‘Pap, wat is dit allemaal?’ zei Riley ongeduldig.
Zijn vader zuchtte. ‘Jullie weten allebei van de Ploeg van Tien en Domotor. Maar jullie weten niet hoe de groep precies is verraden, bijna achttienhonderd weken geleden.’
‘Nolan… mijn partner –’ De stem van de dokter brak even, voor ze verder praatte. ‘Nolan werd overmoedig. Hij had informatie ontdekt over de Poort en Buiten en was bezig die in de geheime bestanden te verstoppen toen de Trava’s erachter kwamen. Hij werd… gearresteerd en gemarteld, maar hij weigerde de namen van de anderen te noemen, zelfs toen de Trava’s mij en onze dochter bedreigden.’
Ik wendde mijn hoofd af, staarde naar de wand en zette me schrap voor de rest van het verhaal.
‘Ik was niet zo sterk als hij. Hoofdcommandant Karla, die toen nog een ambitieuze luitenant was, hoefde maar te dreigen dat ze mijn dochter zou recyclen, en ik was al verloren. Ik vertelde haar over Domotor en beloofde voor hen te spioneren om mijn partner en dochter in leven te houden. Toen ze de anderen oppakten…’
Stilte. Jacob vertelde verder. ‘Karla hield zich niet aan de afspraak. Vader en kind werden gerecycled, samen met drie anderen. Riley, je moet weten dat Domotor mij ook heeft genoemd als lid, maar je moeder wist de Trava’s ervan te overtuigen dat zij mijn bitje had gebruikt en dat ze alleen had geopereerd.’
‘Waarom heb je me dat nooit verteld?’ vroeg Riley.
‘Ik moest haar beloven dat ik je zou redden en je niet op rare ideeën zou brengen. Ramla wilde niet dat je het wist.’ Hij lachte treurig. ‘Ze besefte dat alle pogingen van de oppers gedoemd waren te mislukken. Maar kijk eens wat er allemaal is voortgekomen uit een toevallige ontmoeting.’
Ik keek even naar Jacob. Er lag een hoopvolle blik in zijn ogen.
‘Waarom noem je jezelf niet dokter Garrard?’ vroeg Riley aan Lamont.
‘Die naam is te pijnlijk voor me. Nadat Karla Nolan had gerecycled ben ik teruggekeerd naar mijn moeders familie en heb ik haar naam aangenomen.’ Ze keek me aan. ‘Ik probeer goed te maken wat ik heb gedaan door jou te helpen. Ik wist dat je niet meer naar me zou luisteren als je eenmaal mijn echte naam had gehoord. Daarom heb ik Riley en Jacob hier uitgenodigd.’
Ik bekeek het verhaal van alle kanten, op zoek naar tekenen van bedrog. ‘Dat van die toevallige ontmoeting weet ik niet zo zeker,’ zei ik ten slotte. ‘Domotor heeft me speciaal laten komen.’
‘Omdat je wist hoe je door de buizen kon gaan,’ zei Riley.
De anderen knikten alsof dit alles verklaarde.
Ze wisten niet dat ik Kiana’s dochter was. Ze wisten niet dat ik nog leefde. Maar toch, het hele verhaal klopte te goed. ‘Hoe zit het dan met dat losse rooster in de opslagruimte? Dat moet iemand gesaboteerd hebben.’
Riley bloosde. ‘Dat is mijn schuld.’
We staarden hem allemaal aan, en hij werd nu echt vuurrood.
‘Ik eh… ik wilde wel eens een sloof ontmoeten, dus heb ik… Maar ik heb wel de bank eronder geschoven, en je viel er dan wel naast, maar je had niets… althans, niets ernstigs, en …’ Hij wist niet meer wat hij moest zeggen en zweeg.
Een voor een keek ik hen aan. Ik wist niet of ik hen kon vertrouwen. Niet dat ik veel keuze had. Maar ik was wel van plan de informatie over mijn biologische ouders voor me te houden. Zelfs met mijn blauwe ogen had Kiana me niet herkend. Eindelijk wist ik iets wat de anderen niet wisten.
Toen ik naar de mening van de dokter genoeg hersteld was, kroop ik de ventilatieschacht in en ging naar Domotors kamer. Ik nam zoveel eten mee als Lamont mee had kunnen smokkelen zonder argwaan te wekken. Er waren geen RATT’s in de buizen, omdat de sloven de Opper Cops voortdurend bezighielden met kleine opstandjes.
Jacy hield me op de hoogte over het verzet via de oorbelontvanger. Interessant dat de Opper Cops alleen maar meer problemen veroorzaakten als ze de sloven zo hard aanpakten. De sloven gingen ook in staking. In Sector B1 puilen de wascontainers uit met vuile was, en de bergen kunstmest en spullen die gerecycled moesten worden, groeiden dagelijks.
Zonder problemen bereikte ik Domotors kamer. De profeet zat op de bank, omringd door stukjes metaal. Anne-Jade en Logan zaten aan tafel te werken. Ze staarden me aan alsof ze een spook zagen.
Toen uitte Logan een vreugdekreet en rende naar me toe. ‘Je bent ontsnapt!’ Hij omhelsde me.
‘Fluitje van een cent,’ zei ik, terwijl zijn armen langs verschillende snijwonden schampten.
‘We dachten dat het niet gelukt was. Waar bleef je toch?’ vroeg Anne-Jade.
‘Ik had een iets te zorgzame dokter.’ Ik probeerde ze te vertellen over de oppers en de Ploeg van Schapen, maar ze wisten al meer dan ik. ‘Wat is er allemaal gebeurd?’ vroeg ik.