Homerun!
Hoofdstuk 1
Sweet Southern Comfort
Welkom in Cricket Creek, Kentucky, de geboorteplaats van Noah Falcon stond er op het bord langs de weg. Noah reed in zijn rode Corvette het plaatsje binnen. Hij had als pitcher in de hoogste klasse profhonkbal gespeeld en verscheidene prijzen gewonnen. Als hij dat bord las, verscheen er altijd een glimlach om zijn lippen. Hij vond het fijn dat hij werd gewaardeerd in zijn geboorteplaats. Hij had echter nooit verwacht dat hij hier zou terugkeren om auditie te doen bij het plaatselijke theater. Zijn leven verliep op het moment niet zoals hij het had gepland.
Toen hij Main Street in reed, verdween de glimlach van zijn gezicht. Vroeger was Cricket Creek een bruisend stadje geweest, maar nu was zelfs op zaterdagmiddag de hoofdstraat bijna leeg. Veel winkelpanden stonden leeg en de winkels die nog open waren zagen er verloederd uit.
Noah begreep wel dat de middenstand leed onder de recessie. De meeste mensen hier leefden van het toerisme. Bovendien was het moeilijk voor de kleine middenstanders om te concurreren met de grote winkelketens in de steden. Een aantal antiekwinkels was echter nog open. Noah grinnikte toen hij stopte voor het rode licht. Hij stond pal naast Myra’s Diner. In dit restaurantje had hij als puber vaak hamburgers gegeten na een honkbalwedstrijd.
Myra Robinson was een klein, maar pittig vrouwtje. Ze had Noah en zijn rumoerige vrienden goed onder de duim gehouden. Ze hoefde vaak niet eens iets te zeggen, een blik was meer dan genoeg. Voor een paar minuten, in ieder geval. Noah herinnerde zich ook Jessica, het nichtje van Myra. Die had heel wat opschudding veroorzaakt toen ze in haar positiejurk ineens bij haar tante op de stoep stond. Jessica was zestien en vrijgezel. Myra had lak aan conventies en had haar nichtje in huis genomen. Toen de kleine Madison was geboren, was iedereen in Cricket Creek gesmolten voor haar blauwe ogen en haar blonde babykrulletjes.
Noah schudde zijn hoofd. Waar was de tijd gebleven? Nu kwam hij auditie doen voor een toneelstuk dat dezelfde Madison had geschreven. Het licht werd groen. Voor hij weer optrok keek hij even naar binnen in het restaurant. Hij zag dat het werd verbouwd en hoopte dat het restaurant nog steeds goed liep.
“Yes!” Noah stak triomfantelijk zijn vuist omhoog toen hij zag dat Grammar’s Bakery nog steeds de lekkerste boterkoekjes ter wereld verkocht. “Gelukkig”, zei hij tegen zichzelf, en hij parkeerde zijn auto voor de bakkerij. Noah keek even op zijn horloge. Als hij geluk had, waren er nog een paar koekjes over. Hij stapte uit en schudde even met zijn gespierde benen. Hij was stijf van de lange rit. Gelukkig zou hier niemand lachen om zijn cowboylaarzen, zijn gebleekte spijkerbroek en zijn westernshirt. Het was eigenlijk te koud om met open dak te rijden, maar op zo’n zonnige dag als deze kon hij het niet laten. Hij grinnikte. Het was alsof hij nooit was weggeweest. Wat was hij blij dat hij weer thuis was.
De deurbel rinkelde toen hij de winkel in liep. Hij bleef midden in het zaakje staan en snoof de heerlijke geur van kaneel en gist op. “Zeg alsjeblieft dat er nog boterkoekjes zijn.”
“Ja, ik denk van wel.” Een tienermeisje met een blonde paardenstaart veegde net de toonbank schoon. Ze glimlachte verveeld naar hem.
“Mooi zo. Ik neem ze allemaal.” Het was zaterdagmiddag en de meeste planken waren al leeg. Noah slaakte een zucht van verlichting toen hij een stuk of dertig boterkoekjes met roze glazuur zag liggen. Hij zag ook nog een dikke kruimelcake met kaneel, en een vruchtenvlaaitje met een knapperige bodem. En hij moest ook nog een halfje wit en een roggebrood hebben…
“Krijg nou wat!” bulderde Mabel Grammar ineens door de zaak. Ze stond met de handen in haar zij naar hem te kijken. De klapdeuren van de bakkerij zwiepten nog heen en weer.
“Noah Falcon?”
Noah schoof zijn zonnebril op zijn voorhoofd. “De enige echte.”
Mabel schaterde het uit en haar onderkin wiebelde heen en weer. “Wat ben ik blij om jou weer te zien!” Ze veegde haar handen af aan haar schort en kwam achter de toonbank vandaan.
“En ik jou, Mabel.” Noah spreidde zijn armen en omhelsde haar hartelijk. “Wat ruikt het hier nog steeds lekker.” Toen hij Mabel losliet, zag hij dat het meisje achter de toonbank hem met open mond stond aan te kijken.
“Noah, dit is Chrissie.”
“Echt niet…”
“Ben je Chrissie niet?” vroeg Noah met een brede grijns om zijn mond.
“Nee, ik bedoel… jawel. Echt? Bent u echt Noah Falcon?” De verveelde uitdrukking was van haar gezicht verdwenen.
“Ja, hoor.” Hij schonk haar zijn charmante glimlach, die hij ook altijd gebruikte tijdens zijn rol als Dokter Jesse Drake in de gelijknamige soap. Het zat hem wel een beetje dwars dat ze hem niet had zien staan toen ze nog niet wist dat hij beroemd was. Dat was vroeger vaak gebeurd toen hij was gestopt als profhonkballer.