“Ze zijn net zo eigenwijs. Als mensen zich richten op effecten en op een groot publiek hoeft dat niet per se een minder goede film op te leveren.”
Wat zijn acteurs voor mensen?
“Ze hebben een aandachtsprobleem, meestal zijn ze gaan acteren door een gebrek daaraan. Ik dacht dat ik niet bestond als ik niet speelde. Tot ik ging spelen was ik een grijze muis, ik was stilletjes en braaf en deed mijn best op school. Ik wilde met iedereen vrienden zijn, ik was pleaserig, een onzeker kind. Ik tastte altijd af: wat moet ik nu doen? Spelen was voor mij alsof ik een jas uitdeed.”
Wanneer wist je dat je wilde spelen?
“Op school hadden we een voorstelling, Tijl Uilenspiegel. Daarin speelde ik een jongetje. Ik merkte dat mensen geraakt waren door wat ik had gespeeld, ze voelden er iets bij. Dat gaf mij het gevoel: ik kan iets geven, ik bewerkstellig iets bij mensen. Dat maakte me minder eenzaam, ik dacht: ik had dat bepaalde gevoel niet in mijn eentje, andere mensen denken daar hetzelfde over.”
Wilde je graag beroemd worden?
“Daar heb ik nooit over nagedacht. Ik wilde gelukkig worden, ik heb nooit gedroomd over glitter en glamour of een rode loper. Ik wilde wel goed worden en zorgen dat ik hier mijn werk van kon maken.”
Is er een film die je zelf het mooist vindt?
“Dat kun je niet zeggen. Zwartboek was belangrijk omdat het mijn weg naar de andere wereld was. Dat besefte ik pas toen de film in Venetië in première ging. Ik zag: oooh, andere mensen snappen dit ook.”
Het was je doorbraak?
“Zo zou je het kunnen zeggen.”
Hoe ambitieus ben je?
“Ik wil de beste rollen. In Europa.”
Je bent niet zo ambitieus dat je verhuist naar Hollywood?
“Dan had ik er nu al gezeten. De rollen die ik in Europa speel zijn net wat artistieker. Hier worden ook goede films gemaakt. En ik hecht aan mijn leven en mijn vrienden. Los Angeles is niet een stad die bij mij past. Het ligt in een prachtige omgeving, maar ik heb geen zin om daar in mijn eentje te gaan zitten.”
Wat is er Hollands aan jou?
“Dat ik geen boob job heb gehad misschien? Dat ik zelfrelativering heb? Als ik in Hollywood een grap maak over mijn eigen cellulitis kijken ze me geschokt aan. Ze lullen maar wat daar. Het is allemaal balletjes in de lucht houden. Ze doen alsof je het belangrijkste van de hele wereld bent, maar als je de deur uit bent zijn ze je weer vergeten.”
♦
En toen. Toen moest Carice van Houten ervandoor. Ze moest naar de première van het toneelstuk van haar zus. Jij dacht: was er niet een intrigerende jeugd in een hutje in het bos waar we over hadden moeten praten? Was er niet iets met een Duitse man met wie ze verkering had, of juist niet, en had je niet moeten vragen hoe dat ook weer zat? Carice van Houten gaf je een hand, ze moest de trein naar Rotterdam halen en daarna was ze druk druk druk met nieuwe films.
De volgende avond zat je thuis op de bank. RTL Boulevard stond aan. Dat was de schuld van je verkering, die niet Duits is, integendeel, maar daar gaat het nu niet om. De rode loper van de première van de zus van Carice van Houten kwam in beeld. Daar stond Carice van Houten, op de rode loper. Jij zat thuis op de bank. En dat was hoe het hoorde.
10
Platgespeeld
Dus je zat in de auto met Herman Koch en P.F. Thomése. Drie players bij elkaar. Het was de gloednieuwe glimmende zwarte Jaguar van Koch. Op de achterbank lag een exemplaar van Het diner met een sticker erop: 250 000 verkocht.
Er zaten zoveel luxueuze details aan de auto dat er geen tijd was om ze allemaal de aandacht te geven die ze verdienden. Het laatste boek van Thomése, J. Kessels: The Novel, gaat over mannen die met de auto naar Sankt Pauli gaan en weer terug naar Tilburg. Deze reis ging naar het ZuiderZinnenfestival in Antwerpen, waar moest worden voorgelezen.
“Mannen in auto’s, daar heb ik iets mee,” zei Thomése.
Tijdens de reis werden mannelijke activiteiten ondernomen.
Koch vertelde over Duitse legeruniformen en over die keer dat hij in een echte tank had gezeten.
Thomése praatte over voetballen en boksen.
Jij deelde je recept voor koosjere hamlappen.
Koch liet zien hoe hard zijn nieuwe auto kon. Terwijl de Jaguar de andere auto’s voorbijracete alsof ze er niet stonden, zei hij: “Eén kleine bump on the road en de Nederlandse literatuur zal nooit meer hetzelfde zijn.”
Verder werd er geklaagd over de grote hoeveelheid lezingen in het land en over de vele verzoeken voor aanbevelende quotes op boeken van andere schrijvers. Koch nam zich voor om alleen nog quotes te leveren voor nieuwe boeken die hij zelf had geschreven. Zoals: “Nog beter dan Het diner!”
– Herman Koch
Of:
“Koch flikt het ‘m weer.”
– Herman Koch
Jij zat op de achterbank, verschil moet er zijn. Je vroeg: “Bij Het Parool hebben ze verzocht of ik geen columns meer wil schrijven in de tweede persoon enkelvoud. Wat vinden jullie daarvan?”