen doen om te helpen.’
Ze stonden op en baanden zich een weg door de drukke eetzaal, met hun ‘speelgoed’. Het schelle lawaai van al die stemmen leek nog luider dan eerst. Ik verdroeg de herrie zolang ik kon voordat ik ook de eetzaal verliet om me te melden voor mijn dienst.
In gedachten beleefde ik mijn ontmoeting met de TechNo’s steeds weer opnieuw. Als de Opper Cops erachter kwamen dat ik iets met hen te maken had of illegale technologie gebruikte, zou ik onmiddellijk gedood worden. Ik twijfelde er niet aan dat ik betrapt zou worden, maar ik wilde gewoon… Wat eigenlijk? Eerst de Poort vinden?
Ik gaf mezelf een standje omdat ik zulke dwaze gedachten had. Uiteindelijk zou ik alleen maar bewijzen dat het allemaal bedrog was. Ik besloot niet nog meer tijd te verspillen en me te concentreren op mijn volgende taak, zonder mijn oordeel te laten vertroebelen door emoties. Als Zippy echt werkte, zou het veel makkelijker zijn om het bitje van Gebroken Man terug te halen. En als hij niet werkte? Dan moest ik maar hopen dat ik de Opper Cops weer te snel af zou zijn.
Tijdens mijn dienst bedacht ik hoe ik het kantoor van hoofdcommandant Karla het beste kon benaderen. Ik voerde de snelheid van de schoonmaaktrol weer op, zodat ik sneller kon doorwerken. Ruim voor het einde van mijn dienst was ik klaar met alle toegewezen buizen, dus kon ik nog een paar uur slapen voor ik naar niveau vier glipte.
‘Wat wil je weten?’ vroeg Jacy op gedempte toon. De sloof leunde tegen een van de britsen in de barak, zogenaamd relaxed. Maar de spanning droop van hem af. Twee van zijn maten hingen in de buurt rond. Ze hielden de wacht, om te voorkomen dat de Opper Cops ons gesprek zouden afluisteren. Er scheen blauw licht in deze barak in Sector D1, en het gesnurk en de zware ademhaling van de slapende sloven vulden de ruimte. De muffe geur van vieze sokken vermengde zich met alle slaapadem tot een ranzige stank. Geen wonder dat ik liever in de buizen sliep.
‘Ik wil het rooster van hoofdcommandant Karla weten,’ zei ik.
We stonden in een schemerig hoekje. Lange rijen britsen van plafond tot vloer vulden de ruimte. Steeds drie bedden onder elkaar. Een meter ruimte ertussen. In de houten afscheidingen ertussen zaten twee laden. Voor elk van de beide sloven die daar sliepen één, om hun bezittingen in te bewaren.
De rij britsen waar we voor stonden, was nu half gevuld. De meeste sloven waren net klaar met hun dienst en zaten in de eetzaal.
‘En waarom wil je haar rooster hebben?’ Jacy’s donkerbruine pony hing voor zijn ogen. Hij bestudeerde me tussen zijn haren door.
‘Doet er niet toe.’