'We moeten naar de Zesde Cirkel.'
'Waarom zegt u dat dan niet meteen?' zei de klerk op klaaglijke toon. Hij reikte in een kastje en kwam te voorschijn met een stapeltje papieren en twee stompjes potlood. 'Als u niet in het bezit bent van de juiste papieren moet u deze formulieren invullen.'
Ze waren twintig pagina's dik, bezaaid met lege vakjes die moesten worden ingevuld, en er waren negen kopieën. Niet alleen was er geen carbonpapier, maar de lege vakjes waren op iedere kopie anders gerangschikt, hoewel ze naar dezelfde informatie vroegen.
Ik werd woedend. 'Waar heb je dat allemaal voor nodig! Hier: "Bloedgroep van overgrootmoeder"! Waarom moet ik dat allemaal invullen?'
'Omdat de reglementen dat voorschrijven,' zei de klerk, die steeds geïrriteerder begon te worden. 'U ziet dat de formulieren lege vakjes hebben, en die lege vakjes moeten worden ingevuld. Kijk, hier bovenaan staat: "Vervanging van zoekgeraakte papieren, aanvraag voor, D-345t839y-4583, dient in negenvoud te worden ingevuld." Zonder die informatie kan ik niets voor u doen.' 'Zijn er geen uitzonderingen?'
'Natuurlijk zijn er uitzonderingen, meneer. Bijna tweeduizend jaar geleden is er nog een gemaakt. Dat was voor mijn tijd, maar ze hebben het er nog steeds over.' Hij huiverde. 'Maar u bent Hem duidelijk niet. Is een van u beiden misschien een levend mens? Kan een van u engelen ontbieden? Daar staat ook iets over in het boek.' Hij wierp een blik op een plank boven zijn schrijftafel die bijna doorboog onder stapels losse foliovellen. 'Deel eenenzestig, pagina acht vierennegentig, paragraaf zevenenzeventig punt tweeëntachtig -ik ben blij dat we op het decimale systeem zijn overgegaan, hoewel de meesten van ons er anders over dachten - zegt heel duidelijk dat een ieder die engelen kan ontbieden toegang moet worden verleend. Maar als die regel op u van toepassing is zult u zich bij de hoofdpoort moeten vervoegen. Wacht met bewijzen dat u het kunt tot u bij de hoofdpoort bent,' voegde hij er haastig aan toe. 'Daar zullen ze verder voor u zorgen.'
'Je laat ons dus niet binnen?' zei Benito. 'Zelfs niet als ik je vertel dat je in ernstige moeilijkheden zult komen als je het niet doet?'
'Ik ken mijn plicht. U komt er niet in.' 'Heel goed. U hebt zich uitstekend van uw taak gekweten,' zei Benito. 'Als u ons had binnengelaten zou ik dat hebben gerapporteerd, maar nu heeft u recht op een gunstige aantekening. Wie is uw chef?'
De klerk staarde Benito onthutst aan. 'Mevrouw Playfair. Een gewezen postbode. Maar -'
'Ach, wat vervelend,' zei Benito. 'Dan vrees ik dat die gunstige aantekening toch niet doorgaat. Het heeft geen zin dat rapport aan haar te geven.'
De klerk keek geschokt. 'Waarom niet, meneer?' Het 'meneer' klonk nu heel anders.
'Het staat me niet vrij daarover te praten.'
'Ah. U bedoelt -' Hij slikte een brok weg. Wat het ook was dat hij dacht dat er met mevrouw Playfair zou gaan gebeuren, het zat hem flink dwars. 'Maar wat gaat er met haar mensen gebeuren? Wat gaan ze met mij doen?'
Benito zag er terneergeslagen uit. 'U kent de regels -'
'Maar ik heb mijn werk altijd keurig gedaan! Mijn dossiers zijn perfect in orde - o verdraaid, ik heb haar nog zó gezegd dat ze die man niet in de archiefruimte moest toelaten! Er was iets mis met zijn geloofsbrieven, ik heb het haar nog zó gezegd! Het was allemaal haar schuld... mijn dossiers zijn perfect in orde. En ze zullen er niet eens naar kijken, ze zullen -' Handenwringend blikte hij zijn kantoortje rond. Benito fronste zijn voorhoofd. 'Het zou zonde zijn als u in de kokende pek werd -'
'DE KOKENDE PEK?!' krijste de klerk.
'Weet u zeker dat uw dossiers perfect in orde zijn?' vroeg Benito streng.
'Natuurlijk! Hier, kijkt u zelf maar.' Hij deed iets waardoor de deur openzwaaide.
Benito liep naar binnen, met mij op zijn hielen. Benito nam een stapel foliovellen van de plank en bladerde hem door. 'Is dit tot op vandaag bijgewerkt? Brengt u veranderingen meteen aan zodra ze worden afgekondigd? Waar zijn de vellen die u nog moet invoegen ?' 'Die zijn er niet,' zei de klerk stijfjes.
'Hmm.' Benito pakte het formulier dat op de schrijftafel lag en bladerde het snel door. 'Dit is in ieder geval niet in orde.' 'Maar ik had de zevende kopie nog niet nagekeken!' jammerde de klerk. 'Daar was ik mee bezig toen u me uit mijn werk haalde! Daar kunt u me niet voor op rapport zetten, ik probeerde u van dienst te zijn, en -'
Benito gaf hem het formulier terug. De klerk zocht even en haalde er een bundeltje uit. De eerste zes pagina's waren met potlood ingevuld, daarna met iets dat donkerder was. Benito bestudeerde het nieuwsgierig. 'Dit is nauwelijks leesbaar,' zei hij.
'Hij had zijn potlood opgebruikt,' zei de klerk. 'In deel vier, pagina achtennegentig, paragraaf zes staat dat er per aanvraag niet meer dan één potlood mag worden uitgereikt, dus heb ik hem het formulier met iets anders laten invullen. Hij gebruikte er bloed voor.' 'Zijn eigen bloed?' vroeg ik.