Home>>read Inside Out free online

Inside Out(22)

By:Maria V Snyder


‘Aha, ik begrijp het,’ zei ze op vlakke toon. ‘Ik moet ook steeds de verkeerde dingen slikken. Dat laat een bittere smaak na. Ik stik er bijna in.’

Ik had geen weerwoord. Alle alarmlampjes in mijn hoofd gingen aan.

Ze bestudeerde me een minuut die wel een eeuwigheid leek te duren en zei toen: ‘Uur nul. Tijd om je te melden voor je volgende dienst. Luchtschacht tweeëntwintig, meen ik.’

‘Ja, sir,’ wist ik eruit te persen. Snel voegde ik me weer in de massa sloven die de gang op stroomde. Ik durfde niet om te kijken naar de hoofdcommandant. Ze had mijn dossier gelezen. Ze wist alles van me, en ze wilde dat ik dat wist. Shit.

Een interessant aspect van luchtschacht nummer tweeëntwintig was dat hij pal over de keuken liep en uiteindelijk, als je hem maar lang genoeg volgde, naar de schuilplaats van Gebroken Man leidde.

Zodra ik bij mijn werkplek was, tilde ik mijn schoonmaaktrol in de ventilatieschacht. Vervolgens plunderde ik de werkkast voor nog wat extra spullen. Ik klauterde achter de trol aan de buis in en maakte een primitieve glijplank voor mijn buit. Ik bleef telkens achterom kijken om te zien of hoofdcommandant Karla RATT’s had gestuurd om me te bespioneren.

Toen de trol het voedsel bereikte dat ik in de buis had verstopt, zette ik hem uit en maakte de glijplank aan het apparaat vast. Ik loerde door het ventilatierooster. Het was een drukte van belang in de keuken. Sloven waren bezig bakken met eten te vullen en groenten te snijden. Twee hulpofficieren doorkruisten de chaos. Waarschijnlijk hielden ze de messen in de gaten en telden ze die om te voorkomen dat er een werd gestolen door een sloof om daarmee de Opper Cops aan te vallen.

Geen teken van Karla. Mijn opluchting verbaasde me. Onbewust had ik kennelijk verwacht dat ze een hinderlaag voor me had opgezet, dat ze opeens haar hand door het rooster zou steken en ‘Ik heb je!’ zou schreeuwen voor ze me doodde met haar zapper.

Met dat vreselijke beeld in mijn hoofd legde ik het voedsel zo snel mogelijk op de glijplank en zette toen de schoonmaaktrol weer aan. De motor van de trol had moeite met het extra gewicht. Ik kon een glimlach niet onderdrukken toen ik een van de bedieningspanelen openklapte aan de zijkant van de trol en een klein schroefje aandraaide. Cogon had me laten zien hoe je zo’n apparaat kon opvoeren, zodat het sneller vooruitging. En meer snelheid betekende dat ik sneller klaar was met mijn werk en meer vrije tijd had – als niemand me betrapte, tenminste.

Met brullende motor schoot de trol naar voren. De snelheid bleef gelijk, maar hij had nu geen moeite meer met het voorttrekken van de glijplank.

Door paranoia gedreven bleef ik omkijken om te zien of de RATT’s me volgden, maar de trol en ik bereikten zonder problemen Gebroken Man. Ik duwde het rooster open, zwaaide mezelf omlaag en liet me op de vloer vallen.

‘Hallo, Trella,’ zei hij.

Ik draaide me met een ruk om. Hij zat in een hoekje van de woonkamer. Ik kon hem ruiken op meters afstand. Hij stonk.

‘Ik heb niet veel tijd,’ zei ik. Ik trok een stoel onder het open rooster en gebruikte die om het voedsel te pakken.

‘Wacht, ik help je wel.’ Gebroken Man liet zich op de vloer zakken en sleepte zichzelf met zijn armen naar me toe. Hij worstelde zich omhoog tot hij zat en strekte zijn hand naar me uit.

Ik gaf hem de spullen aan, en hij stapelde ze op naast zijn benen. Toen de glijplank leeg was, sprong ik van de stoel en bracht het voedsel naar de keuken.

‘Honger?’ vroeg ik vanuit de keuken.

‘Nogal, ja.’

Ik gaf hem een lepel, en hij viel meteen aan op een van de gele groentestoofpotten. Toen ik alles had opgeborgen, stapte ik weer op de stoel.

‘Na mijn dienst kom ik terug met schone kleren,’ riep ik. Hij zwaaide me gedag met zijn lepel. Ik klauterde in de schacht, keerde de trol om en maakte de rest van de buis schoon.



Toen ik klaar was met de mij toegewezen buizen ging ik naar de wasruimte. Daar stonden altijd grote canvas wascontainers vol schone uniformen en kleren. De lege containers werden gebruikt voor de vieze kleding.

Ik pakte schone kleren, linnengoed en zeep en bundelde alles samen in een grote handdoek. Daarna griste ik nog wat schoonmaakmiddelen mee, waarmee ik hoopte wat van het zwarte stof te kunnen verwijderen dat elk oppervlak in de kamers van Gebroken Man bedekte.

Toen ik een tijdje later op zijn vloer neerplofte met mijn bundel in mijn armen, bleek hij weer in zijn hoekje te zitten. Ik liet hem zien wat ik had meegenomen. Hij lachte opgelucht, maar ik kromp ineen toen ik het zwarte gruis tussen zijn tanden zag zitten.

‘Douchen?’ vroeg ik.

‘Ja, alsjeblieft.’

Een ongemakkelijk moment aarzelde ik. Hoe moest ik dit aanpakken? Gelukkig hij had zich al voorbereid. Die arme man zat daar maar uren in zijn eentje, zonder iets te doen te hebben, en ik had er niet eens aan gedacht om iets mee te nemen waarmee hij zichzelf kon vermaken.