Op het authentieke plein midden in Olinda werkt Angilica in een lanchonete. In Nederland zouden ze het een lunchroom noemen. In de meeste lanchonetes kunnen klanten zelf hun eten opscheppen en wordt de prijs bepaald nadat is gewogen hoeveel voedsel op het bord ligt. Het is simpel eten, zoals je het thuis ook zou maken.
In Olinda komen veel gringo’s, vertelt Angilica. Zelf woont ze in het volgende stadje, Rio Dolce. Voor ze naar Rio Dolce kwam, woonde ze nog bij haar moeder, in Ibura, maar daar is iets gebeurd. Angilica wil niet vertellen wat, misschien doet ze het als ze straks meer op haar gemak is.
Voor Ibura woonden ze in Recife, en daarvoor in Sao Paulo. Dat was waar Angilica opgroeide. Ze is negentien. Toen haar dochter Ana Beatriz werd geboren, was Angilica zeventien. Ze vond het triest dat ze een kind kreeg, omdat ze geen werk had. Het was ook shockerend, ze was te jong. De vader was eenentwintig. Aan abortus wordt in Brazilië niet gedaan.
Angilica’s moeder zei: “Het is te vroeg, nu moet je alles alleen doen.” Met de vader van haar kind is ze niet meer samen. Angilica’s ouders scheidden toen ze elf was. De laatste keer dat ze haar vader zag, was in 2007. Hij was dronken en agressief en vroeg om geld voor drank. Voor zover Angilica weet, leeft hij nog. Op straat in Recife.
In de lanchonete werkt ze zes dagen per week, van half-acht tot vijf uur ‘s middags. Nadat ze Ana Beatriz van de crèche heeft gehaald zijn ze om half negen thuis. Alleen op zondag zijn ze de hele dag samen. Angilica zegt dat ze Ana Beatriz vaak mist, maar ze moet werken om haar dochter een goed leven te kunnen bieden.
Van de lanchonete heeft Angilica twee keer salaris ontvangen. Het is haar eerste echte baan. Hiervoor werkte ze alleen als oppas, voor ongeveer acht euro per dag. Ze had nog nooit zoveel geld bij elkaar gezien. Eerst kreeg ze haar salaris en een maand later kwam weer zo’n groot bedrag binnen. Het was genoeg om haar huisje in te richten. De jongen met wie ze samenwoont, werkt als bakker. Zij verdient meer dan hij. Vorige week hebben ze een tweedehands fornuis gekocht.
♦
De inwoners van Brazilië zijn grofweg in te delen in vier klassen. Het begint bij de populor-klasse, waaronder het meest volkse deel van de bevolking valt. Daarboven komt de media-klasse. De mensen die het in die groep het allerbeste hebben worden media alto genoemd. In Amerika zouden ze zeggen: upper middle class. De hoogste klasse heet alto. Die wordt gevormd door de kleine minderheid die het grootste deel van het geld in Brazilië bezit.
Na de middelbare school kunnen scholieren een examen doen dat vestibulario heet. Alleen studenten die voor dat examen slagen mogen naar de universiteit. Het verschil in kwaliteit tussen de openbare en de privéscholen is zo groot dat het beneden de media-alto-klasse bijna niemand lukt om het examen te halen.
♦
In Pontezinha hebben de huizen geen deurbel. Bezoekers roepen vanaf de straat de naam van de bewoners. Het nieuwe huis van Karina ligt achter Santa Rosa. Ze woont hier met haar zus, haar broers en haar moeder, die een nieuwe vriend heeft. Haar vader werd agressief als hij gedronken had.
Karina maakt haar huiswerk buiten, op de veranda. Ze zit in het eerste jaar van haar studie. Het is geen universitaire studie, maar een soort religieuze opleiding. Binnen is het te warm om te studeren. Het probleem is dat de buren vaak feestvieren. Dat zorgt voor te veel lawaai om buiten huiswerk te kunnen maken.
Vroeger wilde Karina journalist of psycholoog worden. Als journalist had ze de mensen graag verteld hoe kinderen als zij zouden moeten opgroeien. Als psycholoog had ze graag mensen geholpen die het moeilijk hebben.
Karina is een feministe, zegt ze. Ze vindt het oneerlijk dat haar vader niet hoefde te werken en alleen maar dronken was. En toch had hij recht op het geld dat haar moeder verdiende. Hij mocht het zomaar van haar pakken, om uit te gaan. Alleen omdat hij een man was. Haar moeder bleef afhankelijk van hem, van de kerk mocht ze niets. Een man is thuis de baas.
Vorig jaar, toen ze zeventien was, werkte Karina als oppas bij mensen thuis. Ze deed het een jaar en drie maanden. Ze was er dag en nacht, moest koken en schoonmaken en verdiende 150 real per maand. Dat is ongeveer 75 euro. Volgens Karina werd ze als een slaaf behandeld. Toen het stel voor wie ze werkte twee weken op vakantie ging en de kinderen bij haar wilde achterlaten, nam ze ontslag. Ze kwam terug naar Pontezinha.
Karina wijst naar een boom, buiten op straat. Haar hele leven heeft zich hier afgespeeld, onder deze goiababoom. Een goiaba is een vrucht, in Nederland noemen ze het guave. Karina is nog nooit buiten Pernambuco geweest, de provincie waarvan Recife de hoofdstad is.
♦
Het winkelcentrum achter de Avenida Boa Viagem heet Shopping Recife. Het is een van de grootste winkelcentra in Zuid-Amerika. In Shopping Recife zijn deftige restaurants met witte katoenen servetten, er zijn hippe koffiebars en juweliers en zonnebrillenwinkels. Het ene restaurant serveert sushi, in het andere bereiden ze zes verschillende soorten garnalen. De zonnebrillen zijn van Gucci en Versace.