'Dat woud van je heeft moeten wijken voor de vooruitgang, Benito', zei ik.
Dichtbij klonk een kletterend geraas, maar de bron van het geluid werd aan het oog onttrokken door kolkende rookwolken. Een vrouw kwam de rook uit rennen. Haar gezicht was verwrongen van angst en haar lange haren wapperden achter haar aan. Ze droeg een gescheurde avondjurk met een diamanten broche en oorringen, en schoenen met hoge hakken die versierd waren met glittertjes. Ze rende met haar jurk opgetrokken.
Billy schreeuwde iets en probeerde haar tegen te houden. Ze ontweek hem en rende verder. Het kletterende geraas werd luider, en plotseling dook er een bulldozer met brullende motor op uit de rook. Vlak voor het metalen monster rende een man. De bulldozer haalde hem langzaam maar zeker in. De bestuurdersplaats was leeg.
Billy lag ineengedoken op de bodem van de geul, met zijn armen over zijn hoofd geslagen. Toen het monster voorbij was liet ik me naast hem zakken. Hij mompelde in zichzelf, en toen ik hem aanraakte voer er een heftige schok door zijn lichaam. Hij sprong overeind, zijn vuisten geheven. 'De man waar ik bang voor ben moet nog geboren worden,' zei hij, 'maar toen ik dat zag sloeg de schrik me in de benen. Wat was dat voor een ding?'
'Een bulldozer. Ze worden gebruikt om er grond mee te verplaatsen.'
Billy staarde peinzend voor zich uit. 'Daarmee zou je hele bergen met de grond gelijk kunnen maken.' 'Dat is ook vaak genoeg gebeurd', zei Corbett. 'Er zijn meer manieren om een hevige verkwister te zijn dan alleen het verbranden van je eigen waardevolle spullen.' Billy fronste zijn voorhoofd. 'Hoe bedoel je?' 'Vervuiling. Volgens mij is dit de plek waar de mensen gestraft worden die het milieu verontreinigd hebben.' Corbett wees met een uitdrukking van walging op zijn gezicht om zich heen. 'De aarde ziet er op sommige plekken precies zo uit, en dat is de schuld van al die lui die steeds maar meer wilden produceren en ons spullen wilden verkopen die we helemaal niet nodig hadden, zonder zich iets aan te trekken van de gevolgen die dat voor het milieu had.' Hij zweeg even en zei toen: 'Maar wij zullen waarschijnlijk niet veel moeilijkheden hebben. Of is er een van ons die reden heeft om daar anders over te denken?' Hij keek ons een voor een aan. Ik had de milieubescherming altijd een warm hart toegedragen, dus als het goed was had ik niets te vrezen. Of toch? Misschien stond ik bij Grote Boeman wel te boek als zelfmoordenaar. Was mijn val uit het hotel wel een ongeluk geweest? Niemand had me gedwongen om op dat kozijn te gaan zitten en een fles rum achterover te slaan. Als ik hier door een bulldozer ondergeploegd werd, zou ik dan een boom worden?
'Laten we gaan', zei Billy. 'Deze plek geeft me de kriebels.' Iedereen stemde stilzwijgend toe en we gingen op weg. 'Waar gaan we eigenlijk heen?' vroeg Billy. 'Achter deze cirkel ligt een woestijn', zei Benito. 'Een brandende woestijn, zo heet dat er geen leven mogelijk is, met vuur dat uit de hemel valt. Ik ken maar één manier om haar over te steken, en dat is de weg die Dante heeft gebruikt. Het meer van het kokende bloed vloeit op een bepaald punt over en vormt een rivier die door de woestijn stroomt. In verhouding met de omgeving is de stroom koel.' 'Wonderbaarlijk', zei ik. Ik had het spottend bedoeld, maar het kwam er heel anders uit. Ik had al te veel wonderen gezien, allemaal even onplezierig.
Benito knikte instemmend. 'Uiteraard. We moeten die stroom vinden, anders kunnen we de woestijn niet oversteken. De stroom vloeit door het Woud. Vrienden, we móeten het Woud vinden.' Hij sloeg linksaf en wandelde verder. 'Waarom deze kant op?' vroeg Billy lachend. 'Je hebt net zo weinig benul van waar dat Woud ligt als wij.' 'Dat is zo, maar als we lang genoeg lopen, moeten we het vroeg of laat bereiken. Het is slechts een kwestie van tijd.' Ja, tijd hadden we meer dan genoeg. En de Hel bestond uit een serie concentrische cirkels, hoe groot wist niemand, behalve God misschien. Misschien zouden we er jaren over doen, maar wat maakte dat uit? 'Maar waarom niet de andere kant op?' hield Billy vol.
Benito haalde zijn schouders op. 'Dante sloeg altijd linksaf op weg naar beneden toe. Maar als je wilt kunnen we ook naar rechts gaan.'
'Nee, laat maar. Ik vroeg het alleen uit nieuwsgierigheid.'
17
Aan het desolate landschap kwam geen eind, de herrie en de stank vergezelden ons de hele weg. De manier waarop de verdoemde zielen hier gestraft werden verraadde een macaber soort humor. Spookachtige hoofden staken omhoog uit olieplassen. Op de hoofden zaten met olie besmeurde vogels die met snavels als dolken onophoudelijk naar de ogen pikten en het vlees van de botten scheurden. We zagen een rivier als een open riool. Mannen en vrouwen lagen in rijen langs de beide oevers, huilend en jammerend. Overal om ons heen klonk gekerm en het brullen en bonken van motoren en stampende machines.
We wierpen een blik in een van de reusachtige gebouwen en trokken ons haastig terug. Het geraas binnen was oorverdovend: het sissende gonzen van elektriciteit, het krijsen van metaal op metaal, het bulderen van vlammen. Temidden van al dat lawaai stonden de verdoemden, werkend als bezetenen.