Het was een gezin met tien kinderen. In de overlijdensadvertentie was te zien dat de oudere kinderen vaak nog een partner hadden met een Hindoestaanse naam. De jongere broers groeiden grotendeels op in Nederland en hadden Nederlandse vrouwen en kinderen met internationale namen. Behalve Shailes. Hij moest altijd anders zijn. Hij was het een na jongste kind en zijn vrouw heet Reshma. Ze kwam uit Suriname naar Nederland.
De bezoekers van de crematie – hindoes worden niet begraven maar gecremeerd – waren van Hindoestaans-Surinaamse afkomst, of Creools-Surinaams of Marokkaans of Hollands of een combinatie of variant op een van die afkomsten. Het telde niet. In de wereld van Shailes en de stoere mannen die nu rond de veertig waren, werd niet gekeken naar waar iemand vandaan kwam. Ze kwamen allemaal uit het centrum van Amsterdam.
De kist was open. Door zijn ziekbed was Shailes sterk vermagerd. Hij was al een magere atleet, en de beste voetballer van ons allemaal, maar nu was hij een schim geworden van de levendige persoon die hij vroeger was.
De toespraken leken op elkaar. We kenden hem allemaal als dezelfde persoon. Als hij een kamer binnenkwam, wist je: nu gaat er iets gebeuren. We dachten aan Shailes, we misten hem en we hoopten en wisten dat het goed zou komen met zijn vrouw en hun drie kinderen Ashwin, Jayson en Jaimy.
43
De reverse cowgirl
Ze zaten met z’n tweeën aan tafel. Het ging over vrouwen. De vrouwen die zich op dat moment bevonden in Kam Yin op het Bijlmerplein.
Dino en Rio waren neven. Twintig jaar geleden werden ze een paar weken na elkaar geboren. Dino was niet Italiaans en Rio kwam niet uit Brazilië. Hun moeders waren Surinaams. Ze vonden het een goed idee om de namen van hun zoons op elkaar af te stemmen.
Dino kon over niets anders praten dan de reverse cowgirl. Wat hij het mooiste vond aan de reverse cowgirl: het was iets wat hij al jarenlang deed, alleen had hij nu pas ontdekt dat het een activiteit was die een speciale naam droeg.
Rio vroeg wat het dan was, de reverse cowgirl.
“Dat zij bovenop je zit.” Dino ging het als een docent duidelijk maken, met behulp van handgebaren. “Maar dan met haar rug naar je toe, je weet toch. Dat je die bil zo voor je hebt.” Dino legde uit dat de reguliere cowgirl eruit bestond dat zij bovenop je zit met haar gezicht naar je toe, dat je die bobbies zo voor je hebt.
Rio snapte het.
Volgens Dino verschilde het per individueel geval, het was afhankelijk van de lichaamsbouw van de vrouw welke variant van de cowgirl te prefereren viel. Als haar meest spectaculaire lichaamsdeel zich aan de achterkant bevond, moest je de reverse cowgirl doen. En wanneer de voorkant groter en ronder was, koos je de gewone cowgirl.
In theorie zouden vrouwen aan beide kanten evenredig bedeeld kunnen zijn, maar daar bestonden er niet veel van.
Dino zat met nog een vraagstuk: “Waarom mag je niet doorpraten terwijl je aan het ballen bent?” Het zou kunnen dat je net over iets in gesprek was – hoe het ging op het werk, of de boodschappen die morgen gedaan moeten worden.
Waarom zou je dat gesprek niet kunnen voortzetten? Hij probeerde het weleens uit, maar dan zeiden vrouwen altijd dat hij zijn mond moest houden. Dino wilde niet naar dat gehijg luisteren, hij was meer een man van de conversatie.
Rio zei dat hij ook meer een man van de conversatie was.
♦
Ze zaten met z’n zessen aan tafel. Het ging over vakanties. Zogenaamd. Welke vakantie was beter: Zuid-Frankrijk of een huis met zwembad huren in Toscane?
Eigenlijk ging het over seks. Of zoals Koran het noemde: erotiek beleven. Koran had blond haar, zijn ouders kwamen uit Enkhuizen. Toen Koran in 1970 werd geboren moesten zijn ouders origineel zijn. Eerst wilden ze hem Johan noemen, maar dat vonden ze te simpel, net als de andere opties: Klaas of Remco. Zijn ouders gooiden wat letters door elkaar en bedachten de naam Koran. Ze spraken het uit als Johan, alleen was het net anders. Veertig jaar later was Koran zijn ouders dankbaar voor hun creativiteit.
Frank heette gewoon Frank, naar Franciscus, net als zijn vader. Frank had de gewoonte om over iets anders te praten, maar dan ging het in werkelijkheid over seks. Dat vond hij opwindend. Frank vertelde een lang verhaal over zijn tuin die winterklaar moest worden gemaakt. Als hij bij het gedeelte was gekomen over tuinstoelen die naar de schuur moesten worden gebracht, begon hij te lachen op een manier die ze schalks noemen. Iedereen wist: met tuinstoelen die naar de schuur moeten worden gebracht, bedoelde Frank heel iets anders.
Verder zaten Max en Lydia aan tafel. Max en Lydia waren collega’s, ze dineerden bijna iedere week in Le Garage, het op de Franse keuken georiënteerde restaurant aan de Ruysdaelstraat. De Ruysdaelstraat lag op negen kilometer afstand van het Bijlmerplein. In de auto was het niet meer dan een kwartier rijden van het ene deel van Amsterdam naar het andere.