We hadden tegelijkertijd gesproken, en Benito gaf op geen van beide vragen antwoord.
'Heb je die uitgang met eigen ogen gezien?' vroeg Corbett. Benito's stem klonk grimmig en kleurloos. 'Ja.'
'Heb je zelf wel eens gekeken wat er aan de andere kant ligt?'
'Nee. maar Dante is diezelfde weg gegaan en hij zegt dat ze naar het Vagevuur leidt. Ik ben teruggegaan om anderen te zoeken die behoefte hadden aan leiding. Wat denk je, Carpentier, had ik dat beter niet kunnen doen? Had ik je misschien in die fles moeten laten zitten ?'
'Hé, stelletje leutermoeren!' zei Billy, die op en neer stond te dansen van ongeduld. 'Zijn jullie eindelijk zo ver, dan kunnen we gaan. Waarom al dat gezever?'
Benito knikte en ging ons voor naar beneden. Ik voelde me helemaal niet veilig hier op open terrein - Geryon was waarschijnlijk niet het enige monster dat kon vliegen. Hij had ons niet verraden aan Minos (of toch?) maar dat wilde niet zeggen dat iets of iemand anders dat niet kon doen. We liepen snel over wat naakt rotsgesteente leek te zijn, naar beneden, steeds dieper de sombere duisternis in, tot we de rand van een afgrond bereikten.
Voor ons was een kloof, dertig a veertig meter diep en ongeveer twee keer zo breed. In het midden van de kloof, parallel met de wanden, liep een lage scheidingsmuur -- en aan beide zijden van de muur renden mensen, hele horden. Aan onze kant van de muur liepen ze naar rechts, aan de andere kant holden ze in de tegenovergestelde richting.
Ze holden omdat ze opgejaagd werden door wezens met zwepen.
Het duurde even voor ik kon geloven wat mijn ogen me vertelden. Ja, kijk eens, Carpentier, je bent hier in de Hel en in de Hel hebben ze nu eenmaal demonen. Wat dacht je van Geryon, dat is toch ook een monster? Waarom zou Grote Boeman dan geen demonen kunnen maken?
Ja, maar ik had toch niet verwacht ze met eigen ogen te zien. Ze hadden een zwarte huid in plaats van de rode die ik had verwacht, en ze waren zeker drie meter lang. Ze hadden horens en staarten en waren lelijker dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Ze gebruikten zwepen die tweemaal zo lang waren als zijzelf, en ze schreeuwden tegen degenen die niet snel genoeg liepen: 'Doorlopen, Morris, er valt hier niks te naaien!' En 'Kom dan, lekker stuk, tippel eens door, vooruit...'
Gejammer en gekreun steeg op uit de kloof, en kreten van pijn en woede. De zwepen knalden, en stukken vlees werden van de ruggen van de achterblijvers gerukt.
'Wie...' fluisterde Corbett. Zijn stem stokte en hij moest het opnieuw proberen. 'Wie zijn dat?' Hij was bang. Nogal wiedes! Ik zag zelf ook groen om de neus. De demonen keken naar ons op, maar keerden toen weer terug naar hun taak. Opgewekt ranselden ze er met hun zwepen op los. Ik herkende een van de rennende mensen. Het was een beroemde filmregisseur die toen ik jong was door miljoenen werd aanbeden. Hij rende naar een opening in de scheidingsmuur. De demon die daar gestationeerd was gaf hem er van langs met zijn zweep tot hij door de opening ging en zich bij degenen voegde die in tegenovergestelde richting holden. Ik had die man nooit ontmoet, maar ik wist wie hij was. En ik wist ook wat deze mensen hadden misdaan. Benito bevestigde mijn vermoedens.
'Koppelaars aan deze kant, Verleiders aan de andere. Kom, we moeten op zoek gaan naar een brug.' Hij sloeg linksaf, en we volgden aarzelend.
'Ik ... was ook een verleider', zei Corbett onzeker.
Ik herinnerde me wat er op de conventie was gebeurd op de avond voor ik stierf en zei: 'Ik ook.'
Benito snoof. 'Heb je ooit een vrouw genomen tegen haar
wil?'
'Nee-'
'Of haar dronken gevoerd, of bedwelmd met verdovende middelen?'
'Eh...' Viel hash daar ook onder? Ik zei: 'Alleen vrouwen die wisten wat ze konden verwachten.'
'Ik had die rommel allemaal niet nodig', zei Corbett, zonder een zweem van zelfingenomenheid.
'Heb je nooit gedreigd geweld te zullen gebruiken?'
'Doe niet zo raar', zei Corbett enigszins verontwaardigd. 'Ik zei toch al dat ik dat niet nodig had.'
'In Dantes tijd had het woord "verleider" een andere betekenis dan tegenwoordig', zei Benito. 'Ik denk dat met het woord "verkrachter" de inhoud beter weergegeven wordt.' Voor ons konden we een brug zien. Het was een stenen boog, en hij zag er heel oud uit.
'Jerry!' Een stem bereikte ons vanuit de kloof. 'Jerry! Kom naar beneden, Jerry. Dit is de plek waar je thuishoort!' Corbett bleef als aan de grond genageld staan. Hij staarde omlaag in de kloof en zei: 'Julia?'
'Kom hierheen, Jerry, dan kunnen we dit samen delen. Tenslotte ben jij degene die me alles geleerd heeft -'
'Hoe kan een vrouw nou een verkrachter zijn?' vroeg ik. Ze moest vroeger heel mooi zijn geweest, maar nu was haar gezicht verwrongen door pijn en uitputting. De demonen keken toe hoe ze tegen Corbett schreeuwde. Ze grepen niet in.
Benito beantwoordde mijn vraag. 'Een vrouw kan liegen en anderen ertoe overhalen iets te doen waarvan ze weten dat het verkeerd is. Ze dringt dan haar wil aan anderen op, en in die zin is zij ook een "verkrachter".'